KRB vletten in problemen(1982)

Actie zondag 15 aug ‘82

Om 19. 25 uur opgebeld door K. R. B. of ik naar strandpost Noord van de K. R. B. wilde komen i.v.m. mogelijke moeilijkheden van reddingvlet.
Daargekomen om 19.30 uur signaleerde ik door kijker 2 redding­vletten van K.R.B. tussen Katwijk en Noordwijk; echter geen jacht, waarvan melding gemaakt was, hetgeen ik daar hoorde.
Heb na 20 min. toen vletten bij elkaar lagen, via mobilofoon met vletbemanning gesproken en geprobeerd om hen op strand te laten landen of op sleeptouw te nemen door andere vlet.
Dit werd echter geweigerd door het bij voorbaat mislukken daarvan. Geprobeerd om Vuurtoren N’wijk te bereiken, maar waren niet aanwezig.
Toen op verzoek van ronddobberende vletbemanning om± 20.00 uur ,,Casparis”-bemanning gewaarschuwd en sein gegeven om uit te varen en hulp te bieden.
Na gelanceerd te zijn naar Noordwijk opgestoomd en K.R.B. vlet, met 2 opvarenden aan boord, overgenomen van m.s.r.b. “Kurt Carlsen”;
op sleeptouw genomen en naar Katwijk teuggevaren, alwaar vlak voor het uitgooien van stopzak de 2 bemanningsleden van de K.R.B.-vlet op m.s.r.b. “Caaparis” stapten, hetgeen ze eerder niet wilden.
Op druk strand geland en vervolgens terug naar boothuis.

uit boothuis 20.10 uur
lancering 20.30 uur
aan strand 22.00 uur
in boothuis 22.30 uur

KRB vlet

Uit boothuis 20.10 uur
Lancering 20.30 uur
Aan strand 22.00 uur
In boothuis 22.30 uur

Windkracht 6, ZW, woelige zee

Na defecte buitenboordmotor van KRB boot tussen Katwijk / Noordwijk die naar Fins kotterjacht wilde varen, uitgerukt op verzoek van KRB.
Na gelanceerd te zijn naar Noordwijk opgestoomd en Katwijkse Redding Brigade boot, met twee opvarenden aan boord, overgenomen van m.s.r.b. ,,Kurt Carlsen”; op sleeptouw genomen en naar Katwijk teruggevaren alwaar vlak voor het uitgooien van stopzak de twee bemanningsleden van de KRB boot op m.s.r.b. ,,de Casparis” stapten, hetgeen ze eerder niet wilden.
Gehele tocht had verder goed verloop.
Veel last van drukte op strand, daarom geen verbindingsman in boothuis.

Rapport Noordwijk

Onderwerp: Rapportage (reddings)aktie op Zondag,15 augustus 1982

Aanvang 1e melding om 19.15 uur
Door een lid van de Noordwijkse visclub wordt Schipper Noordwijk aan zijn woning gealarmeerd, dat er voor de kust in zee kort te voren een schip was waargenomen, dat kennelijk in moeilijkheden verkeerde. Dit schip zou volgens waarnemner ongeveer 1½ mijl in zee ronddrijven met een gebroken mast.
Terstond na deze mededeling pleegde de schipper telefonisch overleg met ondergetekende PC-lid. Gezien de vage waarnemingen van mededeler werd besloten terstond vanaf de vuurtoren met een verrekijker bedoeld zeegedeelte te observeren en uit te kijken naar bedoeld in nood verkerend schip. Gedurende 10 minuten is door ons nauwkeurig dit zeegedeelte afgezocht met de verrekijker, doch niets terzake dienende werd door ons geconstateerd. Daar er inmiddels meerdere meldingen binnenkwamen over dit schip werd besloten de bemanning van de “Kurt Carlsen” te alarmeren met verzoek zich stand by in de woning te houden. Inmiddels stelde de schipper met een ontboden politiejeep een onderzoek in op het noordelijk strandgedeelte, teneinde vanaf die lokatie te trachten bedoeld schip te ontdekken. Tijdens dit onderzoek omstreeks 20.00 uur:

2e melding
In het Boothuis werd mij, telefonisch door de Wachtcommandant van de gemeentepolitie Noordwijk, medegedeeld, dat er terhoogte van de meest zuidelijk van Noordwijk gelegen villa Helmhorst een aantal mensen in zee dreven, die kennelijk in nood verkeerden. Terstond is dit alarmbericht mobilofonisch aan schipper op het strand doorgegeven en is gelijkertijd de bemanning van de “Kurt Carlsen” opgeroepen. Tevens bleek uit de communikatie, dat te Katwijk ook de “Casparis” was gealarmeerd. Om 20.15 uur is onder leiding van schipper uitgevaren naar de plaats als bedoeld in de 2e melding. Kort daarvoor is het station Zandvoort op de hoogte gesteld van het vermeende in nood verkerend schip als bedoeld in 1e melding met verzoek naar dit schip uit te kijken. Naar aanleiding hiervan is te Zandvoort (20.45 gelanceerd) de reddingsboot “Louwes” uitgevaren. Intussen is door mij, gelijkelijk met de alarmering van de “Kurt Carlsen” bij herhaling getracht de Noordwijkse wipperploeg c.q. Noordwijkse Reddingsbrigade te alarmeren. Dit gelukte niet daar de commandant niet aanwezig was en zijn vervanger {secretarie N.R.B. Noordwijk) niet te bereiken was wegens vakantie. Gezien een op dat moment aanwezig frekwent radioverkeer in het Boothuis is door mij de pogingen om de wipperploeg te alarmeren gestaakt.
Inmiddels ontstond in het Boothuis via politie, reddingsstations, media en partikulieren door middel van telefoon, mobilofoon en eigen radio een zeer verwarde berichtgeving, welke vanaf dat moment een nadelige invloed had op het radiokontakt met genoemde reddingsboten. Deze berichtgeving viel geruime tijd niet meer te controleren, te meer daar media zoals o.a. A.N.P. en Journaaldienst N.O.S. volkomen onjuiste berichten hadden ontvangen. Vooral de ontstane berichten, dat er 12 mensen in zee in nood verkeerden en het bericht afkomstig van het Marineschip H.K.Wolf dat de bemanning ter hoogte van Zandvoort ongeveer 1 1/2 mijl in zee een onbemande en verlaten catamaran had zien drijven, veroorzaakten een nog grotere verwarring. Deze berichten konden op geen enkele wijze worden bevestigd evenmin een later bericht, dat er tussen 21 en 22 uur een schip wat voldeed aan de gegevens van de 1e melding de haven van IJmuiden was binnengelopen.(bericht uit Zandvoort) Semafoor en Havendienst aldaar konden mij geen bevestiging geven van dit bericht. Intussen bleek uit het radioverkeer met de “Kurt Carlsen” en de “Casparis” dat twee vletten, elk bemand met twee leden van de Katwijkse Reddingsbrigade op eigen initiatief omstreeks 19.uur (gezien de gegevens in de 1e melding) zee hadden gekozen om bedoeld schip te hulp te komen. Een der vletten kreeg echter onderweg motorstoring, waardoor een moeilijke situatie in zee ontstond. Dit werd de oorzaak van de 2e melding. Terplaatse verscheen de “Kurt Carlsen” die de ontstane moeilijke situatie onder controle nam. Beide vletten met bemanning zijn daarna overgedragen aan de bemanning van de “Casparis” die zorgde voor een veilige terugkomst op het strand te Katwijk.
In overleg met de Directeur van de K.N.Z.H.R.M. werd hierna besloten dat de “Kurt Carlsen” en de “Louwes” nog enige tijd het zeegedeelte zouden afzoeken tussen Noordw. en Zandvoort i.v.m. de nog mogelijke aanwezigheid van een in nood verkerend schip als bedoeld in de 1e melding en het bericht van de verlaten catamaran te Zandvoort (afkomstig van H.M.Wolf eerder genoemd.
Beide boten hebben gezamenlijk dit zeegedeelte afgezocht, doch noch een schip, noch een verlaten catamaran werden aangetroffen. Aangenomen mocht worden, dat er geen enkel schip of mens in nood verkeerde.
Hierop is deze aktie beëindigd en zijn de boten “Kurt Carlsen” en de “Louwes” omstreeks 22.00 uur weer op hun basis teruggekeerd.
Uit dit gehele relaas mag geconcludeerd worden, dat alle meldingen omtrent aantallen in nood verkerende mensen in zee en/of in nood verkerende schepen sterk overdreven zijn geweest of wel uit de lucht zijn gegerepen, doch dat de actie uitsluitend het gevolg is geweest van de situatie met de beide reddingsvletten van de Katwijkse  Reddingsbrigade. Overige berichten of omstandigheden kunnen dan ook als onjuist worden beschouwd.
Uit het vorenstaande kan de lering worden getrokken, dat een soms verwarde en onjuiste communikatie het radioverkeer met de reddingsboten zeer nadelig kan beïnvloeden, waardoor het eigenlijke reddingswerk ernstig kan worden vertraagd. In die zin kan echter deze( reddings) aktie als een nuttige oefening worden beschouwd waaruit leerzame lessen kunnen worden getrokken.

