Reformatorisch Dagblad 22 december 2003
KATWIJK AAN ZEE – Medewerkers van de kustwacht en de reddingsbrigade KNRM hebben zaterdag bij Katwijk aan Zee een dode bultrug op het strand getrokken. Het dode dier is ongeveer 8 meter lang en weegt 8 ton, zo heeft de politie laten weten.
Het dier werd rond het middaguur ontdekt, tien het voor de kust dreef. Rond halfeen zagen reddingswerkers kans de bultrug op het strand te trekken. Volgens Naturalis in Leiden is het dier verdronken doordat het in de netten van vissers is vast komen te zitten.
Het dier is zaterdagmiddag naar een terrein van gemeentewerken vervoerd, waar het door medewerkers van Naturalis wordt ontleed. Het museum wil het skelet hebben.
Het gebeurt maar zelden dat een bultrug aanspoelt; met andere diersoorten, zoals potvissen en bruinvissen, gebeurt dit vaker.
De Eerste Hulp Bij Zeezoogdieren (EHBZ) schat dat de bultrug tussen de zeven en negen maanden oud is. De staart van het dier ontbreekt. Professor Smeenk van Naturalis denkt dat vissers die hebben afgesneden om het dier uit hun netten te bevrijden.
Het is normaal dat bultruggen in deze periode van het jaar vanuit de Noordelijke IJszee naar de Atlantische Oceaan zwemmen.
‘Deze bultrug had een heel akelig einde’ (2003)
Leidsch Dagblad 22 december 2003,
Conservator Naturalis pleit voor verbod staandwantvisserij
Door Roza van der Veer
KATWIJK – De bultrugwalvis die zaterdag op het Katwijkse strand aanspoelde, is heel akelig aan zijn eind gekomen. Het dier is volgens Chris Smeenk, conservator zoogdieren van het Leidse Naturalis, verstrikt geraakt in visnetten en na een lange worsteling verdronken. De dood van het jonge dier – naar schatting tien meter lang – was volgens een boze Smeenk te voorkomen geweest als de Nederlandse overheid de staandwantvisserij had verboden. En daar vervolgens op zou controleren. Want de meeste staandwantvisserij voor de Nederlandse kust is illegaal.
De vaak kilometers lange nettenmuren, die verticaal in zee hangen, maken jaarlijkse talloze slachtoffers. ,,Wat deze bultrug is overkomen, overkomt jaarlijks honderden bruinvissen. Ook zij verdrinken en belanden op het strand. Uiteindelijk komen ze dan bij ons op de snijtafel waar we kunnen zien waaraan ze zijn doodgegaan.”
De dode bultrug die zaterdag door de boten van de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij op het Katwijkse strand werd geduwd, is volgens Smeenk in een zogeheten warnet terechtgekomen. Dat zijn grote kluwen net die aan stokken zijn vastgemaakt en vaak rond een scheepswrak worden neergezet. Daar verblijft veel vis en dus is een goede vangst gegarandeerd. Bruinvissen merken met hun gevoelige sonar wel de grote hoeveelheid vis in de netten op, maar zien niet de dunne nylondraden van de netten. De dolfijnen raken vast, gaan spartelen en raken steeds meer verward. Uiteindelijk verdrinken ze omdat ze niet meer naar de oppervlakte kunnen komen om adem te halen. De bultrug overkwam volgens Smeenk hetzelfde.
,,Het flinterdunne nylondraad – nog geen millimeter dik – is als een operatiezaag dwars door zijn buik en rug gegaan. Het zat tot op het spierweefsel, zo heeft het dier geworsteld. Het moet ontzettend veel pijn hebben gehad voor het verdronk.”
De acht meter lange walvis, die ongeveer een jaar oud was, was nog vergezeld van zijn moeder. ,,Die moet in de buurt zijn geweest. Toen het jong dood was, is het blijkbaar doorgezwommen. Dat hoop ik in ieder geval, want ik ga niet graag weer naar het Katwijkse strand voor nog een gestrande bultrug.
Maar de kans is aanwezig.
De eigenaren van het net moeten het dode dier hebben gevonden en losgesneden. Daarbij werd een flipper en de complete staartvin weggesneden. ,,Die vissers hebben in ieder geval geen leuke dag gehad”, Aldus Smeenk.
Dode bultrug zorgt voor spektakel
Jonge walvis slachtoffer van illegale staandwantvisserij
Vervolg van voorpagina
KATWIJK – De dode bultrug die zaterdag aanspoelde op het Katwijkse strand is volgens Naturalis-conservator Chris Smeenk tussen Hoek van Holland en Katwijk verdronken. ,,Eerder bij Katwijk dan bij Hoek van Holland. Want het dier was zaterdag nog helemaal vers. Hij kan nooit van ver zijn gekomen. Volgens Smeenk is staandwantvisserij de walvis fataal geworden. ,,Staandwantvisserij mag niet, maar gebeurt echt overal, ook in Katwijk. Maar wie het zijn geweest, kom je nooit te weten. Iedereen houdt zijn mond.”
Het is Smeenk ook niet te doen om de bewuste vissers te achterhalen. Hij is vooral boos dat de staandwantvisserij in Nederland wordt gedoogd. ,,Af en toe doet de kustwacht wat. Mondjesmaat, dus de pakkans is heel erg klein. Het ministerie van Landbouw en Visserij zegt ondertussen dat het niet gebeurt voor de Nederlandse kust. En nu zo’n groot dier de dood vindt, roept iedereen ach en wee. Maar het gebeurt gewoon elke dag.”
Smeenk kondigt in januari een rapport aan over staandwantvisserij. ,,Wij tonen bijvoorbeeld aan dat zeker vijftig procent van de honderden dood aangespoelde bruinvissen als bijvangst is verdronken in zo’n net. Het is echt een grote ellende. Wat er nu is gebeurt, is een droeve illustratie van het probleem.”
En dat het droevig is, vinden ook de meeste belangstellenden die zaterdag op het Katwijkse strand een kijkje komen nemen. Ondanks de storm en de regen zijn tientallen belangstellenden naar het strand gekomen om de bultrug – de tweede die ooit op een Nederlands strand is terechtgekomen – te bekijken. Kleuters prikken met hun vingertjes in de grote vis’ en vinden het ‘zielig’. En zij niet alleen. Ook volwassenen zijn stil bij de aanblik van de acht meter lange en naar schatting acht ton zware walvis.
Fototoestellen klikken en videocamera’s snorren. ,,Want zoiets zie je toch nooit”, meldt een Katwijkse die met haar twee zoons een kijkje is komen nemen. Ze blijven tot het dier zaterdagmiddag om half vier wordt afgevoerd naar de Katwijkse gemeentewerf. De toeschouwers die dan pas arriveren, en de vele belangstellenden die zondag nog een kijkje op het strand komen nemen, hebben pech. Zij treffen alleen nog een paar donkergekleurde bloedplasjes op het strand aan.
De bultrug, die ’s winters in de tropen verblijft en zomers in de wateren voor Canada is te vinden, hoort niet in de Noordzee. Deze dode bultrug en zijn moeder waren verdwaald en dat is het jong uiteindelijk fataal geworden.
Naturalis heeft nog geen skelet van deze walvissoort. En dat blijft zo, want ook dit skelet wordt zeker niet opgesteld in het Leidse museum. Weliswaar gaat vandaag een team van Naturalis aan de slag om het skelet van het dier te redden. Maar omdat het om een heel jong dier gaat, is opstellen in het museum niet aan de orde. ,,De schedel bestaat nog helemaal uit kraakbeen. Dat gaat krullen en krimpen. Daar blijft niet veel van over. Bovendien is het skelet niet helemaal compleet omdat de staartvin en een flipper ontbreken. Nee, dit wordt geen topstuk uit onze collectie”, aldus Smeenk.
De conservator had op zich graag een compleet skelet van een bultrug gehad. De enkele maanden geleden op de Maasvlakte gevonden bultrug was ook niet geschikt voor expositie. Het skelet van dat dier, dat op de rug was aangespoeld, was veel te zwaar beschadigd. ,,De schedel was helemaal aan barrels. Dar was echt waardeloos.” Als de bultrug wel geschikt was geweest voor expositie dan was dat ook zeker gebeurd. ,,Al hadden we wel een plekje moeten vrijmaken voor zo’n groot dier.”
Vandaag wordt de bultrug door het team van Smeenk aan stukken gesneden op de Katwijkse gemeentewerf. Het grootste gedeelte wordt afgevoerd naar een destructiebedrijf. Wel worden door de dierenarts monsters genomen van de organen. Alleen de botten worden uiteindelijk schoongemaakt en geprepareerd om in een kist bewaard te blijven.
De werkzaamheden op de Katwijkse gemeentewerf gaan zeker een dag duren. Lekker ruiken doet deze klus niet, verklaart Smeenk. Zaterdag op het strand kwam er al een flinke stank uit de bek van het toen nog verse dier. Ook de darminhoud van de vis werd naar buiten geperst dat het rottingsproces in de ingewanden al was begonnen. ,,De bultrug heeft zo’n dikke speklaag dat binnenin een soort broeieffect ontstaat. Dat drukt de darmen leeg en zorgt voor stank uit de bek. Het kan gaan opzwellen. Dat hoor je nog weleens bij potvissen die veelal openbarsten. Dat kan ook hier gebeuren. Maar we kijken wel uit. Smeenk is blij dat zijn collega’s en hij op de Katwijkse gemeentewerf mogen werken. ,,Want daar hebben ze echt wel een hoop rommel van. Het ontleden van zo’n dier is gewoon een bloederige boel.”