Katwijk aan ramp ontsnapt (1965)

In de nacht van 22 op 23 .Januari 1965 ontsnapte de gemeente Katwijk aan een ramp. Net na 12.00 uur scheerde in de nachtelijke vrieskou een Neptune van het Marinevliegkamp Valken burg over de daken van het dorp, om een paar honderd meter uit de kust in zee neer te storten. Twee jeugdige vliegtuigmakers, vliegtuigmaker der 1e klasse F.J.P. Blok(21) en vliegtuigmaker radio- radarmonteur H.J. van Oostende (21), hadden die nacht kans gezien de wacht te misleiden met de mededeling dat zij een van de voor het Opsporings- en Reddingsdienst (O.S.R.D.) gereedstaande vliegtuigen startklaar moesten maken. Zij taxieden klokslag middernacht echter naar de startbaan, stegen op en, zoals gezegd, scheerden laag over het slapende Katwijk om iets verder in zee neer te storten.

Late wandelaars hadden in de nacht van vrijdag op zaterdag de Neprune 212 van Valkenburg over zien komen en met een daverende klap, het vliegtuig had voor circa 15 uur vliegen brandstof aan boord, in zee zien storten. Kort daarop zagen zij een knipperend lichtje snel in zuidelijke richting afdrijven.

De reddingstations in Scheveningen, Katwijk en Noordwijk werden direct gealarmeerd en kamen terstond in actie, Uit Scheveningen vertrok de motorreddingboot “Brandaris” terwijl vanuit Katwijk en Noordwijk respectievelijk de “Barend van Spreekens” en “Kurt Carlsen” in zee Staken. De reddingboten zochten de redelijk kalme zee met grote zoekslagen af. Met een noordwester wind kracht 4 was het ijzig koud.

Op de Boulevard van Katwijk richtten de door de klap opgeschrikte bestuurders van tientallen auto’s hun koplampen richting zee, in de hoop in het vale licht iets te kunnen onderscheiden. Ook de verscheidene parachutefakkels, die van de reddingboten afgeschoten werden, verlichtte de zee om mogelijke drenkelingen op te speuren. Pas twee uur ’s nachts werd door de “Barend van Spreekens” een leeg, half opgeblazen reddingvlot aangetroffen. Iets daarvoor werden enkele wrakstukken van een vliegtuig uit zee gehaald. Daarmee was vast komen te staan dat het daadwerkelijk om een marine-vliegtuig ging. In eerste instantie had name1ijk het marinevliegkamp Valkenburg laten weten, dat daar geen toestel vermist werd.

De zoekpoging van de “Barend van Spreekens” en “Kurt Carlsen” werd rond 5.00 uur gestaakt. De Brandaris bleef doorzoeken en werd met het dag worden geassisteerd door een marine-vliegtuig en een helikopter. Men ontdekte een olievlekje vlak voor de kust van katwijk, waar een boei werd uitgegooid. Door op die plek te dreggen kon men een “obstakel” lokaliseren. Deze gegevens werden doorgegeven aan “Hare majesteit Woerden’: Dit duik- werkschip van de Marine was inmiddels ter plekke gearriveerd, Nader onderzoek toonde aan dat het hier inderdaad om het neergestorte vliegtuig ging. Ook werden er nu meer wrakstukken en een deel van het logboek van de Neptune 212 uit zee gevist.

Beide vliegtuigmakers bleken bij het neerstorten omgekomen te zijn. Enige dagen later werden de stoffelijke overschotten van de twee geborgen. De twee moeten tijdens de inslag uit de cockpit zijn geslingerd.

De bemanning van de “Barend van Spreekens” bestond uit schipper G. Messemaker, motordrijver A. Jonker en opstapper, L. Rovers, J. Hottenga en P. van Duijn.

23 Januari 1965 (rapport schipper)

Alarm zaterdag nacht om 12:15. Brandend vliegtuig van vliegveld Valkenburg was neergestordt Op hoogte van Zuid Boulevard. Westen windt windt kracht van 3 – 4.
Aan boord van den Reddingboot G. Messemaker, C Kruyt, L. Rovers, P v Duijn
Motordrijver A. Jonker
Bij den wagen J d Best,  M v d Plas
Aanwezig van den Commissie leden Bebr. Taat, meneer van Marlen, De Best
Lancering was goed geslaagd nadat wij 1 uur op zee waren hadden wij een stuk Reddings vlot opgepikt.
Na lang zoeken hebben wij niets meer kunnen ontdekken
Terug komst was  ’s morgens om 7 uur.

