Leidsch Dagblad 16 augustus 1982
(Van een onzer verslaggevers)
Katwijk – Twee leden van de Katwijkse reddingsbrigade zijn gisteravond ternauwernood aan de verdrinkingsdood ontsnapt. Hun boot, uitgerukt vanwege een onjuist alarm, sloeg om in volle zee na een motorstoring. Reddingboten van de KNZHRM wisten de drenkelingen uiteindelijk uit het water te halen. De brigade werd omstreeks zeven uur gisteravond gewaarschuwd dat er voor de kust van Katwijk een schip in moeilijkheden zou zijn geraakt. Twee bootjes voeren uit, evenals de reddingsboten van de KNZHRM uit Katwijk, Noordwijk en Zandvoort. Toen een van de bootjes van de reddingsbrigade door motorstoring en het zware weer omsloeg en de twee bemanningsleden te water raakten werd dat gesignaleerd door de bemanning van een van de drie reddingsboten. De Katwijkse reddingsboot Casparis nam de twee te water geraakte redders aan boord, evenals de tweekoppige bemanning van het andere bootje van de reddingsbrigade. Ook de vaartuigen werden in veiligheid gebracht. Kort daarop meldde het door Scheveningen Radio gealarmeerde marinevaartuig Wolf dat het in moeilijkheden verkerende schip zich mogelijk ter hoogte van Zandvoort zou bevinden. Urenlang heeft de Noordwijkse en Zandvoortse reddingsmaatschappij daarna gezocht naar deze boot. Uiteindelijk kwam gisteravond laat het bericht binnen dat het schip met een gebroken mast al enige tijd in de haven van IJmuiden lag.
Eeerder op de dag waren boten van de Katwijkse politie, reddingsbrigade en plaatselijke surfclub reeds uitgevaren om een andere drenkeling uit het water te halen. Een Katwijker was – varende in een catamaran – ongeveer 300 meter uit de kust overboord geslagen. Een mede-opvarende wist met zijn boot de kust te bereiken en de politie tijdig te waarschuwen.
15 augustus Redders redden redders
actie 6943 uit “De Reddingboot” juni 1983
Op deze dag vond een vrij unieke gebeurtenis plaats: tussen Zandvoort en Katwijk aan Zee werden bijna gelijktijdig drie motorstrandreddingboten gelanceerd. De wind was zuidwest 6-7 Beaufort en de zee woelig.
Om ongeveer 19.15 uur ontwaarde men vanaf de kust in Katwijk aan Zee een scheepje dat nogal vreemd in het water lag en om de noord verdaagde. Een vlet van de Katwijkse Reddingsbrigade (KRB) voer met twee inzittenden in de richting van het scheepje om polshoogte te nemen. De vlet kreeg echter motorstoring, waarop een andere vlet van de KRB onmiddellijk te hulp snelde. In verband met de zee-omstandigheden lukte het echter niet de hulpeloze vlet te assisteren. Direct werd nu de msrb. De Casparis van Katwijk gelanceerd.
Ook het reddingstation Noordwijk aan Zee kreeg kennis van het noordwaarts drijvende scheepje, waarvan de mast gebroken zou zijn. Alvorens de msrb. Kurt Carlsen te water werd gelaten, besloot men vanaf de vuurtoren de positie van het scheepje vast te stellen. Men kon het echter niet ontdekken.
Om 20.00 uur deelde de politie mede dat ten zuiden van Noordwijk een aantal mensen in zee dreef. Toen werd onverwijld de Kurt Carlsen in zee gebracht en naar de opgegeven positie gedirigeerd. Tevens werd het station Zandvoort verzocht naar voornoemd scheepje uit te kijken, omdat dat intussen wel zover om de noord zou zijn gedreven.
De msrb. Dr Ir S. L. Louwes was zodoende de derde motorstrandreddingboot die te water werd gelaten. Deze spoorde het betreffende scheepje op; het was het Finse kotterjacht Sananas, dat weliswaar een gebroken mast had, maar geen opvarenden had verspeeld en op haar motor naar IJmuiden koerste.
Inmiddels was de berichtgeving chaotisch geworden; er zouden twaalf mensen in zee drijven, terwijl Hr Ms Wolf die ook aan de zoekactie deelnam, de verwarring nog groter maakte door te melden dat een onbemande catamaran was gesignaleerd.
Na enige tijd arriveerde de De Casparis bij de vletten van de KRB met de vier opvarenden en bracht hen naar Katwijk. De beide andere strandreddingboten bleven nog geruime tijd zoeken, maar vonden geen ontredderd vaartuig, noch in zee drijvende mensen. Daarom werden ze tenslotte om 22.00 uur teruggeroepen.