1953 Loos alarm. 3 September 23.00 kreeg het reddingstation Katwijk aan Zee van de Kustwacht bericht, dat bewesten Katwijk zes à zeven vuurpijlen waren gezien. Inlichtingen werden ingewonnen bij het Vliegveld Valkenburg en de Marinebasis Den Helder, doch er was niets bekend van oefeningen van Nederlandse of Engelse marinestrijdkrachten. Daarop werd de bemanning van de msrb. “Baron van Kattendijke” gealarmeerd. Te 23.20 verliet de boot het boothuis. Bij het lanceren van de boot is de motor van de tractor afgeslagen, doch de reddingboot kwam vlot en de schipper vertrok naar zee om te zoeken. Krachtige Westenwind en tamelijk veel branding. Met Assistentie van een paar zware vrachtauto’s met 4-wielaandrjiving is het gelukt de tractor en bootwagen boven de hoogwaterlijn te halen. Onverrichterzake kwam de ” Baron van Kattendijke ” na een zoektocht van vier uur op het strand terug. 4 September 04.30 stond het materiaal weder in het boothuis. Welk schip de vuurpijlen heeft opgelaten is onbekend gebleven. Voor personeel en materieel van station Katwijk aan Zee was het een goede oefening.
Leidsch Dagblad 4 september 1953
Gisteravond kreeg men in Katwijk aan Zee bericht van de kustwacht dat op zee een licht gezien was. Men vermoedde dat een schip in nood verkeerde. De reddingsboot onder Schipper C. Jonker ging om 11:30 uur ’s avonds in zee. Men voer tot half vier rond, doch kon niets ontdekken, zodat aangenomen werd dat het hier een loos alarm betrof. Van de plaatselijke commissie der Kon. N.Z.H.R.M. waren aanwezig de heren Taat, Van der Plas en Van Marle.
Tussen Noordwijk en Katwijk kwam Zaterdagmiddag de kotter Oudorp 13 in moeilijkheden. Het scheepje, waarop zich tien koppen bevonden, liep even ten zuiden van de Noordwijkse bebouwde kom op het strand en werd later door de golven tegen de afgebrokkelende duinen gedreven. De commandant en de bemanning van de Katwijkse reddingsboot begaven zich ter oriëntatie over land naar de strandingsplaats. Het bleek, dat geen hulp per reddingsboot gegeven hoefde te worden. De bemanning verliet Zaterdagavond het schip en kwam veilig aan wal. Thans ligt het bootje aan de voet van een betonnen bunker, die eertijds diep in de duinen verscholen was. Het is zeer de vraag, of de kotter gered kan worden. Waarschijnlijk moet het schip als onherroepelijk verloren worden beschouwd.
Op Zondag 1 Februari 1953 des namiddag omstreeks 23 uur werd mij door de Heer C. Varkevisser Hoofd der Kustwacht, mede gedeeld dat er van uit de richting Noordwijk een schip kwam aandrijven althans geen kans zag, van uit de branding , zee kon maken. Direct daarop heb ik mij telefonis in verbind gesteld met de Heer Taat. De Heer W. Taat gaf opdracht direct naar de plaats van de Boulevard te komen voor klaar maken van Reddingboot enz. Onmiddellijk heb ik het personeel gewaarschuwd, wat bij het Reddingsboot noodzakelijk is. In opdracht van de Heer Taat is de boot met bemanning naar de Boulevard gebracht. Daar het schip steeds in Zuidelijke richting afdreef werd er gewacht de boot naar strand te brengen. Daarop is door de Heer W. Taat, L. van der Plas en de schipper, een onderzoek ingesteld bij het Wassenaerseslag, daar bleek ons dat de boot ruim acht kilometer richting Scheveningen was afgedreven. Daar het schip steeds alsnog in de Zuidelijke richting afdreef en geen direct gevaar bestond, is de boot op de Boulevard tot Maandag blijven staan. Daarbij bleven drie personen bij tegen woordig. H. Messemaker, D. Jonker tractordrijver en P. van Duijn. Omstreeks 2 ½ uur keerde wij naar huis. De boot is Maandag morgen omstreeks 8 uur in het bootenhuis opgeborgen. De wind was Noord en hoogen zee.
(Uit het strandingsrapport) STRANDING-RAPPORT van de Motor-Reddingboot “BARON VAN KATTENDIJKE” op Zondag 1 Febr’ 53
Wind, weer en zee N.W. Goed weer Zeer grove zee. Tijdstip van vertrek 23 uur vertrek van Boothuis Tijdstip van terugkomst Wagen met Boot op Boulevard bij Voorstraat die nacht laten staan daar schip Zuidwaarts dreef. Duur der reis Omschrijving der reis Boot niet naar strand gebracht daar het schip “CARTHAGE” met zware eb naar Scheveningen dreef, waar het schip strandde.
