OEFENINGSTOCHT MET NIEUWE REDDINGSBOOT (1939)

Leidsch Dagblad 3 oktober 1939

Een geslaagde proefneming.

Het was gistermorgen bij prachtig herfstweer, dat de reddingsboot van de N.Z.H.R. Mij. een oefentocht in zee hield. Onder de talrijke toeschouwers bevonden zich thans vele werklooze visschers. Deze tocht, gelijk zoovele vorige onder leiding van schipper C. Jonker had een goed verloop. Mede in de boot stapte met oliejas, zwemvest en Zuid-wester de heer H. Th. De Booy secretaris van de N.Z.H.R. Mij. uit Amsterdam. Op het strand waren ook aanwezig de burgemeester mr. W. J. Woldringh v. d. Hoop en de heeren D. Taat en W. Taat.

De tegenwoordigheid van den heer de Booy stond in verband met de proef met een wagen, waarop reddingsmiddelen vervoerd worden, als een vuurpijltoestel, kisten met lijnen, een lijnkanon, enz. Deze wagen was door de Gebr. Taat gemaakt en werd voor de eerste maal hier op het strand geprobeerd. Onder den wagen zijn ijzeren wielen aangebracht, die 40 centimeter breed zijn met een diameter van 80 centimeter. Op het harde gedeelte van het strand konden twee paarden met gemak den wagen trekken. In het mulle zand bleek dit niet mogelijk; toen moesten er 4 paarden voor. De heer de Booy was over de resultaten van deze proefneming voldaan; de wielen zakten hoegenaamd niet in het zand weg. Deze wagen er twee andere van hetzelfde soort zullen eerst op de noordelijke eilanden gestationeerd worden. De overige stations van de Maatschappij zullen dan volgen.

Avondoefening met de Reddingboot (1939)

Leidsch Dagblad 3 augustus 1939

Het was verwonderlijk, hoe spoedig zoo velen op de hoogte waren, dat gisteravond om 10 uur de reddingboot der N. Z. H. R. M. in zee zou gaan. Ter hoogte van de Oude Kerk stond het lang voor tienen reeds zwart van de menschen en dat was evenzeer ’t geval op het strand bij den afrit. Onder de vele aanwezigen bevonden zich veel bad gasten, voor wie dit een interessante gebeurtenis was. Om het geheele schouwspel goed te kunnen gadeslaan stond op den duinreep een schijnwerper opgesteld, waarvan het licht door een handdynamo werd voortgebracht. Opdat er bij het voortrekken der paarden in de halve duisternis geen ongelukken zouden voorvallen, had de politie zorg gedragen voor voldoende ruimte om het wagenstel met de boot erop te kunnen laten passeeren. Toen de boot door de paarden van het wagenstel was afgetrokken, stapte de bemanning met oliejas, zwemvesten en Zuidwester aan boord. Op commando van schipper C. Jonker werden de riemen gehanteerd en voer de boot de zee in. Vergeleken bij ’s middags, toen er een flinke branding stond, was de zee vrij kalm, zoodat het niet veel moeite kostte om de boot door de branding in de volle zee te koersen. Bij het licht van den schijnwerper kon men de boot in haar loop volgen. Ongeveer drie kwartier duurde deze oefening, toen omstuwd door een groote menigte de reddingboot naar het boothuis werd teruggebracht. Van de plaatselijke commissie der N. Z. H. R. M. was bij deze oefening vertegenwoordigd de heer W. Taat.

Nieuwe Leidsche Courant 4 augustus 1939

Ditmaal was het een avondoefening die men hield met de reddingsboot onder leiding van den stoeren commandant C. Jonker. Men had een zoeklicht op de duinreep opgesteld, dat zijn stralen over de zee wierp, hetgeen een imposant schouwspel opleverde.

Vele badgasten hebben een uurtje kranig werk gezien van onze reddingsmannen. Om circa kwart voor elf was de oefentocht afgeloopen.

Oefening met de Reddingboot (1939)

Leidsch Dagblad 11 juli 1939

Gisteravond om half negen heerschte bij de Oude Kerk de als steeds groote belangstelling, wanneer de reddingboot van de N.Z.H.R.M. een oefentocht op zee gaat maken. In de loods hadden de leden der bemanning hun oliejassen aangetrokken, de zuid-westers opgezet en de zwemgordels omgedaan.

Ditmaal viel het op, dat de schipper C. Jonker en de roeiers in het nieuw gestoken waren; de gele oliejassen blonken in het schijnsel van de reeds ondergaande zon!

