Leydse Courant 11 oktober 1852
Vrijdag avond te half zeven is onder Noordwijk digt bij Katwijk een schip met graan gestrand; de bemanning is door de te Katwijk gestationeerde reddingsboot met groote inspanning en levensgevaar gered.
Nadere bijzonderheden hieromtrent kon onze berigtgever ons voor het tegenwoordige nog niet mededeelen.
Nieuwe Rotterdamsche Courant 16 oktober 1852,
Betrekkelijk de stranding onder Noordwijk, nabij Katwijk, van de Hamburger galjas Elisabeth, kapit. P. Kruse, komende van Tonningen en bestemd naar Londen, ontleenen wij aan het Handelsblad het volgende: ,,Het was reeds half acht ure in den avond, toen de heer D. Guyt, bestuurder van de reddingboot te Katwijk aan Zee verzocht werd te hulp te komen. Onmiddellijk snelde deze ijverige man, die, als rustend koopvaardij-kapitein, berekenen kon, dat met het nu wassend ater de nood der schipbreukelingen hooger moest klimmen, met zijne gereed staande boot en de noodige manschappen naar Noordwijk, bragt zijne boot te water en rigtte die op het in nood verkeerend schip. -Een eerste togt mislukte, doch bij den tweeden togt, werd, niettegenstaande de boot, zelfs tot op het dek van het schip geslagen werd, zoo men meende de geheele equipage behouden aan wal gebragt, doch, door de duisternis, had men niet opgemerkt, dat nog een man, in het wand vastgebonden, was achtergebleven. – Ook dezen wilde men redden, en op het voorbeeld van den edelen grijzen bestuurder, sloegen de Katwijkers, hoe vermoeid en afgemat, weder handen aan het werk en ondernamen een derden togt, bij welken de bewusteloos in het wand hangende laatste man, werd losgemaakt, en met dezen de geheele bemanning in minder dan 2 ½ uur, en dat op zulk een afstand, door de Katwijkers gered.”
Leydse Courant 18 oktober 1852
Betrekkelijk de standing onder Noordwijk, nabij Katwijk, van de Hamburger galjas Elisabeth, ontleenen wij aan het Handelsblad het volgende:
,,Het was reeds half acht ure in den avond, toen de heer D. Guyt, rustend koopvaardij-kapitein, bestuurder van de reddingboot te Katwijk aan Zee verzocht werd te hulp te komen. Onmiddellijk snelde deze ijverige man, metde boot naar Noordwijk, en bragt die te water. – Een eerste togt mislukte, doch bij den tweeden togt, werd zoo men meende, de geheele equipage behouden aan wal gebragt, doch, door de duisternis, had men niet opgemerkt, dat nog een man, in het wand vastgebonden, was achtergebleven. – Ook dezen wilde emn redden, en op het voorbeeld van den edelen grijzen bestuurder, sloegen de Katwijkers, hoe vermoeid en afgemat, weder handen aan het werk en ondernamen een derden togt, bij welken de bewusteloos in het wand hangende laatste man, werd losgemaakt, en met dezen de geheele bemanning in minder dan 2 1/2 uur, en dat op zulk een afstand, door de Katwijkers gered.”