(1925)

Nieuwe Leidsche Courant 19 juni 1925

KATWIJK AAN DEN RIJN

Bij zeer ongunstig weer en een woeste zee is gisteravond een oefening gehouden met de reddingsboot. Hoewel de roeiers hun uiterste krachten inspanden, was het niet mogelijk om door de branding heen te komen. Na ruim een half uur in zee te zijn geweest, werd de boot weer binnengebracht.

Hoewel men op sommige plaatsen tot over de enkels op het strand door het zeeschuim waadde, was er voor deze oefening veel belangstelling.

(1924)

Leidsch Dagblad 22 december 1924

Katwijk aan Zee. – Van wege de N.Z.-Holl. Redding-Maatschappij had Zaterdag door de bemanning der alhier gestationeerde reddingsboot de beproeving plaats der reddingsmiddelen. Gedurende geruimen tijd werd met wiptoestel en seintoestellen gewerkt. Alles was in goede orde.

(1924)

Leidsche Courant 15 november 1924

KATWIJK AAN ZEE

Reddingmaatschappij – Ter gelegenheid van het feit dat de Noord- en Zuid-Hollandsche Reddingsmaatschappij opgericht in 1824, gedurende 100 jaren had bestaan en bovendien wat deze gemeente betreft de schipper van de bemanning de heer H. van der  Plas eene Koninklijke onderscheiding had ontvangen, was in het Reederijlokaal ,, Vuurbaak” de commissie van het Plaatselijk bestuur bestaande uit de heeren C. Ouwehand, W. Taat, N. Parlevliet, D. W. Ouwehand en D. Taat met de leden der bemanning van de alhier gestationeerde Reddingsboot samengekomen, ten einde op feestelijke wijze genoemd feit te herdenken.

Aangezien de burgemeester der gemeente, de heer De Waal Malefijt, tot zijn leedwezen deze bijeenkomst niet kon bijwonen, was namens het gemeentebestuur de heer R. Ouwehand, oudste wethouder, aanwezig die het woord nemende het reddingswerk aantoonde van voorheen en thans. In het begin van de 19e eeuw werd aan redding aan onze zeekust niet gedacht, wel aan rooverij. Toch werd een enkele boot ingericht, tot in het jaar 1824, een vereeniging werd opgericht een bestuur gekozen, gelden bijeengebracht, zoodat een aantal booten konden worden beschikbaar gesteld. Speciaal werd het reddingswerk aan onze gevaarlijke kust besproken, en herdacht de arbeid van zoovele reeds overledenen, Spr. Noemde den naam van den 1e schipper Jacob van der Bent, en memoreerde dat er alhier een 50-tal reddingen waren verricht, en ruim 100 menschen gered. Spr. Was overtuigd dat hier harten leven die belangloos het edele werk der redding verrichten en dat de alhier gestationeerde boot niet op zich zou laten wachten, waar uitvaren plicht was. Met een hartelijk woord van dank aan de bemanning en in ’t bijzonder aan den schipper en aan de commissie van het Plaatselijk Bestuur uit naam der burgerij, besloot de spreker zijn toespraak. Langen tijd bleef men nog feestelijk bijeen. Met dankbaarheid werd het aanbod aanvaard bestaande uit een prachtig groot schilderij, voorstellende een met paarden gespannen reddingboot voor het indrukwekkend oogenblik tot vertrek gereed. Een nieuwe boot te dezer plaatse door de firma Gebr. Taat gebouwd werd in reservemateriaal opgenomen.

(1924)

Nieuwe Leidsche Courant 9 oktober 1924

KATWIJK AAN ZEE

Doordat het gerucht gisteravond zich verspreidde, als zou er een schip in nood zijn in het gezicht van de kust, daar er met vuurpijlen was geschoten, en het weder stormachtig was, kwam heel wat volk op de been en begaf zich de bemanning van de reddingsboot naar het station der boot, waar men voor het uitrukken vernam, dat er een militaire oefening was, waar vuurpijlen werden afgeschoten. De bemanning bleef dus tehuis.

