KOTTER AAN DUINVOET (1953)

Leidsch Dagblad 2 februari 1953

Tussen Noordwijk en Katwijk kwam Zaterdagmiddag de kotter Oudorp 13 in moeilijkheden. Het scheepje, waarop zich tien koppen bevonden, liep even ten zuiden van de Noordwijkse bebouwde kom op het strand en werd later door de golven tegen de afgebrokkelende duinen gedreven. De commandant en de bemanning van de Katwijkse reddingsboot begaven zich ter oriëntatie over land naar de strandingsplaats. Het bleek, dat geen hulp per reddingsboot gegeven hoefde te worden. De bemanning verliet Zaterdagavond het schip en kwam veilig aan wal. Thans ligt het bootje aan de voet van een betonnen bunker, die eertijds diep in de duinen verscholen was. Het is zeer de vraag, of de kotter gered kan worden. Waarschijnlijk moet het schip als onherroepelijk verloren worden beschouwd.

Stranding Frans schip CARTHAGE (1953)

Katwijk 1 februari 1953,

(Verslag schipper C. Jonker)

Op Zondag 1 Februari 1953 des namiddag omstreeks 23 uur werd mij door de Heer C. Varkevisser Hoofd der Kustwacht, mede gedeeld dat er van uit de richting Noordwijk een schip kwam aandrijven althans geen kans zag, van uit de branding , zee kon maken.
Direct daarop heb ik mij telefonis in verbind gesteld met de Heer Taat. De Heer W. Taat gaf opdracht direct naar de plaats van de Boulevard te komen voor klaar maken van Reddingboot enz.
Onmiddellijk heb ik het personeel gewaarschuwd, wat bij het Reddingsboot noodzakelijk is.
In opdracht van de Heer Taat is de boot met bemanning naar de Boulevard gebracht.
Daar het schip steeds in Zuidelijke richting afdreef werd er gewacht de boot naar strand te brengen.
Daarop is door de Heer W. Taat, L. van der Plas en de schipper, een onderzoek ingesteld bij het Wassenaerseslag, daar bleek ons dat de boot ruim acht kilometer richting Scheveningen was afgedreven.
Daar het schip steeds alsnog in de Zuidelijke richting afdreef en geen direct gevaar bestond, is de boot op de Boulevard tot Maandag blijven staan. Daarbij bleven drie personen bij tegen woordig.
H. Messemaker, D. Jonker tractordrijver en P. van Duijn.
Omstreeks 2 ½ uur keerde wij naar huis.
De boot is Maandag morgen omstreeks 8 uur in het bootenhuis opgeborgen.
De wind was Noord en hoogen zee.

(Uit het strandingsrapport)
STRANDING-RAPPORT van de Motor-Reddingboot “BARON VAN KATTENDIJKE”
op Zondag 1 Febr’ 53

Wind, weer en zee                        N.W.     Goed weer         Zeer grove zee.
Tijdstip van vertrek                      23 uur vertrek van Boothuis
Tijdstip van terugkomst            Wagen met Boot op Boulevard bij Voorstraat die nacht laten
staan daar schip Zuidwaarts dreef.
Duur der reis
Omschrijving der reis                  Boot niet naar strand gebracht daar het schip “CARTHAGE”
met zware eb naar Scheveningen dreef, waar het schip
strandde.


Naam van het schip                       “CARTHAGE”
Waar behoort het thuis                Frans schip
Soort van het vaartuig                  Motorvrachtschip circa 2700 Ton
Naam van de gezagvoerder       Onbekend
Hoeveel bemanning
Waar gestrand                                Voor Scheveningen
Komende van                                  Onbekend
Wanneer gestrand                         Circa 3 of 4 uur op 2 Febr ‘53

OMSCHRIJVING VAN DE GEBEURTENIS
Om 23 uur ’s avonds van Zondag 1 Febr ’53 kwam bij W. Taat bericht in van de vermoedelijke stranding van een schip dat tusschen de eerste en tweede bank door de eb Zuidwaarts gedreven werd.

Kustwacht, Schipper C. Jonker en Comm: lid L v.d. Plas opgebeld zich met de bemanning naar het Boothuis te begeven en werd met de Tractpr die uitstelend werkte, Boot en Wagen naar de Boulevard gebracht en bij de Voorstraat gestopt daat het schip nog Steeds naar het Zuiden dreef.

