Leidsch Dagblad 19 juli 1932
Gistermiddag omstreeks vier uur had een oefeningstocht plaats met de Katwijksche reddingsboot, die door middel van roeispanen voortbewogen wordt. De zee leende zich ditmaal buitengewoon goed voor dezen tocht. Er stond nog een tamelijke branding tengevolge van het gure weer der laatste dagen en dan is het steeds een bezienswaardig schouwspel om de boot door de branding te zien worstelen, vooral voor de badgasten, waarbij er elk jaar velen zijn, die zoo iets voor de eerste maal zien.
Met paardentractie bleek het te water laten van de boot toch veel vlugger te gaan dan met een tractor, zooals wij dat in den laatsten tijd meermalen bijgewoond hebben.
De roeiers van de reddingsboot waren gekleed in hun uitrusting met reddingsgordel, oliegoed en zuid-wester. Met vaardige stuurmanskunst wist de schipper C. Jonker den kop van de boot tegen de golven te houden. Meermalen was er op het strand wegens de hooge zeeën niets van de boot te bespeuren.
Na een klein uur in zee veertoefd te hebben, werd eerst tegen den stroom in naar het Zuiden geroeid om vervolgens met stroom mee naar het strand terug te keeren. Dit was voorzeker het mooiste moment van deze oefening. Hooge zeeën sloegen over het bootje heen, dat nu eens op den top van een golf zich verhief om dan weer in een golfdal te verdwijnen.
Toen de boot het strand raakte, sprongen de kloeke mannen, druipend van het zeewater dat zij overgekregen hadden, uit de boot en met vereende krachten werd deze op den wagen gezet, waarna de paarden het verdere werk deden en de boot bij de Oude Kerk terugbrachten. De vertegenwoordiger van de N.Z.H.R. Mij., de heer W. Taat, maakte deze oefentocht mee.
Nieuwe Leidsche Courant 19 juli 1932
Onder veel belangstelling, vooral van onze badgasten is gistermiddag dr reddingsboot geprobeerd. Een nogal ruwe zee gaf de bemanning onder leiding van den schipper, de heer C. Jonker, gelegenheid hun krachten te ontplooien. De verschillende manoeuvres hadden een bevredigend verloop.