Naam van het schip “CARTHAGE” Waar behoort het thuis Frans schip Soort van het vaartuig Motorvrachtschip circa 2700 Ton Naam van de gezagvoerder Onbekend Hoeveel bemanning Waar gestrand Voor Scheveningen Komende van Onbekend Wanneer gestrand Circa 3 of 4 uur op 2 Febr ‘53
OMSCHRIJVING VAN DE GEBEURTENIS Om 23 uur ’s avonds van Zondag 1 Febr ’53 kwam bij W. Taat bericht in van de vermoedelijke stranding van een schip dat tusschen de eerste en tweede bank door de eb Zuidwaarts gedreven werd.
Kustwacht, Schipper C. Jonker en Comm: lid L v.d. Plas opgebeld zich met de bemanning naar het Boothuis te begeven en werd met de Tractpr die uitstelend werkte, Boot en Wagen naar de Boulevard gebracht en bij de Voorstraat gestopt daat het schip nog Steeds naar het Zuiden dreef.
Om half twee begaven Schipper Jonker en de Comm: leden v.d. Plas en Taat zich per auto naar de Wassenaarse Slag en bleek bij aankomst aldaar het schip reeds circa 2 K.M. Zuidelijk van de Slag te drijven.
Lieten Boot, Wagen en Tractor voor alle zekerheid die nacht op de Boulevard bij de Voorstraat staan onder bewaking van 3 man personeel die elkaar aflosten en werd een en ander Maandagmorgen 8 uur weer naar het Boothuis teruggereden. Motoren van Boot en Tractor sloegen onmiddellijk aan en de laatste deed het zoowel ’s avonds als ’s morgens uitstekend.
Op Zaterdag 31 januari 1953 te omstreeks 5 uur in de namiddag, werd door mij waargenomen, dat er ter hoogte van Katwijk een scheepje in moeilijkheden verkeerde. Direct daarop werd mij door het Hoofd der Kustwacht, de Heer C. Varkevisser, mede gedeeld, dat hij had waargenomen dat voornoemd scheepje in nood verkeerde. Terwijl ik naar huis ging voor mij in verbinding te stellen, werd mij door de politie mede gedeeld dat voornoemd scheepje gestrand was tussen Katwijk en Noordwijk. Direct daarop heb ik mij in verbinding gesteld met de Heer W. Taat, daar deze voor zaken van huis was, heb ik onmiddellijk het personeel van de Reddingboot gewaarschuwd en het Bestuurslid L. van der Plas, en hun medegedeeld fat er een scheepje gestrand was tussen Katwijk en Noordwijk. Daar mij met geen materiaal de strand konden berijden, heb ik met vier matrozen een onderzoek ingesteld en het leek ons dat het scheepje thans was afgedreven tot de Zuid Boulevard te Noordwijk, en dat er geen onmiddellijk gevaar voor de opvarenden. Het scheepje was afkomstig uit O.D. 13. Er was een persoon van de Reddingboot van Noordwijk aanwezig. Wij zijn toen naar Katwijk terug gekeerd en de Heer W. Taat die telkens aanwezig was, bovenstaande in kennis gesteld. In opdracht van de Heer Taat zijn wij toen om 20.45 uur naar huis terug gekeerd.
Wind N.W. zware storm Boot, wippertoestel en tractor stonden voor vertrek klaar.
De Kon. N.Z.H. Reddings Mij. heeft haar uitrusting in Katwijk aan Zee thans geheel gemoderniseerd. In September 1951 werd de roeireddingsboot vervangen door de motorreddingsboot ,,Baron van Kattendijke”.
In begin October 1951 werd het nieuwe botenhuis in gebruik genomen.
Maar nog steeds moest de reddingsboot in het water worden getrokken door 6 paarden. Dit was wel een aantrekkelijk schouwspel, maar het paste niet meer in deze gemotoriseerde tijd.
Al geruime tijd werd uitgezien naar een motor-tractor, die thans gearriveerd is in het boothuis. In het vervolg zal de boot door deze motor-tractor die de naam gekregen heeft van het ,,Zeepaard” vanaf het botenhuis over de straat en het strand in zee getrokken worden. Daardoor zal veel tijd uitgespaard en een poging tot redden vlugger uitgevoerd kunnen worden.
