2 Augustus werd te 12.30 het bericht ontvangen dat voor Katwijk een passagiersboot was omgeslagen met ongeveer 40 mensen aan boord. Onmiddellijk voer de mrb. Bernard van Leer (Scheveningen) uit en te 12.50 werd de msrb. Kurt Carlsen (Noordwijk) gelanceerd. Ook de msrb. Adriaan de Bruine (tijdelijk te Katwijk gestationeerd) werd gealarmeerd. Te 13.05 werd echter bericht ontvangen dat het een loos alarm betrof!
Aan boord: C. Kruyt -> schipper, J. Hottenga -> motordrijver, C. van Duyn -> tractordrijver, G. Harteveld, L. Rovers.
Katwijk – Helikopters van de MLD op Valkenburg en reddingboten zijn omstreeks het middaguur vergeefs op zoek geweest naar een pleziervaartuig met veertig personen aan boord, dat ter hoogte van Katwijk in de Noordzee omgeslagen zou zijn.
Bij nader onderzoek van de politie bleek, dat er van loos alarm sprake was. De plezierboot lag in de haven van Katwijk. Van wie de melding van het vliegveld Valkenburg afkomstig is en die door radio-Scheveningen werd opgevangen, is de politie niet duidelijk.
Rapport
Op vrijdag 2 aug. 1968 werd ’s Middags om half een alarm gemaakt per telefoon door motordrijver J. Hottinga , die zei dat hij reeds in het boothuis was. Er zou een plezierboot met 40 personen aan boord zijn omgeslagen. Ik ging direkt aan de voorkant met de kijkerzien, maar zag niets, evenmin dat er iets te doen was op het strand. Ik vroeg bevestiging bij de Politie-strandpost, en toen ik die eindelijk had, zeiden ze dat ze reeds minuten bezig waren om het bericht door te geven. Ik zei dat direkt de boot zou vertrekken, en op hetzelfde moment kwam ook de Heer Taat , die meteen bevel gaf, en de Heer de Best daarna. Wij hebben toen snel de boot klaargezet, en op het moment dat wij zouden wegrijden , kam een tegenbericht bij de Heer Taat binnen van de politie Aanwezig waren : C. Kruyt C. van Duijn J. Hottinga G. Hartevelt L. Rovers
Uit het alarm is m.i. gebleken dat de berichtgeving niet juist is geweest. De alarmering van onze mannen behoeft verbetering. Om verbetering tekrijgen zouden wij een en ander moeten doorspreken met de Politie .
Loos alarm
actie 3371 uit “De Reddingboot” juni 1969
2 Augustus werd te 12.30 het bericht ontvangen dat voor Katwijk een passagiersboot was opmgeslagen met ongeveer 40 mensen aan boord. Onmiddellijk voer de mrb. Bernard van Leer (Scheveningen) uit en te 12.50 werd de msrb. Kurst Carlsen (Noordwijk) gelanceerd. Ook de msrb. Adriaan de Bruine (tijdelijk te Katwijk gestationeerd) werd gealarmeerd. Te 13.05 werd echter bericht ontvangen dat het een loos alarm betrof!
KATWIJK AAN ZEE – Gisteravond heeft de reddingboot een geslaagde oefentocht gemaakt, die uiteraard vooral van de zijde der badgasten grote belangstelling trok.
Een dode man aan boord van een gisteren op de Zuid-boulevard gestrande scheepje, blijkt de 64-jarige viskoopman Ernest Thomas uit Harwich te zijn, die dinsdagmorgen om zes uur uit zijn woonplaats was vertrokken. Vanmorgen heeft de patholoog-anatoom dr. J. Zeldenrust in het Katwijkse politiebureau sectie op het stoffelijk overschot verricht. Vermoed wordt, dat de Engelsman is overleden aan een hartverlamming, terwijl hij aan het vissen was.
Het scheepje, dat een lengte heeft van ongeveer 25 meter, strandde om kwart over vier. Met de trekker van de reddingsboot werd er naar toe gereden. Aan boord vond men de Engelsman, die geen papieren bij zich had en wiens identiteit dus niet kon worden vastgesteld. De motor van het vaartuig was nog warm, het roer stond vastgezet en in de schroef bleek een stuk draad te zijn geraakt. Aan dek lag een kleine hoeveelheid gul en schol.
Uit het feit, dat het roer was vastgezet, leidde men af, dat de viskoopman door de dood was overvallen, terwijl hij aan het vissen was. Eerst deden allerlei geruchten de ronde, omdat het onwaarschijnlijk leek, dat zo’n vissersscheepje slechts één man aan boord had. Het bleek echter, dat dit wel de gewoonte is. Scheepjes als deze vissen met één of twee man vlak onder de kust van Engeland. Ze keren elke dag voordat het donker wordt huiswaarts. De heer Thomas verkocht de vis die hij ving altijd zelf.