Het te water laten van de reddingboot had het gewone verloop, alleen het aantal toeschouwers was nog grooter dan enkele weken geleden, in verband met de aanwezigheid der badgasten, die toen voor het meerendeel nog ontbraken.

Het weer was aantrekkelijk voor een oefentocht n.l. een stevige briesje en een niet al te kalme zee. Deze veroorzaakt dan, dat er eenige krachtsinspanning moet uitgeoefend worden om de branding te overwinnen, wat gepaard gaat met het uiteen spatten der golven over de boeg van de boot heen, wat steeds de groote attractie van zulk een tocht is. Om half tien wist schipper Jonker de boot weer veilig op het strand te zetten.

Daar waren aanwezig de leden der plaatselijke commissie van de N.Z.H.R.M. burgemeester W. J. Woldingh v. d. Hoop en de heer W. Taat.

Proeftocht met reddingboot. (1939)

Leidsch Dagblad 23 juni 1939

Gisteravond om half 8 uur had onder groote belangstelling een proeftocht plaats met de reddingboot van de N.Z.H.R.M.

Het was heerlijk weer en toch stond er een hooge zee, waardoor de tocht voor het publiek aantrekkelijk was. Voor den schipper C. Jonker en zijn mannen was het een kunst om door de brekers heen te manoeuvreeren en zoodoende de branding achter zich te krijgen. Men bleef ongeveer een uurop zee, waarin nieuwe vaardigheid verkregen werd. Men ziet verlangend uit naar een motorreddingboot, maar daarvoor moeten de middelen der N.Z.H.R.M. die zonder overheidssteun moet werken, ruimer gaan vloeien.

Van de plaatselijke commissie waren aanwezig de burgemeester mr. W. J. Woldringh v. d. Hoop en de heer W. Taat

Nieuwe Leidsche Courant 23 juni 1939

Gisteravond heeft de bemanning van de Katwijksche Reddingsboot een zeer geslaagden oefentocht op de Noordzee gehouden. Er stond een geweldige branding, zoodat de boot veel water inkreeg. Velen sloegen dit imposante schouwspel vanaf de boulevard gade.

DE BEMANNING VAN DE REDDINGSBOOT (1938)

Nieuwe Leidsche Courant 26 oktober 1938

De heer C. Vlieland heeft na een diensttijd van 28 jaren zijn ontslag gevraagd als lid der bemanning van de Reddingsboot.

Voor zijn langdurigen diensttijd werd de heer Vlieland beloond met een bronzen medaille, terwijl hem voorts jaarlijks een gratificatie van ƒ 60 zal worden geschonken.

Leidsch Dagblad 26 oktober 1938

De heer C. Vlieland heeft, na 28 jaar in dienst te zijn geweest bij de Noord-Zuid-Hollandsche Reddings Mij. als roeier op de reddingsboot op eigen verzoek ontslag gekregen. Hem werd de bronzen medaille van 28-jarigen dienst uitgereikt en een gratificatie geschonken van ƒ. 60 ’s jaars.

OEFENING REDDINGSBOOT (1938)

Nieuwe Leidsche Courant 22 augustus 1938

De reddingsboot is Zaterdagmiddag weer eens uit geweest. Een groote menschenmenigte sloeg vanaf het strand de oefeningen gade. Daar de zee niet zoo ruw was kwam men spoedig onder leiding van Schipper C. Jonker door de branding heen en bleef men geruimen tijd op eenigen afstand van de kust wat heen en weer roeien. Na de oefening, die ongeveer 1 uur duurde, werd de boot door zes paarden getrokken weer in de N. Z. H. R. M. – schuur opgeborgen.

De Reddingsboot vaart uit (1938)

Leidsch Dagblad 22 augustus 1938

Foto D. Kruyt

De badplaats Katwijk aan Zee, het vacantieoord van duizenden in de maanden Juli en Augustus, verkeert nog in vacantiestemming. In een heerlijk niets-doen laat men zich zonnebranden op het warme strandzand, om dan weer verkoeling te zoeken in het koele zeewater. Een ander maal, als het winderig is op het strand wordt een flinke duinwandeling gemaakt. De kinderen vermaken zich in de duinen met vlinders vangen en als zij een braamboschje vinden doen zij zich te goed aan de fijne paarse vruchten. Van verveling is nooit sprake in Katwijk.

De 14.000 badgasten, die hier dit jaar een tijdelijk verblijf gevonden hebben, vinden verstrooiing van allerlei in hun ,,doice far niënte” (zalig niets doen). Daar zorgt o.a. het bestuur van V.V.V. voor, voornamelijk in de eerste helft van Augustus, wanneer er een 8000 badgasten aanwezig zijn.

