actie 2154 uit “De Reddingboot” juni 1961
28 januari kwamen de reddingstations Scheveningen, Katwijk aan Zee, Noordwijk aan Zee en IJmuiden in actie op het te 15.45 resp. 16.00 ontvangen bericht, dat een vliegtuig van het Marine Vliegkamp Valkenburg, type Grumman Avenger, op 10 a 15’ bewesten Katwijk aan Zee een noodlanding had moeten maken. De motorreddingboten Doris Rijkers (Scheveningen) en Neeltje Jacoba (IJmuiden) voeren direct uit. Te Katwijk aan Zee en Noordwijk aan Zee werden respectievelijk de motorreddingboten Baron van Kattendijke en Kurt Carlsen gelanceerd. Wind w.z.w. tot z.w.t.w.,7 ruwe, aanschietende zee.
Toen de Dorus Rijkers de plaats van het ongeval had bereikt (17.25) werd bericht ontvangen dat Hr. Ms. Hadda, die zich toevallig in de buurt bevond, de piloot had opgepikt. De Dorus Rijkers en Neeltje Jacoba keerden terug en arriveerde resp. te 19.00 en 18.30 te Scheveningen en IJmuiden. De motorstrandreddingboten werden teruggeroepen d.m.v. aan de wal afgeschoten lichtkogelseinen (één rode lichtkogel betekent “keer terug naar haven”). Te 19.00 keerden de “Baron van Kattendijke” en “Kurt Carlsen” na een ruwe tocht terug op strand te Katwijk aan Zee resp. Noordwijk aan Zee.
De piloot van het Avenger vliegtuig had t.g.v. motorstoring op zee moeten landen. Hij klom onmiddellijk op de rechtervleugel en haalde de grote dinghy uit de romp van het toestel. In zeer korte tijd was deze vol lucht. Ruim een minuut nadat hij zich op het rubbervlot in veiligheid had gebracht, verdween het vliegtuig in de golven. De piloot schoot lichtkogels af en, juist toen hij zijn laatste kogel had verschooten, naderde Hr. Ms. Hadda.
De bemanning van de Baron van Kattendijke was: G. Messenmaker, schipper A. Jonker, motordrijver C. Kruijt en K.R. Taat.
M.L.D.-Vliegtuig viel in zee
Piloot behouden
Leidse Courant 29 januari 1960
Gistermiddag omstreeks tien minuten over half vier is een Grumman “Avenger” van de Marine Luchtvaart Dienst op een afstand van 15 tot 20 mijl van het marinevliegkamp Valkenburg in de Noordzee gevallen. Het toestel was op een zgn. “lokale vlucht”, wat betekent, dat het een vlucht maakte in de buurt van het marinevliegkamp. De piloot, de sergeant-vlieger P. J. Jong uit Katwijk aan den Rijn, werd gered en is ongedeerd. Hij was de enige inzittende.
Onmiddellijk na het bekend worden van het ongeluk is een Lockheed “Neptune” van de M.L.D. opgestegen benevens een “Beechcraft” en een helikopter van de Marine Opsporings Reddingdienst. Uit IJmuiden voer de “Neeltje Jacoba” uit, terwijl de reddingboot “Dorus Rijkers” om kwart voor vier de haven van Scheveningen verliet. De piloot werd echter gered door het patrouillevaartuig “Hadda” en omstreeks zes uur in Scheveningen aan land gebracht.
Toestellen van het type Grumman “Avanger” worden bij de Marine Luchtvaart Dienst gebruikt voor oefeningen in het opsporen en bestrijden van onderzeeboten. Bij dit soort oefeningen vliegen de “Avengers” meestal in paren. Een van de toestellen is uitgerust met apparatuur om onderzeeboten op te sporen en het andere met middelen om zulk een boot te vernietigen. Ze bieden plaats aan maximaal drie personen.
(Uit rapport)
Baron v Kattendijke op den 28 januari 1960
Wind, weder en zee Zuidwest, slecht weer, woelige zee
Tijdstip van vertrek 16 uur
Tijdstip van terugkeer 19 uur
Duur der reis 3 uur
Omschrijving der reis Via Kustwacht bericht dat ten westen van Katwijk vliegtuig
was neergestort.
Om 4.40 was de boot in zee.
6 – bericht dat vlieger gered was.
Rode lichtkogel afgeschoten waarna boot terug keerde.