Katwijk 14 december 1923,
Helaas nog geen verslag / verhaal gevonden.
Onofficiële website van KNRM Katwijk
Historische verhalen
Katwijk 14 december 1923,
Helaas nog geen verslag / verhaal gevonden.
Leidsch Dagblad 7 juni 1923
KATWIJK-AAN-ZEE – De kranige bemanning van de reddingsboot der N.Z.H. Mij. Tot redding van drenkelingen hield gistermiddag een oefening onder leiding van den bootsman H. van der Plas. De oefening heeft een uur geduurd en werd door een vrij talrijk publiek van af het strand gadegeslagen. Er stond een sterke branding, zoodat velen een nat pak hebben gekregen van wege de sterke zeegolven.
Nieuwe Leidsche Courant 22 december 1922
Voor het laatst in dit seizoen heeft de reddingsboot een goedgeslaagde proefvaart gedaan.
Leidsch Dagblad 26 oktober 1922
Nadat de reddingsboot een oefening op zee had gehouden is ook in duin nog een oefening gehouden door de bemanning met vuurpijlen.
Nieuwe Leidsche Courant 11 augustus 1922
Gistermiddag had alhier een oefening aan de kust plaats met de reddingsboot.
Het materiaal werd in orde bevonden.
Leidsch Dagblad 30 december 1921
KATWIJK-AAN-ZEE – Op de schietbanen alhier had een schietoefening plaats met vuurpijlen. Deze oefening was uitgeschreven door de N.-Z.-Holl. Reddingmaatschappij en werd gehouden onder leiding van den schipper der Reddingsboot. De proeven slaagden zeer goed.
Leidsch Dagblad 12 september 1921
KATWIJK-AAN-ZEE – J.l. Zaterdag werd met de reddingsboot van de Noord-Zuid-Hollandsche Reddings-Maatschappij een proeftocht op zee gehouden. Het materieel bleek uitstekend in orde te zijn, en het personeel voor zijn taak berekend.
Nieuwe Leidsche Courant 6 september 1921
Zaterdagmiddag heeft de bemanning van de reddingsboot alhier de laatste proeftocht gehouden. De zee was tamelijk kalm en al het materieel werd in goede orde bevonden.
Katwijk 13 mei 1921,
De reddingboot gaat uit.
Op bericht dat twee man uit een vliegtuig in zee gevallen waren werd de reddingboot op den 13den mei, zonder paarden. dus door de hulp van een aantal menschen aan het strand gebracht en te water gelaten. Zij was bemand als volgt: Schipper C. Kuijt Czn., Roeiers: Voorman, Parlevliet Dzn. Joh. van Duivenbode J.Bzn, J. Schoonenberg Abrzn, J. Zuiderduin Azn, D.Haasbroek, D. Haasnoot Czn, A. Parlevliet Czn, K. Haasnoot Pzn” D. Kleen Kzn, M. Ouwehand Abrzn, G van Egmond en C. Guijt.
Men roeide naar de plaats waar de mannen in zee zouden zijn gevallen ( of het vliegtuig in zee zou ziin gestort ) doch keerde na twee uren roeiens te 3 uur weder terug. Later is gebleken, dat het bericht niet op goede gronden rustte.
Er was geen vliegtuig in zee gevallen en er waren ook geen mannen uit een vliegtuig gevallen. Wij deelen hierbij mede, dat bovengenoemde personen, de bemanning der reddingboot uitmakende, en als zoodanig rechthebbende op een premie van de N.Z.H. Reddingmaatschappij, hebben verklaard af te zien van de ontvangst der premie en zij dezen tocht dus gratis hebben volbracht. Wij danken hun hierbij van deze welwillendheid, welke zeer op prijs word gesteld.
Leidsch Dagblad 13 mei 1921
Uit Katwijk-aan-Zee seint men ons:
Van uit het Zeehospitium zag men heden in het gezicht van de kust een vliegmachine in zee vallen. Twee personen sprongen onder het vallen in zee.
De reddingsboot koerste dadelijk naar de plaats des onheils, om een onderzoek in te stellen.
Verdere bijzonderheden zijn tot heden onbekend.
Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant 13 mei 1921,
In het zicht van de kust is voor Katwijk een vliegmachine in zee gevallen. Twee personen sprongen onder het vallen in zee. De reddingboot begaf zich dadelijk in zee. Men vermoedt, dat de machine van Hollandsche nationaliteit is. De reddingsboot is onverrichterzake teruggekeerd.
Leidsche Courant 13 mei 1921
Men seint ons uit Katwijk aan Zee:
In het gezicht van den kust zag men heden een vliegmachine in zee vallen. Twee personen sprongen onder het vallen in zee. De reddingboot is uitgetrokken. bijzonderheden ontbreken nog.
Men vermoedt, dat de in zee gestorte machine van Hollandsche nationaliteit is, daar hedenmorgen Hollandsche machines daar gekruist hebben. De reddingboot is na de aangeduide plaats te hebben afgezocht teruggekeerd. De vliegmachine is waarschijnlijk gezonken doch van de personen is niets bespeurd.