STRANDING-RAPPORT van de Motor-Reddingboot
op 23 januari 1965

Wind, weer en zee          Westenwind Windkr. 3 á 4 goed weer zicht goed
Tijdstip van vertrek        24:15 uit Boothuis
                                            24:50 gelanceerd
Tijdstip van terugkomst 5:30 aan de strand
                                            6:30 in Boothuis
Duur der reis                    ca 5 uur
Omschrijving der reis     De boot werd vlot gelanceerd ter hoogte van de oude kerk, het was laag water er liep dus eb. De boot stoomde direct Zuid aan en vond ca 3 km ten Zuiden van het wrak een gedeelte van een dinghy, dit werd aan boord gehaald, de dinghy bleek geheel gescheurd te zijn. Verder gezocht tot 5 uur toen via Scheveningen terug geroepen.

Naam van het schip        Vliegtuig
Waar behoort het thuis Valkenburg
Hoeveel bemanning        2 man
Waar gestrand                 ca 500 mtr uit laagwaterlijn in zee gestort
Komende van                   Valkenburg
Bestemd naar                   ? ?
Hoeveel man gered         geen
Hoeveel man omgekomen   twee

OMSCHRIJVING VAN DE GEBEURTENIS

Ca 24:05 werd ik opgebeld door C. Kruyt dat er een vliegtuig brandend in zee was gestort.
Ik belde direct Valkenburg O.S.R.R. 3841, kreeg een zeer vaag antwoord, hierna direct de bemanning gewaarschuwd. Aangezien na de laatste storm de afrit bij de oude kerk het gunstigst was, werd besloten hier op strand te rijden en konden wij hier recht voor lanceren. Als de boot in zee was belde ik nogmaals Valkenburg op en kreeg ik eindelijk antwoord, dat het een militair vliegtuig was met waarschijnlijk 2 man aan boord, alles was zeer geheimzinnig. Op mijn vraag of er van Valkenburg nog hulp kwam, kreeg ik het antwoord, dat de redding actief voorbereid werd. Kort voor 3 uur arriveerde dan ook een vliegtuig !!

Neptune vliegtuig in zee gestort

actie 2756 uit “De Reddingboot” juni 1966

23 Januari 00.30 startte een Neptune-vliegtuig van het Marinevliegkamp Valkenburg brandend in zee op +/- 400 m uit de kust ter hoogte van Katwijk aan Zee. Twee jeugdige vliegtuigmakers hadden kans gezien de wacht om de tuin te leiden met de mededeling, dat zij het voor de Opsporings- en Reddingsdienst gereedstaande Neptune-vliegtuig startklaar moesten maken. Zij taxieden naar de startbaan, stegen op en scheerden laag over het slapende Katwijk.

Even later stortte de Neptune brandend in zee.

De reddingstations Scheveningen, Katwijk aan Zee en Noordwijk aan Zee werden gealarmeerd en kwamen terstond in actie. Uit Scheveningen vertrok de mrb. Brandaris, terwijl ook de motorstrandreddingboten Barend van Spreekens en Kurt Carlsen (resp. Katwijk aan Zee en Noordwijk aan Zee) werden gelanceerd. De reddingboten zochten de zee af: verscheidene parachutefakkels werden afgeschoten. Slechts enkele wrakstukken van het vliegtuig konden worden opgepikt. De zoekpogingen van de Barend van Spreekens en Kurt Carlsen werden te 05.00 gestaakt; de Brandaris zocht van 07.30 af in samenwerking met een marinevliegtuig. Bij een olievlek werd een boeitje geplaatst. Hier werden met een dreg obstakels gevoeld: dit gaf men door aan Hr. Ms. “Woerden”, welk schip ook ter plaatse was. Vóór de komst van Hr. Ms. Woerden was een rubberboot met marinepersoneel van het strand af in zee gestoken. Toen de Brandaris dit bootje praaide stond het halfvol water. De bemanning van de reddingboot hielp met leeghozen en voorzag enkele opvarenden van zwemvesten. Te 12.25 keerde de Brandaris naar Scheveningen terug. Afgemeerd 13.00 Wind n.w., 4-5.

Aan boord: G. Messemaker -> Schipper, A. Jonker -> motordrijver, C. van Duyn, L. Rovers.

Jacht gestrand (1964)

actie 2664 uit “De Reddingboot” juni 1965

13 juni 21.40 kreeg station Katwijk aan Zee bericht, dat een zeiljacht was gestrand recht voor het uitwateringskanaal en om hulp vroeg. De msrb. Barend van Spreekens werd te 22.10 gelanceerd.