Om half twee begaven Schipper Jonker en de Comm: leden v.d. Plas en Taat zich per auto naar de Wassenaarse Slag en bleek bij aankomst aldaar het schip reeds circa 2 K.M. Zuidelijk van de Slag te drijven.

Lieten Boot, Wagen en Tractor voor alle zekerheid die nacht op de Boulevard bij de Voorstraat staan onder bewaking van 3 man personeel die elkaar aflosten en werd een en ander Maandagmorgen 8 uur weer naar het Boothuis teruggereden.
Motoren van Boot en Tractor sloegen onmiddellijk aan en de laatste deed het zoowel ’s avonds als ’s morgens uitstekend.

Scheepje in moeilijkheden (1953)

Katwijk 31 januari 1953,

(Verslag schipper C. Jonker)

Op Zaterdag 31 januari 1953 te omstreeks 5 uur in de namiddag, werd door mij waargenomen, dat er ter hoogte van Katwijk een scheepje in moeilijkheden verkeerde.
Direct daarop werd mij door het Hoofd der Kustwacht, de Heer C. Varkevisser, mede gedeeld, dat hij had waargenomen dat voornoemd scheepje in nood verkeerde.
Terwijl ik naar huis ging voor mij in verbinding te stellen, werd mij door de politie mede gedeeld dat voornoemd scheepje gestrand was tussen Katwijk en Noordwijk.
Direct daarop heb ik mij in verbinding gesteld met de Heer W. Taat, daar deze voor zaken van huis was, heb ik onmiddellijk het personeel van de Reddingboot gewaarschuwd en het Bestuurslid L. van der Plas, en hun medegedeeld fat er een scheepje gestrand was tussen Katwijk en Noordwijk.
Daar mij met geen materiaal de strand konden berijden, heb ik met vier matrozen een onderzoek ingesteld en het leek ons dat het scheepje thans was afgedreven tot de Zuid Boulevard te Noordwijk, en dat er geen onmiddellijk gevaar voor de opvarenden.
Het scheepje was afkomstig uit O.D. 13. Er was een persoon van de Reddingboot van Noordwijk aanwezig.
Wij zijn toen naar Katwijk terug gekeerd en de Heer W. Taat die telkens aanwezig was, bovenstaande in kennis gesteld.
In opdracht van de Heer Taat zijn wij toen om 20.45 uur naar huis terug gekeerd.

Wind N.W. zware storm
Boot, wippertoestel en tractor stonden voor vertrek klaar.


Reddingspost thans geheel gemoderniseerd (1952)

Leidsch Dagblad 13 september 1952

De Kon. N.Z.H. Reddings Mij. heeft haar uitrusting in Katwijk aan Zee thans geheel gemoderniseerd. In September 1951 werd de roeireddingsboot vervangen door de motorreddingsboot ,,Baron van Kattendijke”.

In begin October 1951 werd het nieuwe botenhuis in gebruik genomen.

Maar nog steeds moest de reddingsboot in het water worden getrokken door 6 paarden. Dit was wel een aantrekkelijk schouwspel, maar het paste niet meer in deze gemotoriseerde tijd.

Al geruime tijd werd uitgezien naar een motor-tractor, die thans gearriveerd is in het boothuis. In het vervolg zal de boot door deze motor-tractor die de naam gekregen heeft van het ,,Zeepaard” vanaf het botenhuis over de straat en het strand in zee getrokken worden. Daardoor zal veel tijd uitgespaard  en een poging tot redden vlugger uitgevoerd kunnen worden.

Bij de ontvangst van de motor-tractor waren aanwezig de voorzitter van het hoofdbestuur van de Kon. N.Z.H.R.M. jhr Quarles van Ufford met andere hoofdbestuursleden, en de directeur de heer H. Th de Booy. Van plaatselijke commissie waren aanwezig de voorzitter de burgemeester mr W. J. Woldringh van der Hoop en de heren P. E. Trousselot, Kapt. L. v. d. Plas, G. van Marle en een van de zoons van Wijlen de heer D. Taat. Ook aanwezig de schipper van de reddingboot de heer C. Jonker.

