Katwijkers redden vier man van gestrand scheepje (1961)

Nieuwe Leidsche Courant 24 februari 1961

In alle vroegte is vanmorgen in Katwijk een schip gestrand. Om vijf uur liep de dicht onder de kust vissende garnalenkotter Arnemuiden 2 “De vrouwe Leentje” ongeveer recht voor de uitwatering aan de grond, waarmee voor de vier koppen tellende bemanning een angstig avontuur begon. Hun scheepje werd door de felle, korte golfslag onophoudelijk tegen een zandbank geslingerd, en het duurde niet lang of er werd flink water gemaakt. In een uur tijds stond het vooronder geheel blank en even later begonnen de golven al over het dek te slaan, terwijl de kotter zwaar slagzij ging maken. De opvarenden kregen het behoorlijk te kwaad en zwaaiden en schreeuwden uit alle macht om de aandacht te trekken. De pompen werkten niet, de motor was uitgevallen en het gevaar van omslaan was niet denkbeeldig.

Om half acht werd de secretaris-penningmeester van de Katwijkse afdeling van de KNZHRM, de heer N. Taat, door de kustwacht gewaarschuwd, die onmiddellijk groot alarm sloeg. De bemanning van de reddingboot was snel op de been, waarna de Barend van Spreekens haastig naar het strand werd gereden, om enkele ogenblikken later onder commando van schipper Gijs Messemaker zee te kiezen. Om kwart over acht konden de uitgeputte en doornatte opvarenden van de in nood verkerende kotter overspringen, waarna zij met gezwinde spoed naar het kantoor van de heer Taat aan het Prins Hendrikkanaal werden gebracht.

Schrik

Om een grote, warme kachel geschaard, hebben zij daar een deel van de morgen doorgebracht om over de schrik en teleurstelling heen te komen. Vooral voor schipper-eigenaar P. Meulemeester (59 jaar) uit Arnemuiden betekent de stranding een flinke schadepost.”De vrouwe Leentje” moet als verloren worden beschouwd en er loopt weliswaar een verzekering, maar hoe lang duurt het niet voordat je een nieuw schip hebt ? “Ik was aan deze kotter gewend, ik voer er al zo lang op. In vind het en nare belevenis.

Gelukkig hebben de Katwijkers goed voor ons gezorgd. Mijn zoons Jan en Piet (27 en 21 jaar) en mijn neef Marinus (24) kunnen het me nazeggen: we hadden het benauwd. En we zagen ze op de wal wel in een bepaalde richting wijzen, maar we dachten dat de reddingboot helemaal uit Scheveningen moest komen. Het was voor ons een geweldige meevaller, dat jullie zo’n ding hier hebben.

Er moet een sterke motor in zitten, want hij was zo bij ons.

Het was een vreselijke bedoening aan boord van mijn scheepje. Tegen het eind stond alles onder water, we waren onze laarzen kwijt, we konden nergens meer bij en vijftig kilo vis en honderd kilo garnalen zijn verdwenen. Het zond waarin we steeds meer wegzakten schuurde alles weg”.

Jan Marinus en Piet – allen ook uit Arnemuiden – beaamden de woorden van de schipper. “We waren blij, dat die Katwijkers kwamen. Het was hoogste tijd.”

Nieuwe Leidsche Courant 24 februari 1961)
Schipper Meulmeester, zijn twee zoons en zijn neef, nauwelijks van de schrik bekomen, vertellen wat zij hebben beleefd. Zij werden in het kantoor van de heer Taat voorzien van droge kleren en kregen een hartversterkertje. (Foto D. Kruyt)

ARM2 “De Vrouw Leuntje” gestrand

actie 2258 uit “De Reddingboot” juni 1962

24 februari 07.30 kreeg het reddingstation Katwijk aan Zee bericht, dat een scheepje was gestrand bij de uitwatering en de bemanning om hulp vroeg. Wind z.w., 5, korte golfslag.

Direct werd de bemanning van de msrb. Barend van Spreekens gealarmeerd. Reeds te 08.00 kon deze worden gelanceerd. Vijf en twintig minuten later waren de vier opvarenden van de hengst ARM 2 behouden aan wal gebracht. “De Vrouw Leuntje”was t.g.v. slecht zicht op een bank vastgelopen en liep vol water. 25 februari is het vaartuig door de sleepboot Titan van N.V. Bureau Wijsmuller geborgen.

Bemanning: G. Messemaker – schipper, A. Jonker – motordrijver, P. van Duyn, C. Kruyt, J. Kuyt, L. Rovers.