Leidsch Dagblad 14 mei 1921
Uit Katwijk-aan-Zee schrijft men ons:
In aansluiting aan het telegram van gisteren aangaande de vliegmachine, welke in zee gevallen zou zijn, kan worden gemeld, dat tegen twaalf uren twee watervliegmachines alhier voorbijgevlogen zijn en even later een gewone vliegmachine.
Deze vlogen op geringe hoogte. Het was in zee erg nevelig, zoodat het niet mogelijk was ver te zien. Gevlogen werd in de richting Scheveningen. Zoodra het bericht van het in-zee-vallen van één vliegmachine bekend geworden was, heeft de vertegenwoordiger van de Noord-Zuid-Hollandsche Redding-Mij., de heer Taat, alhier, de reddingsboot in gereedheid laten brengen. Voordat de reddingsboot zee koos, is eerst nog eens in het Zeehospitium geïnformeerd of er ook een vergissing kon hebben plaats gehad. Men deelde echter mede, dat men zich niet vergist had en de machine duidelijk in zee had zien vallen. In minder dan geen tijd was de boot gereed en naar het strand gebracht om zee te kiezen. De voerman, die ontboden was om de boot naar strand te brengen, kon terugkeeren, want een aantal jonge mannen hadden de boot te water gebracht. Er moest haast gemaakt worden. Omstreeks halféén was de boot te water gelaten en weldra koerste men in de richting, waar men meende, dat het vliegtuig in zee gevallen was. Geen enkel voorwerp vertoonde zich aan de oppervlakte van het water. Geheel in de verte werd er een stoomtrawler ontdekt. Naar dit vaartuig werd geroeid, doch zonder resultaat, want de gezagvoerder deelde mee, dat hij geen vliegtuig had zien vallen. Wel deelde hij mede, dat hem een tweetal watervliegtuigen waren voorbij gevlogen nabij Scheveningen. Na de aangeduide plaats nauwkeurig te hebben afgezocht, keerde men om ongeveer 2½ uur terug. Ongeveer 1½ uur had men dus op zee doorgebracht. Ook in den loop van den middag heeft men in zee geen voorwerpen drijvende gezien.
Van de Koninklijke Nederl. Luchtvaart-Mij., de militaire centrale te Rotterdam en van het vliegkamp Schiphol, kwam in den loop van den middag alhier bericht in, dat er geen vliegtuigen vermist werden. Van het vliegkamp ,,De Kooy” kwam omstreeks 7 uur, nadat er geïnformeerd was, bericht in, dat er ’s morgens een drietal vliegtuigen waren vertrokken en nog niet waren teruggekeerd. Het vliegkamp ,,De Kooy” zou dadelijk bericht zenden wanneer de vliegmachines zouden zijn teruggekeerd, doch om negen uur gisteravond was alhier nog niets vernomen.
De drie vliegmachines, die tegen twaalf uren alhier voorbij vlogen in de richting Scheveningen, heeft men gisteravond omstreeks zes uren weder voorbij zien vliegen, gaande de richting IJmuiden. Deze waren met den verrekijker gezien, genummerd: 3, 6 en 158.
Meer bijzonderheden kunnen aangaande deze zaak nog niet worden gemeld.
Bredasche courant 14 mei 1921,
Het persbureau Vaz Dias verneemt uit Katwijk aan Zee:
In het zicht van de kust zag men gisteren een vliegmachine in zee vallen.
Twee personen sprongen onder ’t vallen in zee.
De reddingsboot begaf zich dadelijk in zee om een onderzoek in te stellen.
Men meldt nader: De met tien personen bemande boot der Noord- en Zuid-Hollandsche Reddingsmaatschappij, is te één uur uitgevaren. Zusters van het zeehospitium hadden het vallen van de vliegmachine en het in zee springen van twee personen uit het vliegtuig gezien. Te half drie is de reddingboot teruggekomen, na te vergeefs naar personen en vliegmachine te hebben gezocht. Het persbureau Vaz Dias verneemt nader uit Katwijk aan Zee:
Men vermoedt dat de in zee gestorte machine van Hollandsche nationaliteit is daar gistermorgen Hollandsche vliegmachines in de buurt van de kust gekruist hebben.
De reddingboot is, na het aangeduide terrein, waar de machine gestort is, te hebben afgezocht, teruggekeerd. De machine is waarschijnlijk in de diepte verdwenen; de vliegers werden niet opgepikt. Een uit de richting Wassenaar komende jongen had een paar personen zien zwemmen, doch toen hij ongeveer een half uur later te Katwijk kwam waren deze personen niet meer te bespeuren.
De directie der Kon. Ned. Luchtvaartmaatschappij deelt mee dat, indien inderdaad een vliegmachine ter hoogte van Katwijk in zee gestort is, dit in geen geval een harer machines zijn kan.