Dinsdagavond had Radio-Scheveningen een bericht opgevangen, waarin sprake was van vermissing van de HH 22 Mollie Lass. Via het Engels consulaat trachtte de politie gisteravond achter de identiteit van de dode te komen. Nadat contact met de familie tot stand was gekomen, werd afgesproken, dat vandaag een zoon van de overleden naar Katwijk zou komen om de overbrenging van het stoffelijk overschot naar Harwich te regelen.
De ,,Mollie Lass”, die vanmorgen bij laag water helemaal droog lag en nogal wat bekijks trok, zal bij vloed naar Scheveningen worden gevaren. Vandaar wordt de terugtocht naar Engeland aanvaard.
STRANDING-RAPPORT van de Motor-Reddingboot op 27 maart 1968
Wind, weer en zee Prachtig weer Omschrijving der reis Met tractor en gereedschapwagen om 16:15 uur naar strand Ca 18 uur weer in boothuis terug. Naam van het schip HH22, Mollie Lass Waar behoort het thuis Harwich Soort van het vaartuig visserssloep Naam van de gezagvoerders Ernest Thomas Waar gestrand Reddingpost Zuid v/d Redding Brigade Komende van Harwich Bestemd naar — Is het schip vlot of wrak vlot geworden op 29/3 ‘68 geworden Hoeveel man gered geen Hoeveel man omgekomen Eigenaar Ernest Thomas lag dood op dek Wanneer gestrand 27/3 1968 ca 16 uur
OMSCHRIJVING VAN DE GEBEURTENIS
Ca 16 uur door politie opgebeld dat bootje bij Post Zuid v/d Redd. Brigade kwam aandrijven.
Om 16:15 uur met tracktor en gereedschapwagen naar strand. Er bleek op het achterdek een lijk te liggen. Door politie doodkist op gereedschapwagen gezet en met tracktor langzij gebracht en kist met lijk naar de wal gebracht. Door informatie bij Radio Scheveningen, bleek naar scheepje reeds gezocht te worden, aangezien de HH22 altijd ’s avonds voor 18 uur binnen kwam. Door een dokter werd vastgesteld dat Ernest Thomas aan hartverlamming moet gestorven zijn.
28/3 Arriveerde hier een zoon met vriend uit Harwich voor verdere regeling.
29/3 Met bootje van Redd. Brigade anker met nylon tros in zee gebracht en met hoogwater van 16 uur op winch vlot getrokken. Thomas Jr + vriend zijn toen direct naar Harwich gevaren.
Scheepje met dode man te Katwijk gestrand (1968)
Nieuwe Leidsche Courant 28 maart 1968
Tijdens het vissen hartaanval gekregen
KATWIJK – Een dode man aan boord van een gisteren op de zuidboulevard gestrande scheepje, blijkt de 64-jarige viskoopman Ernest Thomas uit Harwich te zijn, die dinsdagmorgen om zes uur uit zijn woonplaats was vertrokken. Vanmorgen heeft de patholoog-anatoom dr. J. Zeldenrust in het Katwijkse politiebureau sectie op het stoffelijk overschot verricht. Vermoed wordt, dat de Engelsman is overleden aan een hartverlamming, terwijl hij aan het vissen was.
Het scheepje, dat een lengte heeft van ongeveer 25 meter, strandde om kwart over vier. Met de trekker van de reddingsboot werd er naar toe gereden. Aan boord vond men de Engelsman, die geen papieren bij zich had en wiens identiteit dus niet kon worden vastgesteld.
De motor van het vaartuig was nog warm, het roer stond vastgezet en in de schroef bleek een stuk draad te zijn geraakt. Aan dek lag een kleine hoeveelheid gul en schol.
Eén Man Eerst deden allerlei geruchten de ronde, omdat het onwaarschijnlijk leek, dat zo’n vissersscheepje slechts één man aan boord had. Het bleek echter, dat dit wel de gewoonte is. Scheepjes als deze vissen met één of twee man vlak onder de kust van Engeland. Ze keren elke dag voordat het donker wordt huiswaarts. De heer Thomas verkocht de vis die hij ving altijd zelf.
Dinsdagavond had Radio-Scheveningen een bericht opgevangen, waarin sprake was van vermissing van de HH 22 Mollie Lass. Via het Engels consulaat trachtte de politie gisteravond achter de identiteit van de dode te komen. Nadat contact met de familie tot stand was gekomen, werd afgesproken, dat vandaag een zoon van de overleden naar Katwijk zou komen om de overbrenging van het stoffelijk overschot naar Harwich te regelen.