Bij de ontvangst van de motor-tractor waren aanwezig de voorzitter van het hoofdbestuur van de Kon. N.Z.H.R.M. jhr Quarles van Ufford met andere hoofdbestuursleden, en de directeur de heer H. Th de Booy. Van plaatselijke commissie waren aanwezig de voorzitter de burgemeester mr W. J. Woldringh van der Hoop en de heren P. E. Trousselot, Kapt. L. v. d. Plas, G. van Marle en een van de zoons van Wijlen de heer D. Taat. Ook aanwezig de schipper van de reddingboot de heer C. Jonker.
In 126 jaar redde station Katwijk 147 mensenlevens
DE SCHENKER van de motor-strandreddingboot van Katwijk aan Zee, M. J. E. Huyssen baron van Kattendijke, heeft de Kon. Noord- en Zuidhollandse Redding-Maatschappij laten weten, dat hij ook de bouwkosten van het nieuwe botenhuis voor zijn rekening zal nemen. Deze verheugende mededeling kon de voorzitter van de K.N.Z.H.R.M., jhr C. F.J. Quarles van Ufford, Dinsdag doen tijdens de officiële ingebruikneming van het botenhuis en zijn kostbare inhoud. Burgemeester mr. W. J. Woldringh van der Hoop zei, dat de baron, die in Zurich woont, door middel van een fotoserie op de hoogte zal worden gesteld van de gebeurtenissen rond de boot.
Jhr Quarles van Ufford gat een overzicht van de geschiedenis van het reddingstation Katwijk dat in 1825 werd opgericht. Men had toen een roeireddingboot. In 1864 kwam er een vuurpijltoestel bij, in 1866 werd een nieuwer type boot in gebruik genomen en in 1871 werd het stenen botenhuis bij de Oude Kerk gebouwd. De kosten bedroegen toen …. ƒ1480. Het oude botenhuis werd verkocht voor …. ƒ 95.
Van de datum van oprichting af tot heden werden 23 reddingen verricht, waarbij het leven werd gered van 147 personen. Gedurende al deze tijd ging slechts één mensenleven verloren, nl
Ook herinnerde jhr Quarles van Ufford aan de naijver, die er vroeger tussen de reddingsploegen van Noordwijk en Katwijk bestond. Wie het eerst bij het schip kwam, mocht de lading hebben en daarom kwam het nog wel eens voor, dat er op het strand een ,,stoeipartij” plaatsvond, waarbij de roeiriemen een woordje meespraken…. Dit gebeurde o.a. bij de stranding van het Nederlandse schip ,,Reval”. De laatste redding gebeurde in 1935, toen de Poolse logger GDY 132 vastliep. Veertien mensenlevens werden toen gered.
Spr. zei voorts, dat Katwijk steeds blijk heeft gegeven van grote paraatheid, wat te danken is aan het goede oefenen. Ook tijdens deze werkzaamheden deden zich geen persoonlijke ongelukken voor.
Slechts moest de toenmalige schipper H. van der Plas, die 24 jaar het bevel op de roeireddingboot voerde eens bewusteloos aan wal worden gebracht.
Jhr. Quarles van Ufford overhandigde tenslotte de sleutels van het botenhuis aan de voorzitter van de Katwijkse commissie van de K. N. Z. H. R. M., burgemeester Woldringh van der Hoop, en droeg het commando van de ,,Baron van Kattendijke” over aan schipper C. Jonker, die sinds 1910 in dienst is van de reddingmaatschappij en in 1928 opvolger werd van schipper Van der Plas. Woorden van dank sprak jhr. Quarles van Ufford tot de heren J. Harteveld, K. Taat, C. van der Plas, J. Parlevliet en A. Jonker, die dienst deden op de roeiboot maar voor wie op de motorboot geen emplooi meer is.
De burgemeester betuigde zijn dank voor de overdracht en herinnerde aan de kracht, waarmee een jeugdherinnering kan doorwerken. Baron Van Kattendijke zag eens in zijn jeugd de roeiers van de reddingboot zwoegen en besloot later Katwijk een motorboot te schenken. Ook de burgemeester sprak zijn vertrouwen uit in de bemanning van de nieuwe boot. De bemanning is samengesteld uit C. Jonker, schipper; H. Messemaker, waarnemend schipper; G. Messemaker en C. Kruyt, matrozen; A. Jonker en C. Kuyt motodrijvers.
Voorts voerden nog het woord de heren D. C. O. Boekhoven, voorzitter van de Katwijkse Reddingbrigade, D. Meerburg als voorzitter van ,,Vuurbaak”, G. Reus, directeur van gemeentewerken en schipper Jonker.
