Leidsch Dagblad 24 november 1903,
Katwijk-aan-Zee. Dezen morgen vroeg, ongeveer halfzes, kwam alhier in ’t zicht de bomschuit Katwijk VI, K.W. 105 van den reeder W. Taat. Nog op eenigen afstand van het strand sloeg het roer af en tegen het vaartuig aan, waarin een gat werd geslagen, wat een groot lek ten gevolge had. Onmiddellijk zonk het vaartuig, dat meddelerwijl nog dichter was genaderd, doch nog zoo ver was verwijderd, dat het volk zich voorloopig moest redden door in het tuigage te klimmen. Spoedig werd nu de reddingsboot te water gelaten en smaakte men het genoegen alle opvarenden behouden en wel aan wal te brengen. Het vaartuig zal ongetwijfeld geheel verloren zijn.