De ,,Mollie Lass”, die vanmorgen bij laag water helemaal droog lag en nogal wat bekijks trok, zal bij vloed naar Scheveningen worden gevaren. Vandaar wordt de terugtocht naar Engeland aanvaard.
KATWIJK AAN ZEE – Gisteravond hielden tussen Katwijk en Noordwijk de Katwijkse reddingsboot Barend Spieken en de noordwijkse reddingsboot Carl Carlsen een gezamenlijke oefening voor de kust. Door het afschieten van vuurpijlen kon men de juiste afstand bepalen van de beide boten, die bij deze oefening geen last hadden van een woelige zee. Het hoofdbestuur van de KNZHR was bij deze avondoefening vertegenwoordigd en sloeg van het strand af de prestatie gade. Een gezellig samenzijn vormde het slot van deze geslaagde oefening, die voor de ,,kijkers” op de boulevard een gezellige afwisseling betekende.
De bemanning van de Katwijkse reddingboot ,,Barend van Spreekens” van de kon. Noord- en Zuid-Hollandse Redding Maatschappij moet altijd paraat zijn. Dag en nacht. Op het eerste alarmsignaal moet kunnen worden uitgevaren om hulp te bieden aan slachtoffers van scheepsrampen of aan bemanningen van in zee gestorte vliegtuigen. Daarom wordt op de meest onverwachte tijden alarm gegeven. Het betreft dab ’n oefentocht. Dat was gisteravond ook weer het geval. Tegen zeven uur werd de bemanning opgeroepen en in zeer korte tijd was de ,,Barend van Spreekens” onder commando van schipper A. Kruyt, getrokken door een tractor bij de strandafgang voor het VVV-kantoor. Er stond een behoorlijk zeetje toen de boot in zee werd gebracht. Gevaren werd tot de deiningmeter en daarna keerde de reddingboot weer terug. De Katwijkers toonde grote belangstelling voor deze oefentocht. Het kon nog net voordat de voetbalwedstrijd Ajax – Real Madrid begon!
KATWIJK AAN ZEE– Gistermiddag omstreeks half twee heeft de bemanning van de kotter Tholen 22 de kustwacht van Scheveningen gealarmeerd, omdat zij ter hoogte van de deiningmeter voor de Katwijkse kust een in zinkende, toestand verkerende jacht signaleerde. Onmiddellijk kozen de reddingboot van Scheveningen, de Bernard van Leer, en die van Katwijk, de Barend van Spreekens, zee.
De Katwijkse reddingboot was het eerst ter plaatse. Het bleek om wrakstukken van een blauw jacht te gaan. De bemanning van de Barend van Spreekens maakte ze vast aan de reddingboot en trok ze mee naar de kant. Daar werden ze door de trekker van de KNZHRM op het strand gesleept. Ook de Bernard van Leer wist enige wrakstukken te bergen.
Geval Een onderzoek wees uit dat de wrakstukken afkomstig zijn van een Engels zeiljacht, dat in het begin van de week bij Goeree is vergaan. De opvarenden zijn dinsdagmorgen door de reddingboot van Stellendam, de Koningin Wilhelmina, veilig aan land gebracht.
Volgens de schipper van de reddingboot was het een Engels echtpaar, waarvan de vrouw uit Nederland afkomstig was. Het jacht, waarmee het echtpaar een wereldreis wilde maken, was onderweg van de startplaatsIpswich in Engeland naar Rotterdam. Voor de Nederlandse kust raakte het in moeilijkheden en sloeg het stuk. De twee opvarenden logeren nu bij familieleden van de vrouw in Den Haag.
Aanvankelijk verkeerde men in Katwijk in de veronderstelling dat het jacht ten zuiden van de plaats waar het werd aangetroffen op een zandbank was gelopen, waarna de opvarenden zich op eigen gelegenheid in veiligheid hadden weten te stellen. Informaties van de politie brachten de waarheid aan het licht. De identificatie was mogelijk doordat er nummers op het wrak stonden. De wrakstukken zijn door de politie naar de gemeentewerf gebracht.
Stukje uit krant (Leidsch Dagblad 7 juli 1965)
Jacht gezonken – Ter hoogte van Goeree is gisteren het Engelse jacht ,,Dosmere” gezonken. De twee opvarenden een echtpaar uit Ipswich, zijn door de reddingboot ,,Koningin Wilhelmina” uit Stellendam aan land gezet. De schipper van de reddingboot vermoedt, dat de Engelsen door een navigatiefout in moeilijkheden zijn geraakt: i.p.v. in de Nieuwe Waterweg zijn ze in het Goereese gat terecht gekomen. Daar is het jacht aan de grond gelopen en gezonken.