Overige gegevens:
Ten tijde van de aktie(s) waaide een flinke Z.W. bries met een kracht van 6 à 7 B. Er liep een krachtige zeestroom van Zuid naar Noord. (van belang zie 1e melding)
De zee was tamelijk ruw te noemen.
Bij de alarmering is de voltallige bemanning van de “Kurt Carlsen” opgekomen, evenals de voltallige strandploeg.
De wipperploeg is niet gealarmeerd kunnen worden om in dit rapport vermelde redenen.

Nagekomen bericht:
Maandag,16 augustus 1982 meldt de Rijkspolitie Egmond aan Zee, dat aldaar in de vroege ochtenduren een catamaran op het strand was aangespoeld.
Deze catamaran bleek bij onderzoek eigendom te zijn van een inwoner van Zandvoort, die tijdens wedstrijden op zondag,15 aug. aldaar was omgeslagen. De bemanning was toen naar de kust gezwommen en de catamaran in de zee onbemand achterlatend.
Waarschijnlijk is dit de catamaran geweest welke door H.M. Wolf in zee werd opgemerkt. Persoonlijke ongelukken deden zich daarbij niet voor.
De eigenaar is reeds weer in het bezit van deze catamaran.

Leen van den Oever van Katwijkse reddingsbrigade: “Wij weten echt wel wat we kunnen”

Leidsch Dagblad 17 augustus 1982

Door Adriaan Brandenburg

KATWIJK – Teun Ouwehand heeft er geen moment van wakker gelegen. De Katwijker, lid van de plaatselijke reddingsbrigade (KRB), was zondagavond nog betrokken bij een spectaculaire reddingsactie op zee; maandag bemande hij alweer de zuidpost van de brigade alsof er niets was gebeurd. “Het was niets bijzonders”, reageert Ouwehand dan ook laconiek.

Ouwehand was zondagavond samen met Wim van Dijk in een speciale speedboot van de reddingsbrigade de zee opgegaan, nadat bij de KRB-post een melding was binnengekomen over een schip in nood. Eenmaal in volle zee begaf de motor het. Pogingen om het vaartuig weer te starten mislukten. Hulp van een andere speedboot van de reddingsbrigade mocht niet baten.

De reddingsboten van de KNZHRM van Katwijk (de Casparis) waren echter vanwege het noodsein in de nabijheid, evenals het marineschip Wolf en de redboot uit Zandvoort (de Louwes). Uiteindelijk werden Ouwehand en Van Dijk dobberend in de wilde zee door de Katwijkse Reddingsboot aan boord genomen.