Onweerachtig weer. Poging om het jacht, de Fram, vlot te trekken mislukten omdat het water vallend was. Het weer verbeterde en de 5 opvarenden van het jacht bleven aan boord. In de vroege ochtend van 14 juni met hoog water, zijn zij er in geslaagd het jacht vlot te trekken. De Barend van Spreekens keerde te middernacht terug.

De schipper van de Farm betuigde, mede namens zijn bemanning, schriftelijk dank voor het doortastende optreden van de schipper en bemanning van de reddingboot. Hij schreef o.a.: “Alhoewel de pogingen het jacht vlot te trekken mislukten was het voor ons toch een bijzondere geruststelling te weten, dat de reddingboot in zo korte tijd paraat kon worden gemaakt. Wij hebben dan ook met een veel geruster gemoed de nacht aan boord kunnen doorbrengen.” Hij gaf de verzekering niet nagelaten te hebben de loftrompet voor de K.N.Z.H.R.M. te steken bij vrienden en bekenden.

Aan boord: G. Messemaker -> Schipper, A. Jonker -> motordrijver, C. van Duyn, J. Hottenga, C. Kruyt, L. Rovers.

Jacht “De Fram” voor Katwijk op zandplaat

Leidsch dagblad 15 juni 1964

Reddingboot voer uit; opvarenden bleven aan boord

(van één onzer redacteuren)

Tijdens het onweer dat gepaard ging met hevige windstoten en veel regen, is zaterdagavond voor de kust tussen Noordwijk en Katwijk het jacht “De Fram”, komende uit Den Helder, in moeilijkheden gekomen.

De schipper, ir. A. J. van Liere, had de zeilen gestreken en probeerde met behulp van de buitenboordmotor de Uitwatering in Katwijk aan Zee binnen te lopen. Dat lukte echter niet, want het scheepje liep vost op een zandplaat.

Een van de opvarenden – er waren drie heren en een dame aan boord – zag zwemmende en wadende kans het strand te bereiken, waar hij contact opnam met de Kon. Noord- en Zuid-Hollandse Reddingmaarschappij.

De heer N. Taat, secretaris-penningmeester van de plaatselijke commissie van deze maatschappij, gaf direct schipper H. Messemaker opdracht met de reddingboot zee te kiezen.

Dat gebeurde omstreeks half elf. Door het lage water kon men echter niet dicht genoeg bij het jacht komen.
Het gevolg was, dat enige bemanningsleden, wadende over de vele ondiepten van de zandplaat, probeerden het jacht te bereiken.
Daarin slaagden zij. Zij hebben toen een lijn aan het jacht bevestigd en getracht het scheepje vlot te trekken, zonder esultaat echter daarna heeft de schipper nog gevraagd of er opvarenden naar de vaste wal gebracht moesten worden, doch alle vier verkozen zij aan boord te blijven en hoogtij af te wachten.

Bij hoog water is “De Fram” zondagmorgen in alle vroegte weer losgekomen en heeft de zeereis voortgezet.

Schipper H. Messemaker en motordrijver C. Jonker (vooraan) keren met de andere bemanningsleden van “De Fram” naar de reddingboot terug. (Inzet) (foto L.D. / Jaap v. Duijn, Katw. a/Z)

2den Kwartaal 13 Juni – 64 (Rapport schipper)

Zaterdag avondt om streeks ½ 10 kregen wij bericht van N Taat Om naar het jacht uit te zien. Dat voor de uitmonding op de zandbank was vast gelopen. Hij trachten de uitmonding van de ouwe rijn in te gaan wegens gebrek aan Benzine.
Ongeveer om 8 uur was hij Zaterdag avond daar aangekomen uit den Helder op weg naar scheveningen
Wij hebben eerst geprobeert van den zand bank los te trekken
Door het vallende water was kregen wij geen kans meer om hem af te trekken.
Aan boord bevonden zich 4 bemanning leden plus 1 vrouw persoon
Wij hebben ongeveer 1 uur bezig gewwest om hem af te trekken
Aan boort van de redboot G. Messemaker, A Jonker, K Kruijt, Hottingga, L rovers trektordrijver C. v Duijn bij den wagen J. d Best, M v d Plas.
Van den commissie leden Gebr Taat
Het was verlopig weer. Toen hebben wij den Boot in den uitmonding van de watering gelegd, zijn met de bemanning naar de boot toegezwomen.
Zij wilde het scheepje niet verlaten
Ik heb met Taat gesproken. Toen zijn wij naar het botenhuis terug gegaan.