Baron Van Kattendijke schonk Katwijk de boot, maar ook het botenhuis. (1951)

Nieuwe Leidsche Courant 4 oktober 1951

De voorzitter van de K.N.Z.H.R.M., jhr C. F. J. Quarles van Ufford, kon Katwijk blij maken met de officiële ingebruikneming Van de nieuwe reddingboot ,, Baron Van Kattendijke” en het botenhuis. Naast hem burgemeester mr. W. J. Woldringh van der Hoop.
Foto D. Kruyt

In 126  jaar redde station Katwijk 147 mensenlevens

DE SCHENKER van de motor-strandreddingboot van Katwijk aan Zee, M. J. E. Huyssen baron van Kattendijke, heeft de Kon. Noord- en Zuidhollandse Redding-Maatschappij laten weten, dat hij ook de bouwkosten van het nieuwe botenhuis voor zijn rekening zal nemen. Deze verheugende mededeling kon de voorzitter van de K.N.Z.H.R.M., jhr C. F.J. Quarles van Ufford, Dinsdag doen tijdens de officiële ingebruikneming van het botenhuis en zijn kostbare inhoud. Burgemeester mr. W. J. Woldringh van der Hoop zei, dat de baron, die in Zurich woont, door middel van een fotoserie op de hoogte zal worden gesteld van de gebeurtenissen rond de boot.

Jhr Quarles van Ufford gat een overzicht van de geschiedenis van het reddingstation Katwijk dat in 1825 werd opgericht. Men had toen een roeireddingboot. In 1864 kwam er een vuurpijltoestel bij, in 1866 werd een nieuwer type boot in gebruik genomen en in 1871 werd het stenen botenhuis bij de Oude Kerk gebouwd. De kosten bedroegen toen …. ƒ1480. Het oude botenhuis werd verkocht voor …. ƒ 95.

Van de datum van oprichting af tot heden werden 23 reddingen verricht, waarbij het leven werd gered van 147 personen. Gedurende al deze tijd ging slechts één mensenleven verloren, nl

Ook herinnerde jhr Quarles van Ufford aan de naijver, die er vroeger tussen de reddingsploegen van Noordwijk en Katwijk bestond. Wie het eerst bij het schip kwam, mocht de lading hebben en daarom kwam het nog wel eens voor, dat er op het strand een ,,stoeipartij” plaatsvond, waarbij de roeiriemen een woordje meespraken…. Dit gebeurde o.a. bij de stranding van het Nederlandse schip ,,Reval”. De laatste redding gebeurde in 1935, toen de Poolse logger GDY 132 vastliep. Veertien mensenlevens werden toen gered.

Spr. zei voorts, dat Katwijk steeds blijk heeft gegeven van grote paraatheid, wat te danken is aan het goede oefenen. Ook tijdens deze werkzaamheden deden zich geen persoonlijke ongelukken voor.

Slechts moest de toenmalige schipper H. van der Plas, die 24 jaar het bevel op de roeireddingboot voerde eens bewusteloos aan wal worden gebracht.

Jhr. Quarles van Ufford overhandigde tenslotte de sleutels van het botenhuis aan de voorzitter van de Katwijkse commissie van de K. N. Z. H. R. M., burgemeester Woldringh van der Hoop, en droeg het commando van de ,,Baron van Kattendijke” over aan schipper C. Jonker, die sinds 1910 in dienst is van de reddingmaatschappij en in 1928 opvolger werd van schipper Van der Plas. Woorden van dank sprak jhr. Quarles van Ufford tot de heren J. Harteveld, K. Taat, C. van der Plas, J. Parlevliet en A. Jonker, die dienst deden op de roeiboot maar voor wie op de motorboot geen emplooi meer is.

De burgemeester betuigde zijn dank voor de overdracht en herinnerde aan de kracht, waarmee een jeugdherinnering kan doorwerken. Baron Van Kattendijke zag eens in zijn jeugd de roeiers van de reddingboot zwoegen en besloot later Katwijk een motorboot te schenken. Ook de burgemeester sprak zijn vertrouwen uit in de bemanning van de nieuwe boot. De bemanning is samengesteld uit C. Jonker, schipper; H. Messemaker, waarnemend schipper; G. Messemaker en C. Kruyt, matrozen; A. Jonker en C. Kuyt motodrijvers.

Voorts voerden nog het woord de heren D. C. O. Boekhoven, voorzitter van de Katwijkse Reddingbrigade, D. Meerburg als voorzitter van ,,Vuurbaak”, G. Reus, directeur van gemeentewerken en schipper Jonker.