Wij kregen opdracht de kwartaal 7 Juli – 65 (rapport schipper) Alarm s middags om half 2 Vallent water Op zoek naar het frak van een jacht dat een toolse visser aan scheveningen radio heeft gemeld. Daarna zijn wij vertrokken naar toolse visser. En toen stomen wij het wrak aan bak boord zijnder ontdekten. Direct zijn van koers veranderd toen zagen wij de mast 2 a 3 meter boven water uit komen. Wij hebben toen direct een paalsteek op de mast gezet toen zijn wij zachtjes voor uit gedraaid toen kwamen er nog meer stukken boven na dat wij er aan bezig waren kwam de scheveningse redboot en de toolse visser De bemanning G. Messemaker Motordrijver Hottingga Traktordrijver C v Duin K Taat L. Rovers Bij den wagen J d Best, M vd Plas Van commissieleden Gebr Taat Blitterswijk, de Best Wrak ligt ½ mijl n.n.o. .. deiningmeter De Tolen 32 heeft opgevist een zeil + gaffel doorgegeven door radio Scheveningen.
STRANDING-RAPPORT van de Motor-Reddingboot op 8 juli 1965
Wind, weer en zee Goed weer
Tijdstip van vertrek 14:05 uur Tijdstip van terugkomst ca 17:40 uur Duur der reis ca 2 ½ uur Omschrijving der reis Om 14:05 uur uit boothuis vertrokken Om 14:22 uur boot in zee Ca 15 uur bij wrak vastgemaakt en naar wal gesleept Ca 16:30 uur aan strand alles goed en vlot verloop
Naam van het schip waarschijnlijk wrak van Engels jacht ,,Dosmere” Waar behoort het thuis Ipswich Soort van vaartuig Zeiljacht Waar gestrand bij Goeree
OMSCHRIJVING VAN DE GEBEURTENIS
Ca 13:30 bericht ontvangen via Amsterdam Hr. Prevoo dar er een gezonken jacht met gebroken mast in de nabijheid van de deining meter dreef Ca ½ mijl NNO. De vissersboot Tolen 32 had dit doorgegeven aan Radio Scheveningen. De motorreddingboot Bernard v Leer, was ongeveer gelijktijdig ter plaatse. Het wrak werd door de B v Sp vastgemaakt en naar strand gesleept, hier is het door de politie overgenomen en zijn de wrakstukken op de gemeente werf opgeborgen.
Bij het vastmaken werden de 2 scepters aan SB zijde verbogen en de SB leguaan enigszins beschadigd.
Jacht verongelukt
actie 2815 uit “De Reddingboot” juni 1966
7 juli meldde Scheveningen-radio aan station Scheveningen, dat de kotter TH 32 bij de golfmeetpaal dwars voor Katwijk aan Zee een half gezonken jacht had aangetroffen. De mrb. Bernard van Leer voer te 13.30 uit. Het blauw geschilderde Britse zeiljacht Dozmare werd gevonden, er was echter niemand aan boord. Enkele kledingstukken werden opgevist. De schipper van de reddingboot wist dat 6 juli een blauw zeiljacht bij Goeree was verongelukt, waarvan de opvarenden werden gered door de reddingboot van Stellendam.
Hij nam contact op met de Kon. Z.H.M.t.R.v.S. en het bleek wel zeker te zijn dat dit hetzelfde jacht was. De Bernard van Leer keerde terug en meerde te 16.30 af. Wind w., 3.
De eigenaar van het jacht kwam ’s avonds naar Scheveningen en herkende de opgeviste kleren. De msrb. Barend van Spreekens (station Katwijk aan Zee), eveneens uitgevaren naar het ronddrijvende jacht, nam dit op sleeptouw naar het strand. De tractor trok het wrak op het droge. De wrakstukken zijn door de politie naar de gemeentewerf gebracht.
Aan boord: G. Messemaker -> schipper, J. Hottenga, L. Rovers.
In de nacht van 22 op 23 .Januari 1965 ontsnapte de gemeente Katwijk aan een ramp. Net na 12.00 uur scheerde in de nachtelijke vrieskou een Neptune van het Marinevliegkamp Valken burg over de daken van het dorp, om een paar honderd meter uit de kust in zee neer te storten. Twee jeugdige vliegtuigmakers, vliegtuigmaker der 1e klasse F.J.P. Blok(21) en vliegtuigmaker radio- radarmonteur H.J. van Oostende (21), hadden die nacht kans gezien de wacht te misleiden met de mededeling dat zij een van de voor het Opsporings- en Reddingsdienst (O.S.R.D.) gereedstaande vliegtuigen startklaar moesten maken. Zij taxieden klokslag middernacht echter naar de startbaan, stegen op en, zoals gezegd, scheerden laag over het slapende Katwijk om iets verder in zee neer te storten.