G Messemaker

Ir. A. J . van Liere                                             Den Haag , 26 /6 1964.
Elviraland 13

Mijne Heren ,
Bij deze wil ik graag namens de bemanning en mijzelf
mijn bijzondere dank en waardering uitspreken voor het
doortastende optreden van schipper en bemanning van de
in Katwijk gestationeerde reddingsloep van d e K. N. Z . H . R . M.,
bij de stranding van mijn schip op 13 juni 1964 op de
zandplaat van de uitwatering te Katwijk . Alhoewel de
pogingen het jacht vlot te krijgen mislukten, was het
voor ons toch een bijzondere geruststelling te weten
dat de reddingboot in zo korte tijd paraat gemaakt kon
worden, We hebben dan ook met een veel geruster gemoed
de nacht aan boord kunnen doorbrengen . Zoals U bekend
zal zijn is het schip ’s morgens vroeg bij hoog water
weer vlot gekomen.

Tot slot kan ik U verzekeren dat ik niet nagelaten heb
de loftrompet voor de K .N.Z. H. R . M. bij vrienden en bekenden
te steken.

Inmiddels verblijf ik met de meeste Hoogachting ,

Ontploffing aan boord van de treiler KW 55 (1964)

Leidsch Dagblad 17 april 1964

Drie mijl ten noordwesten van Katwijk

Geen gewonden bij de opvarenden

(Van onze visserijredacteur)

In de machinekamer van de treiler KW. 55 “Johanna Lydia” van de N.V. Rederij, haring- en nettenhandel v.h. N. Haasnoot in Katwijk aa Zee heeft zich gistermiddag op de Noordzee tussen Katwijk en Noordwijk een hevige explosie voorgedaan. Schipper H. Messemaker liet direct via Scheveningen Radio noodseinen uitzenden. Van alle kanten schoot hulp toe. Ook de reddingboten van Katwijk, Noordwijk en Scheveningen kozen onmiddellijk zee. Er waren geen gewonden.

Van het vliegkamp Valkenburg steeg een toestel van de Marine Luchtvaart dienst op, dat de in de buurt varende schepen de weg wees naar de KW. 55, die zich op ongeveer drie mijl ten noordwesten van Katwijk bevond. De sleepboot “Gelderland” van het Bureau Wijsmuller vertrok op volle kracht uit IJmuiden en de “ Noordzee” van L. Smit en Co verliet de Berghaven in Hoek van Holland.

De KW. 55 “Johanna Lydia” was van IJmuiden op weg naar Bolnes, waar het schip de gebruikelijke schoonmaakbeurt zou ondergaan. Aan boord bevonden zich ook enige familieleden van de opvarenden.

Drukte op Boulevard

Op de Boulevard van Katwijk aan Zee was het direct nnadat men gehoord had, dat de KW. 55 noodseinen had uitgezonden en dat de reddingboot was uitgevaren, een drukte van belang. Overal stond men door verrekijkers te kijken naar het schip, dat aan de horizont duidelijk zichtbaar was.

Men zag de reddingboten zich naar het schip spoeden, men constateerde, dat marineschepen en kotters zich spoedig in de buurt bevonden, men zag het vliegtuig uit Valkenburg boven de treiler rondcircelen en tenslotte nam men waar, dat de sleepboot “Gelderland” de KW. 55 bereikte.

Vastgemaakt

Duidelijk was door de verrekijkers te zien, dat de “Gelderland” om tien over zes vastmaakte. Er was een contract afgesloten op Lloyds Open Form. De sleepboot bracht de treiler naar Hoek van Holland, waar een kleinere sleper uit Europoort de taak overnam en de KW. 55 naar Bolnes bracht.

Aan boord van de “Johanna Lydia” deden zich geen persoonlijke ongevallen voor. Wel was er een geweldige hitte-ontwikkeling, waardoor het dek gloeiend heet werd en de vloerplaten in de machinekamer opbolden. In de loop van de avond koelden de platen echter langzaam af.

Het is bij onderzoek gebleken, dat de ontploffing zich heeft voorgedaan in het carter aan de bakboordzijde van de hoofdmotor.

Ontploffing in machinekamer KW 55

actie 2642 uit “De Reddingboot” juni 1965

16 april vertrok de mrb. Brandaris te 17.00 uit de haven van Scheveningen op het bericht, dat brand was uitgebroken aan boord van de KW 55 “Johanna Lydia”, liggende +/- 3’ n.w. van Katwijk.

Wind z.o., 3, goed weer.