Vrijdag 24 febru. 1961. (Rapport Schipper)

’s Morgen om 5 uur liep de kotter de Armuiden 2 Vrouwleentje aan de grond die zijn visserij uitoefende op de hoogte van Katwijk a/zee op de uitmonding van de Oude Rijn.
Wij kregen bericht van de kustwacht dat de Vrouwleentje in nood zat.
De Katwijkse Redboot voor half 8 uit om de bemanning van de Vrouwleentje van boord te halen en wij slaagde er in dit zo snel mogelijk te doen.
Aan boordt bevonden zich schipper G. Messemaker Motordrijver Anton Jonker Matroos Rovers, P. v Duijn en J. Kuyt.
Aan de waen de Commissie lede Gebr. Taat Men v d Plas en Blitterswijk.
Bij de wagen bevondt zich M. v d Plas J de Best en Kruyt.

De bemanningsleden van de Vrouwleentje zijn naar het Kantoor van Gebr Taat gebracht.
Daar zijn zij voorzien van droge kleren en andere benodigheden.
Heden middag bij eb zullen wij trachten er wat kleren aftehalen en benodigde andere waar de Schipper G. Messemaker zal de bemanning assistentie verlenen.

STRANDING-RAPPORT van de Motor-Reddingboot Barend v. Spreekens
Op 24 februari 1961

Wind, weer en zee : Zuid west, goed weer korte golfslag
Tijdstip van vertrek : 7 uur
Tijdstip van terugkomst : 8.25 uur
Duur der reis : Ca 25 minuten
Omschrijving der reis : Boot ten Noorden van uitwateringskanaal gelanceerd. Aan BB van Arm 2 achterop vastgezet, Bemanningsleden overgenomen en in het uitwateringskanaal gevaren.
Naam van het schip : ARM 2 ,,De Vrouw Leuntje”
Waar behoort het thuis : ARNEMUIDEN
Soort van het vaartuig : HENGST (garnalenvisser)
Naam van de gezagvoerders : P. Meulmeester adres Schoolstr 17 Arnemuiden
Hoeveel bemanning : 4 man (vader 2 zoons 1 neef alle Meulmeester)
Waar gestrand : even ten Noorden uitwateringskanaal
Komende van : IJmuiden
Bestemd naar : Scheveningen
Geladen met  : vis
Is het schip vlot of wrak geworden : vlot
Hoeveel man gered : 4 man
Hoeveel man omgekomen : geen
Wanneer gestrand : 24/2 61 om Ca 5 uur
Wanneer is de redding geschied :  24/2 61 om Ca 8 uur

OMSCHRIJVING VAN DE GEBEURTENIS
Op 24/2 1961 om 730 telefonis bericht ontvangen van kustwacht dar er een botter bij de watering vast zat en de bemanning om hulp vroeg.
Om 8 uur werd de msrb BvSpr gelanceerd en om 825 uur waren de bemanningsleden van de Arm 2 aan wal.
De Arm 2 was ……. aan de grond gekomen en zat vast op de kant, waar het schip lek geslagen en gezonken is maakte veel slagzijde. De hengst is Zaterd 25/2 ’s middags door Wijsmuller uit IJm. geborgen.

Avenger vliegtuig maakt noodlanding op zee (1960)

actie 2154 uit “De Reddingboot” juni 1961

28 januari kwamen de reddingstations Scheveningen, Katwijk aan Zee, Noordwijk aan Zee en IJmuiden in actie op het te 15.45 resp. 16.00 ontvangen bericht, dat een vliegtuig van het Marine Vliegkamp Valkenburg, type Grumman Avenger, op 10 a 15’ bewesten Katwijk aan Zee een noodlanding had moeten maken. De motorreddingboten Doris Rijkers (Scheveningen) en Neeltje Jacoba (IJmuiden) voeren direct uit. Te Katwijk aan Zee en Noordwijk aan Zee werden respectievelijk de motorreddingboten Baron van Kattendijke en Kurt Carlsen gelanceerd. Wind w.z.w. tot z.w.t.w.,7 ruwe, aanschietende zee.