Onjuist bericht 1924

Katwijk 8 oktober 1924,

De bemanning van Katwijk opgeroepen wegens onjuist bericht.
Op den 8sten October 1924 te ongeveer half tien werd de commissie van plaatselijk bestuur gewaarschuwd dat men tusschen Scheveningen en Katwijk vuurpijlen zag afschieten en dat vermoed werd, dat een vaartuig op de kust gestrand was. Onmiddellijk werd de bemanning van de reddingboot opgeroepen en te 10.15 was alles klaar om uit te gaan trekken, toen van den Heer Dijkdrenth bericht kwam, dat hij van de kustwacht te Scheveningen telefonisch vernam daar ook vuurpijlen waren gezien, doch dat deze tijdens eene oefening door militairen op het strand waren afgeschoten.
Een der Commissieleden belde tot eigen overtuiging nogmaals de Kustwacht te Scheveningen op en vernam hetzelfde. Tot meerdere zekerheid werd een man op een los paard uitgezonden, die met bericht terug kwam dat hij tot op 5 Kilometer van Katwijk nog niets gezien had, waarop bemanning en voerlieden naar huis werden gezonden.
Dank zij het juist nog bijtijds inkomen van het bericht van den Heer Dijkdrenth werden kosten van uitrijden enz. voorkomen. Waar het afschieten van vuurpijlen der militairen erg bedriegelijk is en wij beslist overtuigd waren er een schip in nood was, acht onze Commissie het niet ondienstig indien door U met de betreffende autoriteiten overleg gepleegd kon worden of het niet mogelijk is, dat de beide Kustwachten, of de Commissie van plaatselijk bestuur, het dichts bij de plaats van oefening gelegen gewaarschuwd werden zoo er sàvonds eene oefening met vuurpijlen of lichtkogels zal plaats hebben.

(1924)

Leidsch Dagblad 22 augustus 1924

Gistermiddag had onder veel belangstelling zoowel van plaatsgenooten als van badgasten een oefening plaats aan de kust door de bemanning van de reddingsboot der N.-Z. Hollandsche Maatschappij ter redding van Drenkelingen. Er werd met de boot uitgevaren, nadat deze van het station bij de Oude Kerk naar zee was afgereden. Onder leiding van den heer van der Plas werd geruimen tijd geoefend, en is door de bemanning ten slotte de boot naar wal geroeid. Ook werden pijlen afgeschoten om aan te toonen hoe in tijd van gevaar en nood verbinding tusschen wal en vaartuig wordt tot stand gebracht. Iets buitengewoons was, dat in verband met het 100-jarig bestaan der vereeniging een omgang aan het strand werd gehouden door onze tijdelijke logé’s, ten einde geschikt materiaal te mogen hebben in tijd van nood. Waarlijk geen onnoodige zaak !

Moge bij een volgende spoedig te houden oefening de gelden rijkelijk vloeien !

Nieuwe Leidsche Courant 22 augustus 1924

KATWIJK AAN ZEE

Onder enorme belangstelling werd gistermiddag een oefening in zee gehouden door de reddingsboot. Door de hooge zee en de felle branding werd vooral van de zijde der logeergasten, deze oefening met belangstelling gevolgd. Intusschen werd op het strand door een aantal meisjes een collecte gehouden in daarvoor gemaakte bootjes, waarvan de opbrengst ten bate komt van de Noord-Zuid-Hollandsche Reddingsmaatschappij.

Deze oefening is goed geslaagd.

KATWIJK AAN ZEE (1924)

Reddingboot

Nieuwe Leidsche Courant 16 augustus 1924

Reeds eerder hebben wij vermeld dat een comité is opgericht, omvattende de gemeenten Katwijk, Rijnsburg, Valkenburg, Wassenaar en Voorschoten het welk een onderdeel vormt van het hoofdcomité tot het aanbieden van een Nationaal Huldeblijk aan de Noord- en Zuid-Hollandsche Redding-Maatschappij en de Zuid-Hollandsche Maatschappij tot Redding van Schipbreukelingen bij hun 100-jarige bestaan.

Dit huldeblijk zal bestaan in nieuw reddingsmateriaal (booten etc.) dus wel een doel waarmede een ieder zal sympathiseeren.

Om tot dit nobele geschenk te geraken is natuurlijk geld, veel geld noodig en worden alom in den lande hiertoe collecten, tentoonstellingen, bazars etc. gehouden.

Ook hier zal in de komende week een geldinzameling geschieden en wel op een zeer origineele wijze.

De reddingboot zelf zal tot geven uitnoodigen door ,,weder dienende” in de komende week een oefening in zee te houden terwijl dan tegelijkertijd op het strand gecollecteerd wordt.

Datum der oefening wordt te Katwijk bij bekkenslag bekend gemaakt.

Dat een ieder dus eens goed in den zak taste voor dit nationale geschenk, waarmede de reddingmiddelen uitgebreid c.q. verbeterd kunnen worden.

(1924)

Leidsch Dagblad 29 juli 1924

Katwijk-aan-Zee – Met de reddingboot van de Maatschappij tot Redding van Drenkelingen is aan de Noordzeekust door de bemanning een oefening gehouden. De oefening stond onder leiding van den heer H. van der  Plas

(1924)

Leidsch Dagblad 10 mei 1924

Gistermiddag had na geruimen tijd van rust weder een oefening plaats met de alhier gestationeerde reddingboot van de N.Z. Maatschappij tot redding van drenkelingen. De oefening had plaats onder leiding van den bootsman H. van der Plas.

(1923)

Nieuwe Leidsche Courant 31 december 1923

De bemanning van de reddingsboot hield een oefening langs de strandreep met vuurpijlen. Om met den wal en op zee in nood verkeerend schip verbinding te kunnen hebben werden deze oefeningen gehouden. De oefening met het z.g. wiptoestel slaagde uitstekend.