Late wandelaars hadden in de nacht van vrijdag op zaterdag de Neprune 212 van Valkenburg over zien komen en met een daverende klap, het vliegtuig had voor circa 15 uur vliegen brandstof aan boord, in zee zien storten. Kort daarop zagen zij een knipperend lichtje snel in zuidelijke richting afdrijven.
De reddingstations in Scheveningen, Katwijk en Noordwijk werden direct gealarmeerd en kamen terstond in actie, Uit Scheveningen vertrok de motorreddingboot “Brandaris” terwijl vanuit Katwijk en Noordwijk respectievelijk de “Barend van Spreekens” en “Kurt Carlsen” in zee Staken. De reddingboten zochten de redelijk kalme zee met grote zoekslagen af. Met een noordwester wind kracht 4 was het ijzig koud.
Op de Boulevard van Katwijk richtten de door de klap opgeschrikte bestuurders van tientallen auto’s hun koplampen richting zee, in de hoop in het vale licht iets te kunnen onderscheiden. Ook de verscheidene parachutefakkels, die van de reddingboten afgeschoten werden, verlichtte de zee om mogelijke drenkelingen op te speuren. Pas twee uur ’s nachts werd door de “Barend van Spreekens” een leeg, half opgeblazen reddingvlot aangetroffen. Iets daarvoor werden enkele wrakstukken van een vliegtuig uit zee gehaald. Daarmee was vast komen te staan dat het daadwerkelijk om een marine-vliegtuig ging. In eerste instantie had name1ijk het marinevliegkamp Valkenburg laten weten, dat daar geen toestel vermist werd.
De zoekpoging van de “Barend van Spreekens” en “Kurt Carlsen” werd rond 5.00 uur gestaakt. De Brandaris bleef doorzoeken en werd met het dag worden geassisteerd door een marine-vliegtuig en een helikopter. Men ontdekte een olievlekje vlak voor de kust van katwijk, waar een boei werd uitgegooid. Door op die plek te dreggen kon men een “obstakel” lokaliseren. Deze gegevens werden doorgegeven aan “Hare majesteit Woerden’: Dit duik- werkschip van de Marine was inmiddels ter plekke gearriveerd, Nader onderzoek toonde aan dat het hier inderdaad om het neergestorte vliegtuig ging. Ook werden er nu meer wrakstukken en een deel van het logboek van de Neptune 212 uit zee gevist.
Beide vliegtuigmakers bleken bij het neerstorten omgekomen te zijn. Enige dagen later werden de stoffelijke overschotten van de twee geborgen. De twee moeten tijdens de inslag uit de cockpit zijn geslingerd.
De bemanning van de “Barend van Spreekens” bestond uit schipper G. Messemaker, motordrijver A. Jonker en opstapper, L. Rovers, J. Hottenga en P. van Duijn.
23 Januari 1965 (rapport schipper)
Alarm zaterdag nacht om 12:15. Brandend vliegtuig van vliegveld Valkenburg was neergestordt Op hoogte van Zuid Boulevard. Westen windt windt kracht van 3 – 4. Aan boord van den Reddingboot G. Messemaker, C Kruyt, L. Rovers, P v Duijn Motordrijver A. Jonker Bij den wagen J d Best, M v d Plas Aanwezig van den Commissie leden Bebr. Taat, meneer van Marlen, De Best Lancering was goed geslaagd nadat wij 1 uur op zee waren hadden wij een stuk Reddings vlot opgepikt. Na lang zoeken hebben wij niets meer kunnen ontdekken Terug komst was ’s morgens om 7 uur.
STRANDING-RAPPORT van de Motor-Reddingboot op 23 januari 1965
Wind, weer en zee Westenwind Windkr. 3 á 4 goed weer zicht goed Tijdstip van vertrek 24:15 uit Boothuis 24:50 gelanceerd Tijdstip van terugkomst 5:30 aan de strand 6:30 in Boothuis Duur der reis ca 5 uur Omschrijving der reis De boot werd vlot gelanceerd ter hoogte van de oude kerk, het was laag water er liep dus eb. De boot stoomde direct Zuid aan en vond ca 3 km ten Zuiden van het wrak een gedeelte van een dinghy, dit werd aan boord gehaald, de dinghy bleek geheel gescheurd te zijn. Verder gezocht tot 5 uur toen via Scheveningen terug geroepen.
