Katwijk 14 juli 1999,
KATWIJK – ERIC DE JAGER
Leidsch Dagblad 15 juli 1999
Vijf aspirant-agenten zijn gisteren per ambulance vanaf de Boulevard in Katwijk naar het LUMC in Leiden vervoerd, nadat ze bij een reddingsoefening te veel zeewater hadden binnengekregen. Een inderhaast opgetrommelde helikopter bleek achteraf niet nodig. Inmiddels zijn alle drenkelingen, op één na, weer ontslagen uit het ziekenhuis.
De vijf maakten deel uit van een groep van vijftien agenten in opleiding, die tijdens oefeningen plotseling te water raakte. De leerlingen konden allemaal door hun docenten worden gered, maar vijf slachtoffers kregen zoveel water binnen dat ze naar het ziekenhuis moesten.
Hoe de agenten in het water terecht zijn gekomen, is volgens politiewoordvoerder R. Blom nog een raadsel. De aspirant-agenten waren op het Katwijkse strand ter afsluiting van een sportdag met conditietesten. Tijdens een afsluitende groepsoefening kwamen de vijftien met bepakking in zee terecht. Blom benadrukt dat dát niet bij de oefening behoorde. Zeven deelnemers kwamen in een mui terecht en dreven af. De begeleiders riepen snel hukp in. Daar kwam onder andere de helikopter op af. De sportdocenten wachtten de hulp van buiten echter niet af en doken onmiddellijk zelf het koude zeewater in. Zij slaagden erin alle zeven slachtoffers aan land te brengen. Twee van de vijf agenten konden het ziekenhuis gisteravond alweer verlaten. Twee anderen mochten vanmorgen naar huis. Eén drenkeling blijkt zoveel zeewater te hebben ingeslikt dat hij ook vandaag nog ter observatie in het ziekenhuis moet blijven. De politie onderzoekt nog hoe de oefening zó fout konden aflopen.