Ter plaatse gekomen, bleek een ontploffing te hebben plaats gevonden in de machinekamer, waarna door de bemanning de toegangen tot de machinekamer waren gesloten. Na aankomst van de sleepboot Gelderland werd de m.k. geopend; de brand was gedoofd maar door de ontploffing waren carterdeksels afgerukt en vloerplaten ontzet. De kotter die geen water maakte, werd door de Gelderland naar Rotterdam gesleept. De Brandaris keerde te 23.00 terug in de haven van Scheveningen.

Ook de motorstrandreddingboten Kurt Carlsen (Noordwijk aan Zee), en Barend van Spreekens (Katwijk aan Zee) gingen in zee om zo nodig hulp te bieden aan de KW 55 en bleef standby tot 20.20.

Terug op strand 21.15 en boothuis 21.50. De Barend van Spreekens werd te 17.30 gelanceerd en keerde te 20.00 terug aan het strand.

Aan boord: G. Messemaker -> schipper, A. Jonker -> Motordrijver, C. van Duyn, J. Hottenga, C. Kruyt, L. Rovers.

Donderdag 16 April 1964 (Rapport Schipper)

Alarm voor Redboot 16 April ’s middags om 5 uur Kotter Katwijk 55. Die overstomend was kreeg explosie in den machinekamer 5.30 stomen wij Noordwest voor opdracht was 3 mijl uit de kust.
De 1ste Redboot was de Kurt Carlsen
De 2de Redboot was de Brandaris
De 3de Redboot was de Barend van Spreekens
Aan boort bevonden zich G. Messemaker, A Jonker, C Kruijt, L RoversJ Hottingga. Commissielid A Taat
Bij de wagen bevond zich J. d Best, M v d Plas.
Traktordrijver L. v Duijn. De Commissieleden N Taat en de Bes

Katwijkers redden vier man van gestrand scheepje (1961)

Nieuwe Leidsche Courant 24 februari 1961

In alle vroegte is vanmorgen in Katwijk een schip gestrand. Om vijf uur liep de dicht onder de kust vissende garnalenkotter Arnemuiden 2 “De vrouwe Leentje” ongeveer recht voor de uitwatering aan de grond, waarmee voor de vier koppen tellende bemanning een angstig avontuur begon. Hun scheepje werd door de felle, korte golfslag onophoudelijk tegen een zandbank geslingerd, en het duurde niet lang of er werd flink water gemaakt. In een uur tijds stond het vooronder geheel blank en even later begonnen de golven al over het dek te slaan, terwijl de kotter zwaar slagzij ging maken. De opvarenden kregen het behoorlijk te kwaad en zwaaiden en schreeuwden uit alle macht om de aandacht te trekken. De pompen werkten niet, de motor was uitgevallen en het gevaar van omslaan was niet denkbeeldig.

Om half acht werd de secretaris-penningmeester van de Katwijkse afdeling van de KNZHRM, de heer N. Taat, door de kustwacht gewaarschuwd, die onmiddellijk groot alarm sloeg. De bemanning van de reddingboot was snel op de been, waarna de Barend van Spreekens haastig naar het strand werd gereden, om enkele ogenblikken later onder commando van schipper Gijs Messemaker zee te kiezen. Om kwart over acht konden de uitgeputte en doornatte opvarenden van de in nood verkerende kotter overspringen, waarna zij met gezwinde spoed naar het kantoor van de heer Taat aan het Prins Hendrikkanaal werden gebracht.

Schrik

Om een grote, warme kachel geschaard, hebben zij daar een deel van de morgen doorgebracht om over de schrik en teleurstelling heen te komen. Vooral voor schipper-eigenaar P. Meulemeester (59 jaar) uit Arnemuiden betekent de stranding een flinke schadepost.”De vrouwe Leentje” moet als verloren worden beschouwd en er loopt weliswaar een verzekering, maar hoe lang duurt het niet voordat je een nieuw schip hebt ? “Ik was aan deze kotter gewend, ik voer er al zo lang op. In vind het en nare belevenis.

Gelukkig hebben de Katwijkers goed voor ons gezorgd. Mijn zoons Jan en Piet (27 en 21 jaar) en mijn neef Marinus (24) kunnen het me nazeggen: we hadden het benauwd. En we zagen ze op de wal wel in een bepaalde richting wijzen, maar we dachten dat de reddingboot helemaal uit Scheveningen moest komen. Het was voor ons een geweldige meevaller, dat jullie zo’n ding hier hebben.

Er moet een sterke motor in zitten, want hij was zo bij ons.