Gisterochtend verdrongen zich op het Katwijkse strand ter hoogte van de Oude Kerk velen, die tegenwoordig wilden zijn bij de aankomst van de nieuwe motorreddingsboot, die de ouderwetse roeireddingsboot vervangt. Een paar maal was de uitvaart van de boot uit IJmuiden uitgesteld vanwege het minder gunstige weer. Gisterochtend was het echter schappelijk en om 9 uur koos de boot zee.
Deze eerste tocht werd o.m. meegemaakt door de voorzitter van de plaatselijke commissie van de N.Z.H.R.M., burgemeester Woldringh van der Hoop en de secretaris penningmeester W. Taat.
Schipper C. Jonker met zijn zes roeiers van de oude reddingsboot hadden ditmaal heel wat eenvoudiger dan op andere tochten, want het zware werk met de riemen kwam er niet meer aan te pas.
Tien paarden van de firma Parlevliet stonden gereed, toen de boot om tien voor twaalf op het strand liep en de welkomsgroeten werden uitgewisseld. Zij trokken nadien de zware boot de glooiing bij de Oude Kerk op. Met zes paarden werd de boot vervolgens via de boulevard naar het nieuwe botenhuis bij de binnensluizen gebracht.
Menig Katwijker zal die paarden, welke een aardig gezicht deze manoeuvre ook was, liever hebben zien ontbreken. Dat zou betekend hebben, dat de boot in eigen haven kon binnenlopen….
De nieuwe Katwijkse reddingsboot van de NZHRM, de ,,Baron van Kattendijke”, is Zaterdag aan de kust gestationneerd…. in Wijk aan Zee! Daar werd het boothuis ,,Dr Büller” geopend, waar de Katwijkse reddingsboot voorlopig een onderdak vindt en paraat zal zijn voor hulpverlening. De nieuwe motorreddingsboot ,,Dr Büller” van Wijk aan Zee is nog niet gereed en Katwijk heeft nog geen boothuis voor de Baron van Kattendijke. Vandaar dat deze boot thans in Wijk aan Zee is ondergebracht. Katwijkse autoriteiten hebben al geruime tijd geleden met de Baron van Kattendijke proef gevaren op de Zuidhollandse wateren.
Nadat schipper Bertus de Visser de vlag had gehesen op het boothuis, verdwijnt de Katwijkse reddingsboot in het tijdelijk tehuis ,, in den vreemde”.
Nieuwe Leidsche Courant 15 november 1950
Te wijk aan Zee werd het boothuis ,,Dr Büller” van de N.Z.H.R.M. geopend. De Wijkse reddingsboot is echter nog niet klaar en daarom is de Katwijkse ,,Baron van Kattendijke” er voorlopig gestationneerd, want Katwijk heeft nog geen boothuis.
Het zal in September a.s. 40 jaar geleden zijn, dat de heer C. Jonker, schipper van de alhier gestationeerde roei-reddingsboot van de N.Z.H.R. Mij. lid werd van de bemanning.
De heer Jonker had goed gezien om de middag van gisteren uit te kiezen voor het houden van een oefentocht. De zee was zeer onstuimig en er stond op de kust een stevige branding. Ruim half 6 werden de 4 paarden voor de wagen gespannen. Gaandeweg groeide het aantal nieuwsgierigen, waaronder veel badgasten, om het steeds aanlokkelijke schouwspel van een oefentocht gade te slaan. De afrit bij de Oude Kerk werd afgereden en de boot, bemand met 12 koppen te water gelaten. De mannen hadden de oliejassen aan en Zuid-westers op want de tocht beloofde wat!
Bij de eerste riemslagen kwamen de stortzeeën al overboord. Nu eens verhief zij zich op de kruin van een golf, dan verzonk zij in een golfdal.
Voor de aan het strand staande toeschouwers was het een prachtig gezicht. Meer dan een uur bleef men in de kokende branding en toen de boot behouden aan het strand kwam, was er geen draad droog aan de kledij van de wakkere mannen.
Deze eerste oefeningstocht van dit jaar was opnieuw een bewijs, dat de mannen paraat zijn om bij een eventuele scheepsramp handelend te kunnen optreden.
Katwijk heeft zich tot heden altijd beholpen met een doodgewone roei-reddingsboot en al is de noodzaak van een motorboot nog niet gebleken, men weet niet wat worden kan. In ieder geval, Katwijk zal spoedig ’n motorreddingsboot en nog wel een nieuwe krijgen. Baron van Kattendijke, vroegere leerling van de Paters Jezuiten op het St. Willibrordus-college, thans woonachtig in Zurich, blijkt Katwijk nog niet vergeten te zijn. Dit toonde hij door aan de N.Z.H.R.M. een bedrag te schenken van ƒ 25.000.- voor bovengenoemd doel.