Reformatorisch Dagblad 23 februari 2017
KATWIJK. De storm die vandaag over Nederland raast, maakt bij de Katwijkse oud-visser Ton van Belen (77) bange herinneringen wakker. „Kerkenhoog” gingen de golven ooit op volle zee.
Met een koppige regelmaat sloegen de golven vanmorgen stuk op de Katwijkse kustlijn. De blauwgrijze wolken zijn een en al onrust. Duinriet buigt in de wind. En dan moet het ergste nog komen. Vanaf vanmiddag geselde een zuidwesterstorm met name het westen van het land. Code geel is afgegeven.
Bij de KNRM-post in Katwijk wisselt oud-Noordzeevisser Ton van Belen (77) met een paar makkers de laatste nieuwtjes uit. Nee, hij slaat niet steil achterover bij berichten over de verwachte windkracht 10. „Vroeger bestond code geel niet eens.” Toch doet dit woeste weer hem wel degelijk terugdenken aan hachelijke situaties op de Noordzee, jaren geleden.
Ooit belandde hij met een schip, 360 pk, in een gevaarlijke storm. Windkracht 11. „Toen ben ik echt bang geweest.” Zijn ernstige gelaatsuitdrukking verraadt dat hij geen praatje voor de vaak vertelt. De zes opvarenden overleefden het zware weer. „De schipper kon van de zenuwen even niet meer praten.”
In het KNRM-boothuis is te horen hoe de straffe wind aan de roldeur rukt. Als het tot een reddingsactie komt, zijn de opvarenden in dit soort zware weersomstandigheden extra gebrand op hun eigen veiligheid, vertelt zegsman Gert-Jan Onderwater (24). „Bij deze wind sturen we niet meer dan vier mensen het water op. Onze boot telt namelijk vier stoelen met veiligheidsriemen. Ook kunnen de KNRM’ers hun voeten vastzetten in riemen op de vloer van de boot. Word je tijdens een storm gelanceerd, dan kom je niet zo heel ver van je stoel.”
Bij al te gortig weer kan de Katwijkse KNRM besluiten niet uit te varen. „Dan worden de stations van Scheveningen of IJmuiden ingeschakeld. Daar hebben ze grotere en zeewaardiger reddingsboten.”