Eén van de attracties voor de badgasten is het te water laten van de reddingboot van de N.Z.H.R. Mij. wat elk badseizoen een paar malen gebeurt en waarvoor liefst een dag uitgekozen wordt, waarop de zee min of meer onstuimig is. Bij zoo’n gelegenheid kan men eerst goed zien hoe talloos velen hier vertoeven. Want nauwelijks heeft de reddingboot de loods bij de Oude Kerk verlaten om door vier krachtige paarden getrokken naar het strand te rijden, of van heinde en ver komt men aanloopen en marcheert in dikke drommen achter de boot aan. Zoo was het ook Zaterdagmiddag, even over drieën. Gevolgd door een dik opeengepakte menigte werd Zuiwaarts gereden tot ver voorbij den afgang naar het kampeerterrein. Hier klommen de roeiers gezuidwesterd, geoliejast en met zwenvest omgord in de boot. De paarden trokken het onderstel weg en de boot gleed in haar element. De opgeheven riemen werden neergelaten en met gelijken slag ging het door de branding. Als een golf voor den boeg uiteenspatte en over de krasnige roeiers sloeg gingen er kreten van bewondering uit de menigte op. Eenmaal waren dat Zaterdag bij velen kreten van ontzetting, toen de boot tweemaal kort achtereen twee rollers over zich heen kreeg en als het ware in de diepte verdween. Maar de ,,wakkere mannen” weten wel, door de ervaring geleerd hoe in zulke oogenblikken gemanoeuvreerd moet worden en weldra hief de boot zich weer op en kliefde opnieuw de aankomende rollers. Toen de branding overwonnen was werd nog geruimen tijd rond gevaren en na een uur ongeveer op het ruime sop verkeerd te hebben werd de terugtocht door de branding aanvaard, wat bij de talrijke omstanders op het strand nog enkele momenten van spanning teweegbracht. De reddingboot werd met behulp van de bemanning, die daarbij door het zeewater waadde, weer op het onderstel getrokken. En met het ratelend lawaai van de ijzeren rupsbanden ging het, omstuwd door een groote menigte naar het schuitenhuis bij de Oude Kerk terug, waar de onversaagde roeiers hun natte plunje konden uittrekken.

Zulke oefentochten, die een vijftal leeren per jaar gehouden worden, zijn voor de roeiers een goede leerschool om, als het eens moet in geval van een schipbreuk, goed de helpende hand te kunnen bieden.

De heer W. Taat, lid van de plaatselijke commissie van de N.Z.H.R.M. maakte den tocht mee, evenals de heeren D. F. E. Meerburg en W. Taat Jr.

OEFENING REDDINGSBOOT (1938)

Nieuwe Leidsche Courant 20 mei 1938

In bijzijn van talrijke nieuwsgierigen heeft gisteravond de reddingsboot een oefentocht op de Noordzee gehouden. Er stond een flinke branding. Het kostte daarom heet wat moeite om de boot door de branding te krijgen. De heer D. Taat maakte de oefentocht mee, terwijl de heer C. Jonker weer zijn kwaliteiten als stuurman toonde. De oefening duurde ongeveer 3 kwartier.

OEFENING REDDINGSBOOT (1937)

Nieuwe Leidsche Courant 07 oktober 1937

Gisteravond hield de reddingsboot onder commando van schipper C. Jonker, een geslaagde oefentocht op de Noordzee. De boot werd voortdurend door een belichtingstoestel beschenen, zoodat ze duidelijk vanaf het strand was te volgen. Het toestel, hetwelk zelf stroom maakt, stond opgesteld op de duinreep. De secretaris van de N.Z.H.R.M., de heer T. Th. De Booij, maakte de tocht mee.

Oefentocht van reddingboot (1937)

Leidsch Dagblad 17 augustus 1937

De badgasten hebben gistermiddag kunnen genieten van het steeds aantrekkelijke van een oefentocht met de reddingboot van de N.Z.H.R. Mij. Het zag om half zes bij de oude Kerk zwart van de menschen. Er stond nog al branding en dan is zoo’n tocht het mooist.

De vertegenwoordiger van de N.Z.H.R. Mij., de heer W. Taat, nam aan deze oefening deel. Op het strand bevonden zich de inspecteur van politie mr. R. Warmoltz en de brigadier-majoor P. Ruwhof, die voor de noodige afzetting zorg droegen.