Nederlandsche Staatcourant 12 oktober 1829
Den 8sten October is in den namiddag omstreeks 4 uur, op de hoogte der scheiding tusschen Katwijk en Scheveningen, gestrand het schonnerkofschip Union, geladen met masten, deelen, enz., gevoerd door Kapitein J. Rickmers, komende van Riga, en bestemd naar Antwerpen voor de reederij C. Wattel & Co.
Reeds voor dat het schip nog gestrand was, snelde de reddingsboot, met zes paarden bespannen, naar het strand, ondanks de moeijlijkheid om dezelve, bij eene zeer hooge zee, lings hetzelve heen te voeren.
Twee herhaalde pogingen om de sloep in zee te krijgen bleven vruchteloos, en een groot gedeelte van het volk werd, door de hevige regen- en hagel-vlagen uit het N. N. Westen gedwongen, om, uitgeput van krachten en verkleumd van koude, eene wijkplaats te zoeken. Twee voerlieden en een paard hielden het nog langer aan strand, en slaagden met levensgevaar, tegen middernacht, om een touw van het schip te krijgen. Met behulp hiervan kregen de weder toegeschoten menschen dan eindelijk de boot in zee en met veel moeite en gevaar aan het schip, welke ééne zijde reeds verbrijzeld was, zoo dat alsnu de geheele manschap, bestaande uit den Kapitien, Stuurman, kok en vijf matrozen gelukkig aan wal gebragt werd. Bij laag water ligt het schip droog, en wordt, onder opzigt der strandvanders, ontladen.
In de reddingsboot bevonden zich Willem Kuyt, Dirk Dirksz. van Duyn, Jacob Engelenberg, wonende te Katwijk aan Zee, M. Spaanderman, wonende te Katwijk aan den Rijn, en K. de Waard, Kommies te Noordwijk; moedig bijgestaan door Rein van Ryn, Jacob Remmelswaal, Kornelis en Hannes Boesaard, karrelieden, wonende te Katwijk aan Zee, met hunne paarden.
Leydsche Courant, 12 oktober 1829
De brik l’Union, kapt. J. Rickmers, met masten enz., van Riga naar Antwerpen, is den 7 Oct. Bij Katwijk gestrand, doch de equipage, bestaande uit acht man, door de reddingsboot gered.
Hannes en Kornelis Boesaard zijn mijn directe voorvaderen. De familie kwam in de 16e eeuw vanuit Vlaanderen naar de Noordelijke Nederlanden als bleker en vestigde zich via Leiden en Haarlem uiteindelijk in Noordwijk en Katwijk.