Toen de Dorus Rijkers de plaats van het ongeval had bereikt (17.25) werd bericht ontvangen dat Hr. Ms. Hadda, die zich toevallig in de buurt bevond, de piloot had opgepikt. De Dorus Rijkers en Neeltje Jacoba keerden terug en arriveerde resp. te 19.00 en 18.30 te Scheveningen en IJmuiden. De motorstrandreddingboten werden teruggeroepen d.m.v. aan de wal afgeschoten lichtkogelseinen (één rode lichtkogel betekent “keer terug naar haven”). Te 19.00 keerden de “Baron van Kattendijke” en “Kurt Carlsen” na een ruwe tocht terug op strand te Katwijk aan Zee resp. Noordwijk aan Zee.

De piloot van het Avenger vliegtuig had t.g.v. motorstoring op zee moeten landen. Hij klom onmiddellijk op de rechtervleugel en haalde de grote dinghy uit de romp van het toestel. In zeer korte tijd was deze vol lucht. Ruim een minuut nadat hij zich op het rubbervlot in veiligheid had gebracht, verdween het vliegtuig in de golven. De piloot schoot lichtkogels af en, juist toen hij zijn laatste kogel had verschooten, naderde Hr. Ms. Hadda.

 De bemanning van de Baron van Kattendijke was: G. Messenmaker, schipper A. Jonker, motordrijver C. Kruijt en K.R. Taat.

M.L.D.-Vliegtuig viel in zee
Piloot behouden

Leidse Courant 29 januari 1960

Gistermiddag omstreeks tien minuten over half vier is een Grumman “Avenger” van de Marine Luchtvaart Dienst op een afstand van 15 tot 20 mijl van het marinevliegkamp Valkenburg in de Noordzee gevallen. Het toestel was op een zgn. “lokale vlucht”, wat betekent, dat het een vlucht maakte in de buurt van het marinevliegkamp. De piloot, de sergeant-vlieger P. J. Jong uit Katwijk aan den Rijn, werd gered en is ongedeerd. Hij was de enige inzittende.
Onmiddellijk na het bekend worden van het ongeluk is een Lockheed “Neptune” van de M.L.D. opgestegen benevens een “Beechcraft” en een helikopter van de Marine Opsporings Reddingdienst. Uit IJmuiden voer de “Neeltje Jacoba” uit, terwijl de reddingboot “Dorus Rijkers” om kwart voor vier de haven van Scheveningen verliet. De piloot werd echter gered door het patrouillevaartuig “Hadda” en omstreeks zes uur in Scheveningen aan land gebracht.
Toestellen van het type Grumman “Avanger” worden bij de Marine Luchtvaart Dienst gebruikt voor oefeningen in het opsporen en bestrijden van onderzeeboten. Bij dit soort oefeningen vliegen de “Avengers” meestal in paren. Een van de toestellen is uitgerust met apparatuur om onderzeeboten op te sporen en het andere met middelen om zulk een boot te vernietigen. Ze bieden plaats aan maximaal drie personen.

Gistermiddag is een “Avenger” van Marine Luchtvaartdienst op ongeveer vijftien kilometer uit de kust, ter hoogte van Katwijk, in de Noordzee gestort. De vlieger, P. J. Jong uit Katwijk, kon echter ongedeerd worden opgepikt en kon enkele uren na het ongeval al weer gelukkig lachend met de fotograaf over zijn avontuur praten.

(Uit rapport)

Baron v Kattendijke op den 28 januari 1960

Wind, weder en zee                     Zuidwest, slecht weer, woelige zee
Tijdstip van vertrek                     16 uur
Tijdstip van terugkeer                19 uur
Duur der reis                                   3 uur
Omschrijving der reis                 Via Kustwacht bericht dat ten westen van Katwijk vliegtuig
was neergestort.
                                                           Om 4.40 was de boot in zee.
                                                           6 – bericht dat vlieger gered was.
                                                           Rode lichtkogel afgeschoten waarna boot terug keerde.

Ook op het strand van Katwijk wordt paraatheid onderhouden (1959)

Nieuwe Leidsche Courant 18 juni 1959

De zee kan onveilig zijn en daarom wordt aan de stranden regelmatig geoefend door hen, op wie mensen in nood – menselijkerwijs gesproken – zijn aangewezen. Zo zagen wij gisteravond om een uur of zeven ter hoogte van de Voorstraat te Katwijk aan Zee de reddingboot weer uitvaren. De bemanning was bijeen voor haar periodieke oefening. Vooral van de zijde der gasten bestond voor de oefening grote belangstelling. De oefening verliep overeenkomstig de opzet.

(Foto D. Kruyt)

Katwijkse reddingsboot heeft nieuwe schipper (1959)

Nieuwe Leidsche Courant 14 maart 1959

Foto D. Kruyt

Gistermiddag is de schippersbevoegdheid van de reddingsboot te Katwijk aan Zee officieel overgedragen aan de heer G. Messemaker.

