Leidsch Dagblad 13 mei 1921
Uit Katwijk-aan-Zee seint men ons:
Van uit het Zeehospitium zag men heden in het gezicht van de kust een vliegmachine in zee vallen. Twee personen sprongen onder het vallen in zee.
De reddingsboot koerste dadelijk naar de plaats des onheils, om een onderzoek in te stellen.
Verdere bijzonderheden zijn tot heden onbekend.
Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant 13 mei 1921,
In het zicht van de kust is voor Katwijk een vliegmachine in zee gevallen. Twee personen sprongen onder het vallen in zee. De reddingboot begaf zich dadelijk in zee. Men vermoedt, dat de machine van Hollandsche nationaliteit is. De reddingsboot is onverrichterzake teruggekeerd.
Leidsche Courant 13 mei 1921
Men seint ons uit Katwijk aan Zee:
In het gezicht van den kust zag men heden een vliegmachine in zee vallen. Twee personen sprongen onder het vallen in zee. De reddingboot is uitgetrokken. bijzonderheden ontbreken nog.
Men vermoedt, dat de in zee gestorte machine van Hollandsche nationaliteit is, daar hedenmorgen Hollandsche machines daar gekruist hebben. De reddingboot is na de aangeduide plaats te hebben afgezocht teruggekeerd. De vliegmachine is waarschijnlijk gezonken doch van de personen is niets bespeurd.
Leidsch Dagblad 14 mei 1921
Uit Katwijk-aan-Zee schrijft men ons:
In aansluiting aan het telegram van gisteren aangaande de vliegmachine, welke in zee gevallen zou zijn, kan worden gemeld, dat tegen twaalf uren twee watervliegmachines alhier voorbijgevlogen zijn en even later een gewone vliegmachine.
Deze vlogen op geringe hoogte. Het was in zee erg nevelig, zoodat het niet mogelijk was ver te zien. Gevlogen werd in de richting Scheveningen. Zoodra het bericht van het in-zee-vallen van één vliegmachine bekend geworden was, heeft de vertegenwoordiger van de Noord-Zuid-Hollandsche Redding-Mij., de heer Taat, alhier, de reddingsboot in gereedheid laten brengen. Voordat de reddingsboot zee koos, is eerst nog eens in het Zeehospitium geïnformeerd of er ook een vergissing kon hebben plaats gehad. Men deelde echter mede, dat men zich niet vergist had en de machine duidelijk in zee had zien vallen. In minder dan geen tijd was de boot gereed en naar het strand gebracht om zee te kiezen. De voerman, die ontboden was om de boot naar strand te brengen, kon terugkeeren, want een aantal jonge mannen hadden de boot te water gebracht. Er moest haast gemaakt worden. Omstreeks halféén was de boot te water gelaten en weldra koerste men in de richting, waar men meende, dat het vliegtuig in zee gevallen was. Geen enkel voorwerp vertoonde zich aan de oppervlakte van het water. Geheel in de verte werd er een stoomtrawler ontdekt. Naar dit vaartuig werd geroeid, doch zonder resultaat, want de gezagvoerder deelde mee, dat hij geen vliegtuig had zien vallen. Wel deelde hij mede, dat hem een tweetal watervliegtuigen waren voorbij gevlogen nabij Scheveningen. Na de aangeduide plaats nauwkeurig te hebben afgezocht, keerde men om ongeveer 2½ uur terug. Ongeveer 1½ uur had men dus op zee doorgebracht. Ook in den loop van den middag heeft men in zee geen voorwerpen drijvende gezien.
Van de Koninklijke Nederl. Luchtvaart-Mij., de militaire centrale te Rotterdam en van het vliegkamp Schiphol, kwam in den loop van den middag alhier bericht in, dat er geen vliegtuigen vermist werden. Van het vliegkamp ,,De Kooy” kwam omstreeks 7 uur, nadat er geïnformeerd was, bericht in, dat er ’s morgens een drietal vliegtuigen waren vertrokken en nog niet waren teruggekeerd. Het vliegkamp ,,De Kooy” zou dadelijk bericht zenden wanneer de vliegmachines zouden zijn teruggekeerd, doch om negen uur gisteravond was alhier nog niets vernomen.
De drie vliegmachines, die tegen twaalf uren alhier voorbij vlogen in de richting Scheveningen, heeft men gisteravond omstreeks zes uren weder voorbij zien vliegen, gaande de richting IJmuiden. Deze waren met den verrekijker gezien, genummerd: 3, 6 en 158.
Meer bijzonderheden kunnen aangaande deze zaak nog niet worden gemeld.
Bredasche courant 14 mei 1921,
Het persbureau Vaz Dias verneemt uit Katwijk aan Zee:
In het zicht van de kust zag men gisteren een vliegmachine in zee vallen.
Twee personen sprongen onder ’t vallen in zee.
De reddingsboot begaf zich dadelijk in zee om een onderzoek in te stellen.
Men meldt nader: De met tien personen bemande boot der Noord- en Zuid-Hollandsche Reddingsmaatschappij, is te één uur uitgevaren. Zusters van het zeehospitium hadden het vallen van de vliegmachine en het in zee springen van twee personen uit het vliegtuig gezien. Te half drie is de reddingboot teruggekomen, na te vergeefs naar personen en vliegmachine te hebben gezocht. Het persbureau Vaz Dias verneemt nader uit Katwijk aan Zee:
Men vermoedt dat de in zee gestorte machine van Hollandsche nationaliteit is daar gistermorgen Hollandsche vliegmachines in de buurt van de kust gekruist hebben.
De reddingboot is, na het aangeduide terrein, waar de machine gestort is, te hebben afgezocht, teruggekeerd. De machine is waarschijnlijk in de diepte verdwenen; de vliegers werden niet opgepikt. Een uit de richting Wassenaar komende jongen had een paar personen zien zwemmen, doch toen hij ongeveer een half uur later te Katwijk kwam waren deze personen niet meer te bespeuren.
De directie der Kon. Ned. Luchtvaartmaatschappij deelt mee dat, indien inderdaad een vliegmachine ter hoogte van Katwijk in zee gestort is, dit in geen geval een harer machines zijn kan.