Het was een vreselijke bedoening aan boord van mijn scheepje. Tegen het eind stond alles onder water, we waren onze laarzen kwijt, we konden nergens meer bij en vijftig kilo vis en honderd kilo garnalen zijn verdwenen. Het zond waarin we steeds meer wegzakten schuurde alles weg”.

Jan Marinus en Piet – allen ook uit Arnemuiden – beaamden de woorden van de schipper. “We waren blij, dat die Katwijkers kwamen. Het was hoogste tijd.”

Nieuwe Leidsche Courant 24 februari 1961)
Schipper Meulmeester, zijn twee zoons en zijn neef, nauwelijks van de schrik bekomen, vertellen wat zij hebben beleefd. Zij werden in het kantoor van de heer Taat voorzien van droge kleren en kregen een hartversterkertje. (Foto D. Kruyt)

ARM2 “De Vrouw Leuntje” gestrand

actie 2258 uit “De Reddingboot” juni 1962

24 februari 07.30 kreeg het reddingstation Katwijk aan Zee bericht, dat een scheepje was gestrand bij de uitwatering en de bemanning om hulp vroeg. Wind z.w., 5, korte golfslag.

Direct werd de bemanning van de msrb. Barend van Spreekens gealarmeerd. Reeds te 08.00 kon deze worden gelanceerd. Vijf en twintig minuten later waren de vier opvarenden van de hengst ARM 2 behouden aan wal gebracht. “De Vrouw Leuntje”was t.g.v. slecht zicht op een bank vastgelopen en liep vol water. 25 februari is het vaartuig door de sleepboot Titan van N.V. Bureau Wijsmuller geborgen.

Bemanning: G. Messemaker – schipper, A. Jonker – motordrijver, P. van Duyn, C. Kruyt, J. Kuyt, L. Rovers.

Vrijdag 24 febru. 1961. (Rapport Schipper)

’s Morgen om 5 uur liep de kotter de Armuiden 2 Vrouwleentje aan de grond die zijn visserij uitoefende op de hoogte van Katwijk a/zee op de uitmonding van de Oude Rijn.
Wij kregen bericht van de kustwacht dat de Vrouwleentje in nood zat.
De Katwijkse Redboot voor half 8 uit om de bemanning van de Vrouwleentje van boord te halen en wij slaagde er in dit zo snel mogelijk te doen.
Aan boordt bevonden zich schipper G. Messemaker Motordrijver Anton Jonker Matroos Rovers, P. v Duijn en J. Kuyt.
Aan de waen de Commissie lede Gebr. Taat Men v d Plas en Blitterswijk.
Bij de wagen bevondt zich M. v d Plas J de Best en Kruyt.

De bemanningsleden van de Vrouwleentje zijn naar het Kantoor van Gebr Taat gebracht.
Daar zijn zij voorzien van droge kleren en andere benodigheden.
Heden middag bij eb zullen wij trachten er wat kleren aftehalen en benodigde andere waar de Schipper G. Messemaker zal de bemanning assistentie verlenen.

STRANDING-RAPPORT van de Motor-Reddingboot Barend v. Spreekens
Op 24 februari 1961

Wind, weer en zee : Zuid west, goed weer korte golfslag
Tijdstip van vertrek : 7 uur
Tijdstip van terugkomst : 8.25 uur
Duur der reis : Ca 25 minuten
Omschrijving der reis : Boot ten Noorden van uitwateringskanaal gelanceerd. Aan BB van Arm 2 achterop vastgezet, Bemanningsleden overgenomen en in het uitwateringskanaal gevaren.
Naam van het schip : ARM 2 ,,De Vrouw Leuntje”
Waar behoort het thuis : ARNEMUIDEN
Soort van het vaartuig : HENGST (garnalenvisser)
Naam van de gezagvoerders : P. Meulmeester adres Schoolstr 17 Arnemuiden
Hoeveel bemanning : 4 man (vader 2 zoons 1 neef alle Meulmeester)
Waar gestrand : even ten Noorden uitwateringskanaal
Komende van : IJmuiden
Bestemd naar : Scheveningen
Geladen met  : vis
Is het schip vlot of wrak geworden : vlot
Hoeveel man gered : 4 man
Hoeveel man omgekomen : geen
Wanneer gestrand : 24/2 61 om Ca 5 uur
Wanneer is de redding geschied :  24/2 61 om Ca 8 uur

OMSCHRIJVING VAN DE GEBEURTENIS
Op 24/2 1961 om 730 telefonis bericht ontvangen van kustwacht dar er een botter bij de watering vast zat en de bemanning om hulp vroeg.
Om 8 uur werd de msrb BvSpr gelanceerd en om 825 uur waren de bemanningsleden van de Arm 2 aan wal.
De Arm 2 was ……. aan de grond gekomen en zat vast op de kant, waar het schip lek geslagen en gezonken is maakte veel slagzijde. De hengst is Zaterd 25/2 ’s middags door Wijsmuller uit IJm. geborgen.