Burgemeester H. Duiker verwelkomde de directeur van de K.N.Z.H.R.M., de heer H. Th de Booij, de toekomstige directeur, de heer Ch. van der Zweep, en leden van de bemanning. De heer De Booij memoreerde de taak van de reddingsmaatschappij en wees op de plichten van de schipper. Hij bedankte de afwezige oudschipper C. Jonker en installeerde de heer Messemaker tot schipper van de Katwijkse boot. In zijn woorden betrok hij ook de heer P. Rovers, een lid van de bemanning, die wegens zijn leeftijd afscheid neemt. Zijn plaats wordt ingenomen  door zijn zoon, de heer L. Rovers. De directeur overhandigde de heer Rovers de onderscheiding van de maatschappij en de daarbij behorende oorkonde.

Op de foto feliciteert de heer De Booij (rechts) schipper Messemaker. Op de voorgrond: de burgemeester.

Loos alarm.(1957)

1957 Loos alarm.
7 Januari werd de bemanning van de msrb. “Baron van  Kattendijke” gealarmeerd toen bericht werd ontvangen, dat een Amerikaans legervliegtuig in zee zou zijn gestort. De bemanning was zeer snel ter plaatse en 20 minuten nadat de schipper het bericht had ontvangen reed de tractor Zeepaard de “Baron van Kattendijke” naar het strand. Even later kwam het bericht, dat de bommenwerper terecht was.

(Verslag schipper C. Jonker)
In de avond van Maandag 7 Januari 1957, werd mij Schipper C. Jonker kennis gegeven door de heer N. Taat dat er vermoedelijk een vliegtuig in zee was gevallen ten N. van Scheveningen.
Met bovenstaande gegevens heb ik onmiddellijk in opdracht het personeel gewaarschuwd en verzocht zich zoo spoedig mogelijk naar het boothuis begeven.
Na ongeveer 20 minuten was de boot gereed om weg te rijden.
Onder toezicht van de pl. Commissie vertrok de boot naar strand.
Onderweg werd ons medegedeeld, dat het vliegtuig was teruggekeerd.

Militaire Jeep gered.

Militaire Jeep gered.
9 December is een militaire jeep bij Noordwijk door de vloed verrast; alleen het bovengedeelte van  de kap bleef zichtbaar. Aangezien station Noordwijk tijdelijk zonder tractor zat, is de tractor zeepaard van Katwijk aan Zee naar Noordwijk gegaan. Een kornet en een korporaal van de 158ste afd . Zware Lua trotseerde het koude water om de Hercules loper van het takel aan de jeep te bevestigen. Van dit moeilijke karwei kweten zij zich voortreffelijk. Vervolgens trok de tractor de jeep op het droge.
De  kosten werden ons door de 158ste afd. Zware Lua vergoed.

Een NZHRM-jubileum te Katwijk (1953)

Leidsch Dagblad 10 oktober 1953

Schipper Jonker 25 jaar in functie

De heer De Booy (links) biedt schipper Jonker een klok aan.
Foto Van Rijn-Katwijk

De heer C. Jonker, sedert 25 jaar schipper van de Katwijkse Reddingsboot.

Dit zilveren jubileum van de kranige N.Z.H.R.M.-man werd gisteren in stijl herdacht met een huldiging in Nieuw Brittenburg, waarbij o.a. aanwezig waren de voorzitter van de plaatselijke commissie, burgemeester mr W. J. Woldringh v. d. Hoop, de directeur de NZHRM, H. Th. Booy uit Amsterdam, de heren W. Taat, P. E. Trousselot, Kapitein L. v. d. Plas, G. van Marle, N. Taat, G. C. Blitterswijk en ook de 84-jarige oud-schipper H. V. D. Plas en de heer C. v. Vlieland, die van 1910 tot 1938 deel uitmaakte van de bemanning. Verder was natuurlijk de voltallige bemanning van de reddingboot aanwezig om hun schipper te huldigen.

De heer De Booy sprak het welkomstwoord en memoreerde hoe schipper Jonker 25 jaar geleden werd aangesteld tot schipper, terwijl hij welhaast een mensenleeftijd her, op zijn 23ste jaar, bij de vloot in dienst kwam. Katwijk mag dan niet zo’n druk station zijn, het is en blijft belangrijk, dat ook hier een bemanning paraat en bereid is om te allen tijde zee te kiezen. De serieuze oefeningen, die regelmatig gehouden worden, bewijzen, dat ook in Katwijk niet wordt geslapen!