Naam van het schip Vliegtuig Waar behoort het thuis Valkenburg Hoeveel bemanning 2 man Waar gestrand ca 500 mtr uit laagwaterlijn in zee gestort Komende van Valkenburg Bestemd naar ? ? Hoeveel man gered geen Hoeveel man omgekomen twee
OMSCHRIJVING VAN DE GEBEURTENIS
Ca 24:05 werd ik opgebeld door C. Kruyt dat er een vliegtuig brandend in zee was gestort. Ik belde direct Valkenburg O.S.R.R. 3841, kreeg een zeer vaag antwoord, hierna direct de bemanning gewaarschuwd. Aangezien na de laatste storm de afrit bij de oude kerk het gunstigst was, werd besloten hier op strand te rijden en konden wij hier recht voor lanceren. Als de boot in zee was belde ik nogmaals Valkenburg op en kreeg ik eindelijk antwoord, dat het een militair vliegtuig was met waarschijnlijk 2 man aan boord, alles was zeer geheimzinnig. Op mijn vraag of er van Valkenburg nog hulp kwam, kreeg ik het antwoord, dat de redding actief voorbereid werd. Kort voor 3 uur arriveerde dan ook een vliegtuig !!
Neptune vliegtuig in zee gestort
actie 2756 uit “De Reddingboot” juni 1966
23 Januari 00.30 startte een Neptune-vliegtuig van het Marinevliegkamp Valkenburg brandend in zee op +/- 400 m uit de kust ter hoogte van Katwijk aan Zee. Twee jeugdige vliegtuigmakers hadden kans gezien de wacht om de tuin te leiden met de mededeling, dat zij het voor de Opsporings- en Reddingsdienst gereedstaande Neptune-vliegtuig startklaar moesten maken. Zij taxieden naar de startbaan, stegen op en scheerden laag over het slapende Katwijk.
Even later stortte de Neptune brandend in zee.
De reddingstations Scheveningen, Katwijk aan Zee en Noordwijk aan Zee werden gealarmeerd en kwamen terstond in actie. Uit Scheveningen vertrok de mrb. Brandaris, terwijl ook de motorstrandreddingboten Barend van Spreekens en Kurt Carlsen (resp. Katwijk aan Zee en Noordwijk aan Zee) werden gelanceerd. De reddingboten zochten de zee af: verscheidene parachutefakkels werden afgeschoten. Slechts enkele wrakstukken van het vliegtuig konden worden opgepikt. De zoekpogingen van de Barend van Spreekens en Kurt Carlsen werden te 05.00 gestaakt; de Brandaris zocht van 07.30 af in samenwerking met een marinevliegtuig. Bij een olievlek werd een boeitje geplaatst. Hier werden met een dreg obstakels gevoeld: dit gaf men door aan Hr. Ms. “Woerden”, welk schip ook ter plaatse was. Vóór de komst van Hr. Ms. Woerden was een rubberboot met marinepersoneel van het strand af in zee gestoken. Toen de Brandaris dit bootje praaide stond het halfvol water. De bemanning van de reddingboot hielp met leeghozen en voorzag enkele opvarenden van zwemvesten. Te 12.25 keerde de Brandaris naar Scheveningen terug. Afgemeerd 13.00 Wind n.w., 4-5.
Aan boord: G. Messemaker -> Schipper, A. Jonker -> motordrijver, C. van Duyn, L. Rovers.
13 juni 21.40 kreeg station Katwijk aan Zee bericht, dat een zeiljacht was gestrand recht voor het uitwateringskanaal en om hulp vroeg. De msrb. Barend van Spreekens werd te 22.10 gelanceerd.
Onweerachtig weer. Poging om het jacht, de Fram, vlot te trekken mislukten omdat het water vallend was. Het weer verbeterde en de 5 opvarenden van het jacht bleven aan boord. In de vroege ochtend van 14 juni met hoog water, zijn zij er in geslaagd het jacht vlot te trekken. De Barend van Spreekens keerde te middernacht terug.
De schipper van de Farm betuigde, mede namens zijn bemanning, schriftelijk dank voor het doortastende optreden van de schipper en bemanning van de reddingboot. Hij schreef o.a.: “Alhoewel de pogingen het jacht vlot te trekken mislukten was het voor ons toch een bijzondere geruststelling te weten, dat de reddingboot in zo korte tijd paraat kon worden gemaakt. Wij hebben dan ook met een veel geruster gemoed de nacht aan boord kunnen doorbrengen.” Hij gaf de verzekering niet nagelaten te hebben de loftrompet voor de K.N.Z.H.R.M. te steken bij vrienden en bekenden.