Avenger vliegtuig maakt noodlanding op zee (1960)

actie 2154 uit “De Reddingboot” juni 1961

28 januari kwamen de reddingstations Scheveningen, Katwijk aan Zee, Noordwijk aan Zee en IJmuiden in actie op het te 15.45 resp. 16.00 ontvangen bericht, dat een vliegtuig van het Marine Vliegkamp Valkenburg, type Grumman Avenger, op 10 a 15’ bewesten Katwijk aan Zee een noodlanding had moeten maken. De motorreddingboten Doris Rijkers (Scheveningen) en Neeltje Jacoba (IJmuiden) voeren direct uit. Te Katwijk aan Zee en Noordwijk aan Zee werden respectievelijk de motorreddingboten Baron van Kattendijke en Kurt Carlsen gelanceerd. Wind w.z.w. tot z.w.t.w.,7 ruwe, aanschietende zee.

Toen de Dorus Rijkers de plaats van het ongeval had bereikt (17.25) werd bericht ontvangen dat Hr. Ms. Hadda, die zich toevallig in de buurt bevond, de piloot had opgepikt. De Dorus Rijkers en Neeltje Jacoba keerden terug en arriveerde resp. te 19.00 en 18.30 te Scheveningen en IJmuiden. De motorstrandreddingboten werden teruggeroepen d.m.v. aan de wal afgeschoten lichtkogelseinen (één rode lichtkogel betekent “keer terug naar haven”). Te 19.00 keerden de “Baron van Kattendijke” en “Kurt Carlsen” na een ruwe tocht terug op strand te Katwijk aan Zee resp. Noordwijk aan Zee.

De piloot van het Avenger vliegtuig had t.g.v. motorstoring op zee moeten landen. Hij klom onmiddellijk op de rechtervleugel en haalde de grote dinghy uit de romp van het toestel. In zeer korte tijd was deze vol lucht. Ruim een minuut nadat hij zich op het rubbervlot in veiligheid had gebracht, verdween het vliegtuig in de golven. De piloot schoot lichtkogels af en, juist toen hij zijn laatste kogel had verschooten, naderde Hr. Ms. Hadda.

 De bemanning van de Baron van Kattendijke was: G. Messenmaker, schipper A. Jonker, motordrijver C. Kruijt en K.R. Taat.

M.L.D.-Vliegtuig viel in zee
Piloot behouden

Leidse Courant 29 januari 1960

Gistermiddag omstreeks tien minuten over half vier is een Grumman “Avenger” van de Marine Luchtvaart Dienst op een afstand van 15 tot 20 mijl van het marinevliegkamp Valkenburg in de Noordzee gevallen. Het toestel was op een zgn. “lokale vlucht”, wat betekent, dat het een vlucht maakte in de buurt van het marinevliegkamp. De piloot, de sergeant-vlieger P. J. Jong uit Katwijk aan den Rijn, werd gered en is ongedeerd. Hij was de enige inzittende.
Onmiddellijk na het bekend worden van het ongeluk is een Lockheed “Neptune” van de M.L.D. opgestegen benevens een “Beechcraft” en een helikopter van de Marine Opsporings Reddingdienst. Uit IJmuiden voer de “Neeltje Jacoba” uit, terwijl de reddingboot “Dorus Rijkers” om kwart voor vier de haven van Scheveningen verliet. De piloot werd echter gered door het patrouillevaartuig “Hadda” en omstreeks zes uur in Scheveningen aan land gebracht.
Toestellen van het type Grumman “Avanger” worden bij de Marine Luchtvaart Dienst gebruikt voor oefeningen in het opsporen en bestrijden van onderzeeboten. Bij dit soort oefeningen vliegen de “Avengers” meestal in paren. Een van de toestellen is uitgerust met apparatuur om onderzeeboten op te sporen en het andere met middelen om zulk een boot te vernietigen. Ze bieden plaats aan maximaal drie personen.