Katwijk begroette nieuwe motorreddingsboot (1951)

Leidsch Dagblad 21 september 1951

Foto Van Rijn, Katwijk

Gisterochtend verdrongen zich op het Katwijkse strand ter hoogte van de Oude Kerk velen, die tegenwoordig wilden zijn bij de aankomst van de nieuwe motorreddingsboot, die de ouderwetse roeireddingsboot vervangt. Een paar maal was de uitvaart van de boot uit IJmuiden uitgesteld vanwege het minder gunstige weer. Gisterochtend was het echter schappelijk en om 9 uur koos de boot zee.

Deze eerste tocht werd o.m. meegemaakt door de voorzitter van de plaatselijke commissie van de N.Z.H.R.M., burgemeester Woldringh van der Hoop en de secretaris penningmeester W. Taat.

Schipper C. Jonker met zijn zes roeiers van de oude reddingsboot hadden ditmaal heel wat eenvoudiger dan op andere tochten, want het zware werk met de riemen kwam er niet meer aan te pas.

Tien paarden van de firma Parlevliet stonden gereed, toen de boot om tien voor twaalf op het strand liep en de welkomsgroeten werden uitgewisseld. Zij trokken nadien de zware boot de glooiing bij de Oude Kerk op. Met zes paarden werd de boot vervolgens via de boulevard naar het nieuwe botenhuis bij de binnensluizen gebracht.

Menig Katwijker zal die paarden, welke een aardig gezicht deze manoeuvre ook was, liever hebben zien ontbreken. Dat zou betekend hebben, dat de boot in eigen haven kon binnenlopen….

Katwijks reddingsboot in dienst gesteld…. In Wijk aan Zee (1950)

Leidsch Dagblad 13 november 1950

De nieuwe Katwijkse reddingsboot van de NZHRM, de ,,Baron van Kattendijke”, is Zaterdag aan de kust gestationneerd…. in Wijk aan Zee! Daar werd het boothuis ,,Dr Büller” geopend, waar de Katwijkse reddingsboot voorlopig een onderdak vindt en paraat zal zijn voor hulpverlening. De nieuwe motorreddingsboot ,,Dr Büller” van Wijk aan Zee is nog niet gereed en Katwijk heeft nog geen boothuis voor de Baron van Kattendijke. Vandaar dat deze boot thans in Wijk aan Zee is ondergebracht. Katwijkse autoriteiten hebben al geruime tijd geleden met de Baron van Kattendijke proef gevaren op de Zuidhollandse wateren.

Nadat schipper Bertus de Visser de vlag had gehesen op het boothuis, verdwijnt de Katwijkse reddingsboot in het tijdelijk tehuis ,, in den vreemde”.

Nieuwe Leidsche Courant 15 november 1950

Te wijk aan Zee werd het boothuis ,,Dr Büller” van de N.Z.H.R.M. geopend. De Wijkse reddingsboot is echter nog niet klaar en daarom is de Katwijkse ,,Baron van Kattendijke” er voorlopig gestationneerd, want Katwijk heeft nog geen boothuis.

OEFENING MET DE REDDINGSBOOT (1950)

Leidsch Dagblad 25 juli 1950

Het zal in September a.s. 40 jaar geleden zijn, dat de heer C. Jonker, schipper van de alhier gestationeerde roei-reddingsboot van de N.Z.H.R. Mij. lid werd van de bemanning.

De heer Jonker had goed gezien om de middag van gisteren uit te kiezen voor het houden van een oefentocht. De zee was zeer onstuimig en er stond op de kust een stevige branding. Ruim half 6 werden de 4 paarden voor de wagen gespannen. Gaandeweg groeide het aantal nieuwsgierigen, waaronder veel badgasten, om het steeds aanlokkelijke schouwspel van een oefentocht gade te slaan. De afrit bij de Oude Kerk werd afgereden en de boot, bemand met 12 koppen te water gelaten. De mannen hadden de oliejassen aan en Zuid-westers op want de tocht beloofde wat!

Bij de eerste riemslagen kwamen de stortzeeën al overboord. Nu eens verhief zij zich op de kruin van een golf, dan verzonk zij in een golfdal.

Voor de aan het strand staande toeschouwers was het een prachtig gezicht. Meer dan een uur bleef men in de kokende branding en toen de boot behouden aan het strand kwam, was er geen draad droog aan de kledij van de wakkere mannen.

Deze eerste oefeningstocht van dit jaar was opnieuw een bewijs, dat de mannen paraat zijn om bij een eventuele scheepsramp handelend te kunnen optreden.