Aan boord: G. Messemaker -> Schipper, A. Jonker -> motordrijver, C. van Duyn, J. Hottenga, C. Kruyt, L. Rovers.
Jacht “De Fram” voor Katwijk op zandplaat
Leidsch dagblad 15 juni 1964
Reddingboot voer uit; opvarenden bleven aan boord
(van één onzer redacteuren)
Tijdens het onweer dat gepaard ging met hevige windstoten en veel regen, is zaterdagavond voor de kust tussen Noordwijk en Katwijk het jacht “De Fram”, komende uit Den Helder, in moeilijkheden gekomen.
De schipper, ir. A. J. van Liere, had de zeilen gestreken en probeerde met behulp van de buitenboordmotor de Uitwatering in Katwijk aan Zee binnen te lopen. Dat lukte echter niet, want het scheepje liep vost op een zandplaat.
Een van de opvarenden – er waren drie heren en een dame aan boord – zag zwemmende en wadende kans het strand te bereiken, waar hij contact opnam met de Kon. Noord- en Zuid-Hollandse Reddingmaarschappij.
De heer N. Taat, secretaris-penningmeester van de plaatselijke commissie van deze maatschappij, gaf direct schipper H. Messemaker opdracht met de reddingboot zee te kiezen.
Dat gebeurde omstreeks half elf. Door het lage water kon men echter niet dicht genoeg bij het jacht komen. Het gevolg was, dat enige bemanningsleden, wadende over de vele ondiepten van de zandplaat, probeerden het jacht te bereiken. Daarin slaagden zij. Zij hebben toen een lijn aan het jacht bevestigd en getracht het scheepje vlot te trekken, zonder esultaat echter daarna heeft de schipper nog gevraagd of er opvarenden naar de vaste wal gebracht moesten worden, doch alle vier verkozen zij aan boord te blijven en hoogtij af te wachten.
Bij hoog water is “De Fram” zondagmorgen in alle vroegte weer losgekomen en heeft de zeereis voortgezet.
2den Kwartaal 13 Juni – 64 (Rapport schipper)
Zaterdag avondt om streeks ½ 10 kregen wij bericht van N Taat Om naar het jacht uit te zien. Dat voor de uitmonding op de zandbank was vast gelopen. Hij trachten de uitmonding van de ouwe rijn in te gaan wegens gebrek aan Benzine. Ongeveer om 8 uur was hij Zaterdag avond daar aangekomen uit den Helder op weg naar scheveningen Wij hebben eerst geprobeert van den zand bank los te trekken Door het vallende water was kregen wij geen kans meer om hem af te trekken. Aan boord bevonden zich 4 bemanning leden plus 1 vrouw persoon Wij hebben ongeveer 1 uur bezig gewwest om hem af te trekken Aan boort van de redboot G. Messemaker, A Jonker, K Kruijt, Hottingga, L rovers trektordrijver C. v Duijn bij den wagen J. d Best, M v d Plas. Van den commissie leden Gebr Taat Het was verlopig weer. Toen hebben wij den Boot in den uitmonding van de watering gelegd, zijn met de bemanning naar de boot toegezwomen. Zij wilde het scheepje niet verlaten Ik heb met Taat gesproken. Toen zijn wij naar het botenhuis terug gegaan.
G Messemaker
Ir. A. J . van Liere Den Haag , 26 /6 1964. Elviraland 13
Mijne Heren , Bij deze wil ik graag namens de bemanning en mijzelf mijn bijzondere dank enwaardering uitspreken voor het doortastende optreden van schipper en bemanning van de in Katwijk gestationeerde reddingsloep van d e K. N. Z . H . R . M., bij de stranding van mijn schip op 13 juni 1964 opde zandplaat van de uitwatering te Katwijk . Alhoewel de pogingen het jacht vlot te krijgen mislukten, was het voor ons toch een bijzondere geruststelling te weten dat de reddingboot in zo korte tijd paraat gemaakt kon worden, Wehebben dan ook met een veel geruster gemoed de nacht aan boord kunnen doorbrengen . Zoals U bekend zal zijn is het schip ’s morgens vroeg bij hoog water weer vlot gekomen.
Tot slot kan ik U verzekeren dat ik niet nagelaten heb de loftrompet voor de K .N.Z. H. R . M. bij vrienden en bekenden te steken.
In de machinekamer van de treiler KW. 55 “Johanna Lydia” van de N.V. Rederij, haring- en nettenhandel v.h. N. Haasnoot in Katwijk aa Zee heeft zich gistermiddag op de Noordzee tussen Katwijk en Noordwijk een hevige explosie voorgedaan. Schipper H. Messemaker liet direct via Scheveningen Radio noodseinen uitzenden. Van alle kanten schoot hulp toe. Ook de reddingboten van Katwijk, Noordwijk en Scheveningen kozen onmiddellijk zee. Er waren geen gewonden.
Van het vliegkamp Valkenburg steeg een toestel van de Marine Luchtvaart dienst op, dat de in de buurt varende schepen de weg wees naar de KW. 55, die zich op ongeveer drie mijl ten noordwesten van Katwijk bevond. De sleepboot “Gelderland” van het Bureau Wijsmuller vertrok op volle kracht uit IJmuiden en de “ Noordzee” van L. Smit en Co verliet de Berghaven in Hoek van Holland.
De KW. 55 “Johanna Lydia” was van IJmuiden op weg naar Bolnes, waar het schip de gebruikelijke schoonmaakbeurt zou ondergaan. Aan boord bevonden zich ook enige familieleden van de opvarenden.
Drukte op Boulevard
Op de Boulevard van Katwijk aan Zee was het direct nnadat men gehoord had, dat de KW. 55 noodseinen had uitgezonden en dat de reddingboot was uitgevaren, een drukte van belang. Overal stond men door verrekijkers te kijken naar het schip, dat aan de horizont duidelijk zichtbaar was.
Men zag de reddingboten zich naar het schip spoeden, men constateerde, dat marineschepen en kotters zich spoedig in de buurt bevonden, men zag het vliegtuig uit Valkenburg boven de treiler rondcircelen en tenslotte nam men waar, dat de sleepboot “Gelderland” de KW. 55 bereikte.
Vastgemaakt
Duidelijk was door de verrekijkers te zien, dat de “Gelderland” om tien over zes vastmaakte. Er was een contract afgesloten op Lloyds Open Form. De sleepboot bracht de treiler naar Hoek van Holland, waar een kleinere sleper uit Europoort de taak overnam en de KW. 55 naar Bolnes bracht.
Aan boord van de “Johanna Lydia” deden zich geen persoonlijke ongevallen voor. Wel was er een geweldige hitte-ontwikkeling, waardoor het dek gloeiend heet werd en de vloerplaten in de machinekamer opbolden. In de loop van de avond koelden de platen echter langzaam af.
Het is bij onderzoek gebleken, dat de ontploffing zich heeft voorgedaan in het carter aan de bakboordzijde van de hoofdmotor.
Ontploffing in machinekamer KW 55
actie 2642 uit “De Reddingboot” juni 1965
16 april vertrok de mrb. Brandaris te 17.00 uit de haven van Scheveningen op het bericht, dat brand was uitgebroken aan boord van de KW 55 “Johanna Lydia”, liggende +/- 3’ n.w. van Katwijk.
Wind z.o., 3, goed weer.
Ter plaatse gekomen, bleek een ontploffing te hebben plaats gevonden in de machinekamer, waarna door de bemanning de toegangen tot de machinekamer waren gesloten. Na aankomst van de sleepboot Gelderland werd de m.k. geopend; de brand was gedoofd maar door de ontploffing waren carterdeksels afgerukt en vloerplaten ontzet. De kotter die geen water maakte, werd door de Gelderland naar Rotterdam gesleept. De Brandaris keerde te 23.00 terug in de haven van Scheveningen.
Ook de motorstrandreddingboten Kurt Carlsen (Noordwijk aan Zee), en Barend van Spreekens (Katwijk aan Zee) gingen in zee om zo nodig hulp te bieden aan de KW 55 en bleef standby tot 20.20.
Terug op strand 21.15 en boothuis 21.50. De Barend van Spreekens werd te 17.30 gelanceerd en keerde te 20.00 terug aan het strand.
Aan boord: G. Messemaker -> schipper, A. Jonker -> Motordrijver, C. van Duyn, J. Hottenga, C. Kruyt, L. Rovers.
Donderdag 16 April 1964 (Rapport Schipper)
Alarm voor Redboot 16 April ’s middags om 5 uur Kotter Katwijk 55. Die overstomend was kreeg explosie in den machinekamer 5.30 stomen wij Noordwest voor opdracht was 3 mijl uit de kust. De 1ste Redboot was de Kurt Carlsen De 2de Redboot was de Brandaris De 3de Redboot was de Barend van Spreekens Aan boort bevonden zich G. Messemaker, A Jonker, C Kruijt, L RoversJ Hottingga. Commissielid A Taat Bij de wagen bevond zich J. d Best, M v d Plas. Traktordrijver L. v Duijn. De Commissieleden N Taat en de Bes