Gistermiddag is een “Avenger” van Marine Luchtvaartdienst op ongeveer vijftien kilometer uit de kust, ter hoogte van Katwijk, in de Noordzee gestort. De vlieger, P. J. Jong uit Katwijk, kon echter ongedeerd worden opgepikt en kon enkele uren na het ongeval al weer gelukkig lachend met de fotograaf over zijn avontuur praten.

(Uit rapport)

Baron v Kattendijke op den 28 januari 1960

Wind, weder en zee                     Zuidwest, slecht weer, woelige zee
Tijdstip van vertrek                     16 uur
Tijdstip van terugkeer                19 uur
Duur der reis                                   3 uur
Omschrijving der reis                 Via Kustwacht bericht dat ten westen van Katwijk vliegtuig
was neergestort.
                                                           Om 4.40 was de boot in zee.
                                                           6 – bericht dat vlieger gered was.
                                                           Rode lichtkogel afgeschoten waarna boot terug keerde.

Ook op het strand van Katwijk wordt paraatheid onderhouden (1959)

Nieuwe Leidsche Courant 18 juni 1959

De zee kan onveilig zijn en daarom wordt aan de stranden regelmatig geoefend door hen, op wie mensen in nood – menselijkerwijs gesproken – zijn aangewezen. Zo zagen wij gisteravond om een uur of zeven ter hoogte van de Voorstraat te Katwijk aan Zee de reddingboot weer uitvaren. De bemanning was bijeen voor haar periodieke oefening. Vooral van de zijde der gasten bestond voor de oefening grote belangstelling. De oefening verliep overeenkomstig de opzet.

(Foto D. Kruyt)

Katwijkse reddingsboot heeft nieuwe schipper (1959)

Nieuwe Leidsche Courant 14 maart 1959

Foto D. Kruyt

Gistermiddag is de schippersbevoegdheid van de reddingsboot te Katwijk aan Zee officieel overgedragen aan de heer G. Messemaker.

Burgemeester H. Duiker verwelkomde de directeur van de K.N.Z.H.R.M., de heer H. Th de Booij, de toekomstige directeur, de heer Ch. van der Zweep, en leden van de bemanning. De heer De Booij memoreerde de taak van de reddingsmaatschappij en wees op de plichten van de schipper. Hij bedankte de afwezige oudschipper C. Jonker en installeerde de heer Messemaker tot schipper van de Katwijkse boot. In zijn woorden betrok hij ook de heer P. Rovers, een lid van de bemanning, die wegens zijn leeftijd afscheid neemt. Zijn plaats wordt ingenomen  door zijn zoon, de heer L. Rovers. De directeur overhandigde de heer Rovers de onderscheiding van de maatschappij en de daarbij behorende oorkonde.

Op de foto feliciteert de heer De Booij (rechts) schipper Messemaker. Op de voorgrond: de burgemeester.

Loos alarm.(1957)

1957 Loos alarm.
7 Januari werd de bemanning van de msrb. “Baron van  Kattendijke” gealarmeerd toen bericht werd ontvangen, dat een Amerikaans legervliegtuig in zee zou zijn gestort. De bemanning was zeer snel ter plaatse en 20 minuten nadat de schipper het bericht had ontvangen reed de tractor Zeepaard de “Baron van Kattendijke” naar het strand. Even later kwam het bericht, dat de bommenwerper terecht was.

(Verslag schipper C. Jonker)
In de avond van Maandag 7 Januari 1957, werd mij Schipper C. Jonker kennis gegeven door de heer N. Taat dat er vermoedelijk een vliegtuig in zee was gevallen ten N. van Scheveningen.
Met bovenstaande gegevens heb ik onmiddellijk in opdracht het personeel gewaarschuwd en verzocht zich zoo spoedig mogelijk naar het boothuis begeven.
Na ongeveer 20 minuten was de boot gereed om weg te rijden.
Onder toezicht van de pl. Commissie vertrok de boot naar strand.
Onderweg werd ons medegedeeld, dat het vliegtuig was teruggekeerd.

Militaire Jeep gered.

Militaire Jeep gered.
9 December is een militaire jeep bij Noordwijk door de vloed verrast; alleen het bovengedeelte van  de kap bleef zichtbaar. Aangezien station Noordwijk tijdelijk zonder tractor zat, is de tractor zeepaard van Katwijk aan Zee naar Noordwijk gegaan. Een kornet en een korporaal van de 158ste afd . Zware Lua trotseerde het koude water om de Hercules loper van het takel aan de jeep te bevestigen. Van dit moeilijke karwei kweten zij zich voortreffelijk. Vervolgens trok de tractor de jeep op het droge.
De  kosten werden ons door de 158ste afd. Zware Lua vergoed.