Daarop werd de actie naar “dat kotterachtige vaartuig” voortgezet. Tot bij elven. Toen kwam eerst het bericht binnen dat in de haven van IJmuiden een schip met een gebroken mast was binnengelopen. Het schip, zo is later vastkomen te staan, dat alle consternatie had veroorzaakt.

Teun Ouwehand: “Reddingsacties gevaarlijk? Welnee!”.

Onverantwoord

Over de actie, die honderden belangstellenden naar het strand trok, deden aanvankelijk de meest wilde verhalen de ronde. In eerste instantie werd gemeld dat zich twaalf man in het water bevonden/ Later werd nog “slechts” gesproken over zes drenkelingen. De Noordwijk politiewoordvoerder Huijbers meldde gisteravond dat “alleen” twee leden van de KRB uit het water waren gehaald.

De KRB telt ongeveer 100 tot 150 “actieve” leden. De twee reddingsposten in “de noord” en in “de zuid” zijn in de regel met drie man en soms met vier man bezet. Tijdens drukke dagen wordt dat aantal nog eens verhoogd. Bovendien zijn leden van de brigade die geen dienst hebben direct oproepbaar. De kosten worden voor een belangrijk deel gedekt door de gemeente Katwijk.

In de meeste gevallen komt de KRB in actie na eigen waarnemingen. Zo is op de zuidpost een zeer sterke van de marine afkomstige kijker aanwezig waarmee het reilen en zeilen op de zee voor Katwijk in het oog kan worden gehouden. Ook wil de KRB nogal eens uitrukken na samenspraak met de politie, de plaatselijke surfclub of KNZHRM. “Het onderlinge contact is uitstekend”, vindt Van den Oever.

Normaal gesproken treedt de brigade op als surfers of zwemmers in moeilijkheden geraken, en opereert zodoende in de regel dicht bij de kustlijn. Verder varen er tijdens drukke zomerdagen constant boten van de KRB op zee uit het oogpunt van preventie.

Eén van de leden van de Katwijkse reddingsbrigade tuurt door de kijker over de zee.

Ervaren

Van den Oever blijft vrij nonchalant over het dagelijkse werk. “Soms heb je het erg druk. Moet je diverse keren het water in. Andere keren is het weer wat rustiger. En ach, moet ik nu zeggen dat Ouwehand een held is. Hij deed gewoon zijn werk. Dat doen ze hier allemaal. Ja, zoiets als we gisteren beleefden maak je niet veel mee. Maar iedereen weet wat-ie kan. En vanzelfsprekend stuur je geen jongens het water in die niet ervaren zijn”.

De Noordwijkse politieman zat er het dichtste bij. Teun Ouwehand: “Ik heb geen nat pak gehaald. Ja, er lag wat water in het bootje maar dat was alles”. De Noordwijkse agent Huijbers weet echter anders. “Die jongens waren er behoorlijk aan toe. Onverantwoord trouwens dat ze met dat weer in die bootjes de zee opgingen en dan nog maar met z’n tweeën.

Leen van den Oever, die bij de Katwijkse reddingsbrigade de touwtjes in handen heeft, reageert daarop als volgt: “Als Huijbers dat beweert dan mag hij dat doen. Ik weet wat onze mensen kunnen. Ik weet dat er praktisch niets kan gebeuren. Ze zijn allemaal goed opgeleid, hebben goede apparatuur aan boord en de uitrusting is uitstekend. En dan, er kunnen maar twee man in zo’n bootje”.

Hoe gevaarlijk is het nu werkelijk om op zee reddingen te verrichten in zwaar weer? Volgens Ouwehand valt het allemaal best mee: “Gevaarlijk? Welnee”, lacht hij. En Van den Oever: “Wij weten wat we kunnen. Als er wat aan de hand is krijg je de kriebels en ga je de zee op. Maar”, stelt hij nadrukkelijk, “is er gevaar voor eigen leven dan doen wij dat niet. Daar beginnen wij echt niet aan. Voor het grotere werk moet de reddingsmaatschappij in actie komen”.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *