Leidsch Dagblad 3 augustus 1939
Het was verwonderlijk, hoe spoedig zoo velen op de hoogte waren, dat gisteravond om 10 uur de reddingboot der N. Z. H. R. M. in zee zou gaan. Ter hoogte van de Oude Kerk stond het lang voor tienen reeds zwart van de menschen en dat was evenzeer ’t geval op het strand bij den afrit. Onder de vele aanwezigen bevonden zich veel bad gasten, voor wie dit een interessante gebeurtenis was. Om het geheele schouwspel goed te kunnen gadeslaan stond op den duinreep een schijnwerper opgesteld, waarvan het licht door een handdynamo werd voortgebracht. Opdat er bij het voortrekken der paarden in de halve duisternis geen ongelukken zouden voorvallen, had de politie zorg gedragen voor voldoende ruimte om het wagenstel met de boot erop te kunnen laten passeeren. Toen de boot door de paarden van het wagenstel was afgetrokken, stapte de bemanning met oliejas, zwemvesten en Zuidwester aan boord. Op commando van schipper C. Jonker werden de riemen gehanteerd en voer de boot de zee in. Vergeleken bij ’s middags, toen er een flinke branding stond, was de zee vrij kalm, zoodat het niet veel moeite kostte om de boot door de branding in de volle zee te koersen. Bij het licht van den schijnwerper kon men de boot in haar loop volgen. Ongeveer drie kwartier duurde deze oefening, toen omstuwd door een groote menigte de reddingboot naar het boothuis werd teruggebracht. Van de plaatselijke commissie der N. Z. H. R. M. was bij deze oefening vertegenwoordigd de heer W. Taat.
Nieuwe Leidsche Courant 4 augustus 1939
Ditmaal was het een avondoefening die men hield met de reddingsboot onder leiding van den stoeren commandant C. Jonker. Men had een zoeklicht op de duinreep opgesteld, dat zijn stralen over de zee wierp, hetgeen een imposant schouwspel opleverde.
Vele badgasten hebben een uurtje kranig werk gezien van onze reddingsmannen. Om circa kwart voor elf was de oefentocht afgeloopen.