EEN MOTOR-REDDINGSBOOT (1949)

Leidse Courant 20 oktober 1949

Katwijk heeft zich tot heden altijd beholpen met een doodgewone roei-reddingsboot en al is de noodzaak van een motorboot nog niet gebleken, men weet niet wat worden kan. In ieder geval, Katwijk zal spoedig ’n motorreddingsboot en nog wel een nieuwe krijgen. Baron van Kattendijke, vroegere leerling van de Paters Jezuiten op het St. Willibrordus-college, thans woonachtig in Zurich, blijkt Katwijk nog niet vergeten te zijn. Dit toonde hij door aan de N.Z.H.R.M. een bedrag te schenken van ƒ 25.000.- voor bovengenoemd doel.

Nieuwe motorreddingsboot voór Katwijk (1949)

Leidsch Dagblad 5 oktober 1949

Belangrijke gift van Baron van Kattendijke

Boot blijft voorlopig in Zandvoort

Gistermiddag werd de nieuwe motorreddingsboot voor Katwijk te Warmond overgedragen. Hierbij waren o.m. aanwezig de heer Tegelberg, voorzitter van de N.Z.H.R.M. en oud-directeur van de maatschappij ,,Nederland”, de heer H. Th. de Booy, directeur van de NZHRM, de heer Van Riel, bestuurslid van de NZHRM en oud-directeur van het Ned. Meteorologisch Instituut te De Bilt, de heer Hudig, president commissaris van de maatschappij ,,Nederland”, de burgemeester van Katwijk, mr. W. J. Woldriingh van der Hoop, voorzitter van de plaatselijke commissie van de NZHRM, de heer C. Jonker, schipper van de reddingboot en de heer Van Lennep als vertegenwoordiger van Baron van Kattendijke, woonachtig te Zurich, Zwitserland, schenker van de reddingsboot, en echtgenote.

De heer Van Lennep opende de rij van sprekers. Hij zeide o.m., dat Baron Van Kattendijke in zijn jonge jaren gestudeerd heeft aan het R.K. Gymnasium te Katwijk a/d Rijn. Hij heeft toen menigmaal de reddingsboot in zee zien gaan met de mannen aan de riemen.

In andere kustplaatsen werden de boten geleidelijk vervangen door motorreddingsboten, Katwijk bleef echter van zulk een vaartuig verstoken.

Baron Van Kattendijke, die al vele jaren in Zurich woont, heeft steeds belang blijven stellen in zijn verblijfplaats uit zijn jeugdjaren.

Hij schonk daarom de N.Z.H.R.M. een bedrag van ruim ƒ. 25.000.-, opdat een motorreddingboot voor Katwijk zou kunnen worden bekostigd.

Uit naam van Baron Van Kattendijke droeg de heer Van Lennep het vaartuig aan de N.Z.H.R.M. over.

De voorzitter, de heer Tegelberg, sprak zeer dankbare en erkentelijke woorden voor deze grote gift en vroeg de heer Van Lennep deze dank te willen overbrengen aan Baron Van Kattendijke.

Mevr. Van Lennep verrichtte vervolgens de doopplechtigheid. De reddingsboot draagt als naam ,,Baron Van Kattendijke”.

De stalen boot werd gebouwd op de scheepswerf ,,Nicolaas Witsen” te Alkmaar en is ongeveer 11 meter lang, 2.70 breed en heeft een diepgang van 1.20 meter. Zij kan een 30-tal schipbreukelingen opnemen. Het vaartuig is uitgerust met een Herculesmotor van 40 P.K. Ingeval van motorpech kan de boot met zeilen verder varen. De bemanning bestaat uit schipper, motordrijver en 2 of 3 matrozen.

Voorlopig zal de boot in Zandvoort verblijven, daar de Zandvoortse in reparatie is.

Te Katwijk aan Zee is er geruime tijd over beraadslaagd op welke plaats de bergloods voor de nieuwe reddingsboot zou moeten komen te staan.

Er is thans overeengekomen, dat de loods gebouwd zal worden op de Zuid-Boulevard bij het Zeehospitium.

Als deze loods klaar is zal de ,,Baron Van Kattendijke in Katwijk gestationeerd worden.

(Foto L.D./Van Vliet)
De fraaie reddingsboot tijdens een tochtje op de Leede, van genodigden, aanwezig bij de overdracht te Warmond.