Niet minder dan 170 oefeningen heeft schipper Jonker onder zijn leiding gehad. Er waren erbij, die minstens even gevaarlijk waren als de reddingen. Met de roeireddingsboot was het vroeger heel wat moeilijker dan nu, en schipper Jonker heeft van die tijd een doorzettingsvermogen meegenomen, dat allen kenmerkt, die nog met de riemen door de hoge golven moesten. De heer De Booy wees op het goede materiaal, maar verbond daaraan de beschouwing, dat de NZHRM wel zou kunnen sluiten, als bij het materiaal, geen bezielde en enthousiaste mensen klaar stonden. ,,Hier in Katwijk kunnen wij ook rustig vertrouwen op de mensen”, aldus de spreker. Vervolgens reikte de directeur der NZHRM namens de Maatschappij een geschenk als blijvende herinnering aan: een mooie klok.

Schipper Jonker dankte de heer De Booy voor de hartelijke woorden en het mooie geschenk. Ook de burgemeester bracht hij hartelijk dank voor de goede samenwerking en eveneens de commissie. Vervolgens richtte hij het woord tot oud-schipper Van der Plas: ,,U, oud-schipper Van der Plas, vergeet ik nooit. U hebt mij opgeleid, evenals de bemanning van de reddingsboot: iets waarvoor ik U hartelijk dank”. Hij deelde, met het bestuur, de hoop, dat hij nog vele jaren de functie van schipper zou kunnen waarnemen.

Namens de bemanning werd nog een grote fruitmand overhandigd, waarna men geruime tijd gezellig bijeen bleef.

Loos alarm (1953)

1953 Loos alarm.
3 September 23.00 kreeg het reddingstation Katwijk aan Zee van de Kustwacht bericht, dat bewesten Katwijk zes à zeven vuurpijlen waren gezien. Inlichtingen werden ingewonnen bij het Vliegveld Valkenburg en de Marine­basis Den Helder, doch er was niets bekend van oefeningen van Nederlandse of Engelse marinestrijdkrachten. Daarop werd de bemanning van de msrb. “Baron van Kattendijke” gealarmeerd. Te 23.20 verliet de boot het boothuis. Bij het lanceren van de boot is de motor van de tractor afgeslagen, doch de reddingboot kwam vlot en de schipper vertrok naar zee om te zoeken. Krachtige Westenwind en tamelijk veel branding. Met Assistentie van een paar zware vrachtauto’s met 4-wielaandrjiving is het gelukt de tractor en bootwagen boven de hoogwaterlijn te halen.
Onverrichterzake kwam de ” Baron van Kattendijke ” na een zoektocht van vier uur op het strand terug. 4 September 04.30 stond het materiaal weder in het boothuis. Welk schip de vuurpijlen heeft opgelaten is onbekend gebleven. Voor personeel en materieel van station Katwijk aan Zee was het een goede oefening.

Leidsch Dagblad 4 september 1953

Gisteravond kreeg men in Katwijk aan Zee bericht van de kustwacht dat op zee een licht gezien was. Men vermoedde dat een schip in nood verkeerde. De reddingsboot onder Schipper C. Jonker ging om 11:30 uur ’s avonds in zee. Men voer tot half vier rond, doch kon niets ontdekken, zodat aangenomen werd dat het hier een loos alarm betrof. Van de plaatselijke commissie der Kon. N.Z.H.R.M. waren aanwezig de heren Taat, Van der Plas en Van Marle.

KOTTER AAN DUINVOET (1953)

Leidsch Dagblad 2 februari 1953

Tussen Noordwijk en Katwijk kwam Zaterdagmiddag de kotter Oudorp 13 in moeilijkheden. Het scheepje, waarop zich tien koppen bevonden, liep even ten zuiden van de Noordwijkse bebouwde kom op het strand en werd later door de golven tegen de afgebrokkelende duinen gedreven. De commandant en de bemanning van de Katwijkse reddingsboot begaven zich ter oriëntatie over land naar de strandingsplaats. Het bleek, dat geen hulp per reddingsboot gegeven hoefde te worden. De bemanning verliet Zaterdagavond het schip en kwam veilig aan wal. Thans ligt het bootje aan de voet van een betonnen bunker, die eertijds diep in de duinen verscholen was. Het is zeer de vraag, of de kotter gered kan worden. Waarschijnlijk moet het schip als onherroepelijk verloren worden beschouwd.